Herhaling - les 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhaling

Lesplanning:

1. Herhaling dichtheid
2. Oefentoets: vraag 5 t/m 9
3. Herhaling soortelijke warmte
4. Oefentoets: vraag 1 t/m 4, 10 en 11
5. Vragenrondje
6. Herhaling §7.3

oefentoets boek

Dichtheid

dichtheid=​volume​​massa​​

ρ(​cm​3​​​​g​​)=​V(cm​3​​)​​m(g)​​

500 ml = ... cm³

1. 50
2. 0,5
3. 500
4. 5000

530 cm³ = ... dm³

1. 0,53 dm³
2. 5,3 dm³
3. 53 dm³
4. 5300 dm³

2,0 L = ... cm³

1. 20 cm³
2. 200 cm³
3. 2000 cm³
4. 0,20 cm³

Dichtheid omrekenen:
10 g/cm³ = .... g/dm³

1. 10 000
2. 1000
3. 0,01
4. 0,001

25 g/cm³ = ... g/dm³

1. 0,025
2. 0,25
3. 2500
4. 25 000

6530 kg/m³ = ... kg/dm³

1. 653
2. 6,530
3. 0,6530
4. 653000

Voorbeeld

Een blok piepschuim heeft een volume van 2,0 m³. De dichtheid van piepschuim is 33 g/dm³. 
Bereken de massa van het blok piepschuim. 

Oefentoets boek

vraag 5 t/m 9

Warmte VS temperatuur

Warmte

Warmte is de hoeveelheid energie die zich verplaats van een voorwerp met een hoge temperatuur naar een voorwerp met een lage temperatuur.

Voorbeeldopgave soortelijke warmte 

Een klomp gietijzer (c = 0,5 J/g°C) van 240 gram wordt boven een gasvlam gehouden. In 2 minuten tijd stijgt de temperatuur van 20 °C naar 50 °C. 

A.  Bereken hoeveel warmte de klomp gietijzer heeft opgenomen.

Voorbeeldopgave soortelijke warmte

De klomp gietijzer (50 ⁰C) wordt in 100 gram vloeistof met een temperatuur van 20 ⁰C geplaatst. De eindtemperatuur van het mengsel is 34 ⁰C. 

B. Bereken de soortelijke warmte van de vloeistof.
Neem aan dat er geen warmte verloren gaat aan de omgeving.

E = P * t

Een frituurpan met een vermogen van 2000 W verwarmt 2,0 kg
fituurvet (c = 1,8 J/g⁰C). Bereken de temperatuurstijging in 10 minuten. 

Oefentoets boek

vraag 1 t/m 4, 10 en 11

Warmtetransport

Waarom zit in een spouwmuur isolatiemateriaal? Lucht is toch ook een slechte geleider.

En waarom is de buitenkant van het isolatiemateriaal bedekt met zilverkleurig folie?

Warmte vasthouden
Isolatie

Je voegt aan twee stoffen met gelijke massa 100 J warmte toe. De temperatuur van stof A neemt meer toe dan de temperatuur van stof B. Welke stof heeft de grootste soortelijke warmte?

1. Stof A
2. Stof B

Zelfstandig voorbereiden toetsweek

• Oefentoets boek vraag 12 t/m 15
• Oefentoets classroom
• Zeer korte samenvatting maken
• Opgaven boek nogmaals maken