K3, T6, paragraaf 1, eten en gegeten worden
1 / 24
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Diapositive
Deze slide introduceert de leerdoelen van de les. Bespreek kort wat de leerlingen verwachten te leren.
Slide 5 - Diapositive
Deze slide introduceert de leerdoelen van de les. Bespreek kort wat de leerlingen verwachten te leren.
Wat is fotosynthese?
Slide 6 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn ecologische niveaus?
Slide 7 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn ecologische niveaus?
Slide 8 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn abiotische en biotische factoren?
Slide 9 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 10 - Lien
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 11 - Diapositive
Leg uit dat voedselketens de overdracht van energie en voedingsstoffen tonen van het ene organisme naar het andere. Bespreek de verschillende schakels in een voedselketen.
Slide 12 - Diapositive
Leg uit dat voedselketens de overdracht van energie en voedingsstoffen tonen van het ene organisme naar het andere. Bespreek de verschillende schakels in een voedselketen.
Slide 13 - Diapositive
Leg uit dat fotosynthese het proces is waarbij planten energie uit zonlicht gebruiken om glucose en zuurstof te produceren.
Slide 14 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 15 - Diapositive
Leg uit dat fotosynthese energierijke stoffen (glucose) vormt uit energiearme stoffen (koolstofdioxide en water). Bespreek het belang van glucose als energiebron.
Slide 16 - Diapositive
Leg uit dat verbranding het proces is waarbij organische stoffen, zoals glucose, reageren met zuurstof om energie vrij te maken.
Slide 17 - Diapositive
Leg uit dat bij verbranding energie vrijkomt in de vorm van warmte en licht. Bespreek mogelijke toepassingen van deze energie.
Slide 18 - Diapositive
Leg uit dat producenten organismen zijn die hun eigen voedsel kunnen maken, zoals planten. Bespreek het belang van producenten in voedselketens.
Slide 19 - Diapositive
Leg uit dat consumenten organismen zijn die andere organismen eten om energie te verkrijgen, zoals dieren. Bespreek de verschillende niveaus van consumenten (herbivoren, carnivoren, omnivoren).
Slide 20 - Diapositive
Leg uit dat consumenten organismen zijn die andere organismen eten om energie te verkrijgen, zoals dieren. Bespreek de verschillende niveaus van consumenten (herbivoren, carnivoren, omnivoren).
Slide 21 - Diapositive
Leg uit dat reducenten organismen zijn die dood organisch materiaal afbreken en omzetten in voedingsstoffen, zoals bacteriën en schimmels. Bespreek het belang van reducenten bij het recyclen van voedingsstoffen.
Slide 22 - Diapositive
Leg uit dat reducenten organismen zijn die dood organisch materiaal afbreken en omzetten in voedingsstoffen, zoals bacteriën en schimmels. Bespreek het belang van reducenten bij het recyclen van voedingsstoffen.
Slide 23 - Diapositive
Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk de relatie tussen fotosynthese, verbranding en voedselrelaties.
Slide 24 - Diapositive
Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk de relatie tussen fotosynthese, verbranding en voedselrelaties.
