Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Diabetes Mellitus
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de symptomen van diabetes mellitus, hyperglykemie en hypoglykemie herkennen
Je weet hoe je moet handelen bij een hyperglykemie of hypoglykemie
Slide 2 - Diapositive
Diabetes Mellitus
Letterlijk: Honingzoete stroom
Verstoring van de suikerstofwisseling -> bloedglucoseregulatie
Tekort aan insuline
Slide 3 - Diapositive
Geschiedenis
Diabetes is al duizenden jaren bekend, maar vroeger bestond er nog geen behandeling.
De cellen die insuline maken zijn ontdekt in 1869, door de Duitser Paul Langerhans.
Insuline werd in 1921 ontdekt en in 1922 kreeg de eerste mens een behandeling met insuline.
Sinds ongeveer 1980 zijn er hulpmiddelen om thuis glucose te meten, en sinds 1986 insulinepennen.
Vanaf 2016 zijn er eerste proeven met nieuwe cellen die insuline maken, gemaakt uit stamcellen.
Slide 4 - Diapositive
Hoe zat het ook alweer?
Insuline
Glucagon
Glycogeen
Eilandjes van Langerhans
Slide 5 - Diapositive
Typen diabetes mellitus
Insulineafhankelijke diabetes (type 1)
Niet-insulineafhankelijke diabetes (type 2)
Zwangerschapsdiabetes
Slide 6 - Diapositive
Diabetes Mellitus type 1
De alvleesklier maakt geen of veel te weinig insuline aan.
Kan op alle leeftijden ontstaan, maar meestal bij jonge mensen/kinderen.
Behandeling met insuline is altijd nodig.
Ontstaat accuut
Slide 7 - Diapositive
Diabetes Mellitus type 2
Het lichaam maakt wel insuline, maar de insuline werkt onvoldoende.
Ontstaat meestal op latere leeftijd, maar tegenwoordig steeds eerder.
Welvaartsziekte.
Behandeling kan met medicatie (b.v. metformine) of insuline
Ontstaat langzaam
Slide 8 - Diapositive
Zwangerschapsdiabetes
Ontstaat tijdens de zwangerschap en verdwijnt na de bevalling.
Tijdens de zwangerschap moet de alvleesklier drie- tot viermaal zo veel insuline produceren.
Slide 9 - Diapositive
Symptomen
veel urineren (ook ’s nachts)
vermoeidheid
vermagering
dorst en droge mond
hongergevoel
infecties en huiduitslag
jeuk en tintelingen
wazig en slecht zien
slecht-genezende wondjes
blaasontsteking
seksuele problemen
Slide 10 - Diapositive
Hypoglykemie
Glucosewaardes onder de 4 mmol/L
Gevaarlijker dan een hyper
Bij een te lage glucosewaarde val je
flauw
In ernstige gevallen kan dit leiden tot
een coma, hersenschade of de dood.
Slide 11 - Diapositive
Symptomen
hongergevoel, soms ook gapen
beven en trillen
transpireren
verandering in het gedrag, bijvoorbeeld agressiviteit of onrust
soms dubbelzien, praten met dubbele tong, verward praten
uiteindelijk: bewusteloosheid en coma
Oorzaken
een te hoge dosering insuline
een verkeerd moment van insuline spuiten
te weinig of te laat eten
te veel lichaamsbeweging, bijvoorbeeld bij revalideren
ziek zijn, braken
stress
alcohol
Hypoglykemie
Slide 12 - Diapositive
Hoe handel je bij een hypoglykemie?
Hypoglykemie -> te lage bloedsuiker (<4,0 mmol/L):
Snelle suikers geven gevolgd door langzame suikers
Glucagon injectie
Overleg met arts
Bloedsuiker blijven controleren
Slide 13 - Diapositive
Hypoglykemisch coma
Een hypoglykemisch coma treedt meestal vrij plotseling op en wordt veroorzaakt door een te sterke en vooral te snelle bloedglucosedaling.
Voor een hypoglykemisch coma geldt dat er direct maatregelen getroffen moeten worden. De kans op hersenbeschadigingen is groot en ook een hypoglykemie kan tot de dood leiden.
Slide 14 - Diapositive
Hypoglykemisch coma
Wat doe je?
Laat direct een arts komen (bel 112).
Bewaak de vitale functies.
Blijf bij de zorgvrager en leg hem in stabiele zijligging.
Bepaal de bloedglucosewaarden.
Slide 15 - Diapositive
Hyperglykemie
Glucose kan niet worden opgenomen
in het bloed
Glucose hoopt op in het bloed
De bloedsuiker stijgt
Slide 16 - Diapositive
Hoe handel je?
Hyperglykemie -> te hoge bloedsuiker (> 7,8 mmol/L):
Medicatie geven/insuline spuiten (i.o.m. arts)
Bloedsuiker blijven controleren
Slide 17 - Diapositive
Wat als glucose de cel niet in kan?
Glycogeenvoorraad wordt aangebroken
Is dit ook op? Over op verbranding eiwitten en vetten
Bij vetverbranding komen ketonen vrij
Lopen de ketonen te hoog op dan kan er een keto-acidose ontstaan
Controleer de pols, de bloeddruk en de temperatuur.
Bewaak de vitale functies.
Leg de zorgvrager in de stabiele zijligging.
Controleer als het lukt de urine op aceton en glucose.
Bepaal de bloedglucosewaarde.
Hyperglykemisch coma
Levensbedrijgende situatie, als er niet op tijd maatregelen worden getroffen treedt binnen acht tot tien uur de dood in.
Slide 20 - Diapositive
Welk hormoon werkt bloedsuikerverlagend
A
Cortisol
B
Insuline
C
Glucagon
D
Adrenaline
Slide 21 - Quiz
Insuline zorgt ervoor dat glucose uit het bloed weg gaat
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Bij welke bloedglucosewaarde is er sprake van een hypoglykemie
A
Bij een waarde lager dan 7,6 mmol/L
B
Bij een waarde hoger dan 7,8 mmol/L
C
Bij een waarde lager dan 4,0 mmol/L
D
Bij een waarde hoger dan 10,0 mmol/L
Slide 23 - Quiz
Marit heeft type-2-diabetes mellitus. Soms krijgt ze het ineens warm, ze zweet, ze voelt zich moe, krijgt honger en gaat beven. Wat kan de oorzaak zijn van deze symptomen bij diabetes mellitus?
A
Hyperglykemie
B
Hypoglykemie
Slide 24 - Quiz
De zorgvrager is niet meer aanspreekbaar en zijn adem ruikt naar aceton. Wat is hier waarschijnlijk aan de hand?
A
Hypoglykemie
B
Hyperglykemie
C
Hypoglykemisch coma
D
Hyperglykemisch coma
Slide 25 - Quiz
Vragen?
Slide 26 - Diapositive
Opdracht
Maak de "pas je kennis" toe vragen bij:
15 Ziekteleer > 15.8 Ziekten van het hormoonstelsel > B Diabetes mellitus > 7&8
Slide 27 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de symptomen van diabetes mellitus, hyperglykemie en hypoglykemie herkennen
Je weet hoe je moet handelen bij een hyperglykemie of hypoglykemie