Havo 4 Leesvaadigheid Blok 3 opdracht 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vandaag

Gaan we oefenen met lezen

Antwoorden van het woordenschathuiswerk zet ik op Classroom

Havo 4 Leesvaardigheid Blok 3 opdracht 3

Lees tekst 3 op pagina 178 + 179

Je hebt 4 minuten

Op welke twee manieren probeert de schrijfster direct de aandacht van de lezer te trekken?
Denk aan de titel en de eerste alinea.

1. Met directe vragen en antwoorden
2. Met direct een stelling en voorbeelden
3. Met een anekdote

Waarom vergelijkt de auteur in alinea 2 Zweden met Nederland?

1. Om te laten zien dat het probleem overal voorkomt.
2. Om te laten zien dat verkeersborden helpen
3. Om te laten zien dat ze mobiele telefoons in Zweden wel een probleem vinden
4. Om te laten zien hoe de Zweden dit probleem hebben opgelost

'Menig leraar staat dus ambivalent tegenover een verbod' (regel 10-11)
Hoe wordt die houding verklaard?

1. Ze willen geen gedoe met de leerlingen voor de les.
2. Ze begrijpen wel dat leerlingen hun berichten ook nodig hebben.
3. Een telefoon is ook agenda, rekenmachine, woorden-boek etc.
4. Uiteindelijk boeit het leraren niet of leerlingen echt meedoen of niet

Een mobieltje is óók agenda, rekenmachine, encyclopedie en woordenboek, en een foto van aantekeningen op het bord is zoveel sneller dan overschrijven.

Hoe zou je dit argument kunnen noemen?

Een argument op basis van nut

Wat is het standpunt van de schrijfster? (Kijk naar de onderbouwing in alinea 4)

Standpunt: Verbied het mobieltje in de klas

Vat de argumentatie in alinea 4 samen in 1 volledige zin. (In algemene woorden, dus geen voorbeelden.)

Leerlingen worden voortdurend afgeleid door hun mobieltje en kunnen zich daardoor niet concentreren op de lesstof. (16 woorden).

‘Vroeger maakte ... meer onthield.’ (regel 18-19) Van welk type argument is hier sprake?

1. gezagsargument
2. moreel argument
3. op basis van nut
4. veronderstelling

Waarom is het een argument gebaseerd op nut?

Als je geen mobieltje in de klas gebruikt, moet je aantekeningen maken en dat houdt je bij de les, dwingt je te selecteren waardoor je meer onthoudt.

Alinea 8: ’s Nachts appen de leerlingen gewoon door. En het is niet alleen leuk sociaal verkeer, het zijn ook pesterijen en sexting, naast gamen en series kijken. Geen wonder dat ze ’s morgens niet uit bed te krijgen zijn. Er wordt zelfs overwogen de school later te laten beginnen, want de biologische klok van de kinderen zou hierom vragen.

Welke drogreden zie je hier?

1. Onterecht beroep op autoriteit
2. Valse vergelijking
3. Cirkelredenering
4. Overhaaste generalisatie?

Waarom overhaaste generalisatie?

De schrijfster doet het voorkomen dat álle leerlingen ’s nachts appen en ’s morgens niet uit bed te krijgen zijn.

welke zin in alinea 10 heeft de functie van veronderstelling?

Uit een recent artikel in Vrij Nederland blijkt dat een derde van de jonge docenten voor hun dertigste het onderwijs verlaat. Als belangrijkste reden noemen ze de werkdruk. Maar zou de onmogelijkheid om de aandacht van kinderen vast te houden niet ook een belangrijke rol spelen? Je hebt je best gedaan om een goede les voor te bereiden maar moet het afleggen tegen dat onzichtbare, onhoorbare, trillende ding. Nergens in de wereld zijn leerlingen zo ongedisciplineerd en ongemotiveerd als in Nederland, zo maakte de OESO onlangs bekend.Uit een recent artikel in VN blijkt dat een derde van de jonge docenten voor hun dertigste het onderwijs verlaat. 

welke zin in alinea 10 heeft de functie van veronderstelling?

Uit een recent artikel in Vrij Nederland blijkt dat een derde van de jonge docenten voor hun dertigste het onderwijs verlaat. Als belangrijkste reden noemen ze de werkdruk. Maar zou de onmogelijkheid om de aandacht van kinderen vast te houden niet ook een belangrijke rol spelen? Je hebt je best gedaan om een goede les voor te bereiden maar moet het afleggen tegen dat onzichtbare, onhoorbare, trillende ding. Nergens in de wereld zijn leerlingen zo ongedisciplineerd en ongemotiveerd als in Nederland, zo maakte de OESO onlangs bekend.Uit een recent artikel in VN blijkt dat een derde van de jonge docenten voor hun dertigste het onderwijs verlaat. 

Uit een recent artikel in Vrij Nederland blijkt dat een derde van de jonge docenten voor hun dertigste het onderwijs verlaat.

Welke functie heeft deze zin in alinea 10?

1. constatering
2. karakterisering
3. stelling
4. veronderstelling

Van welk type argumentatie is sprake in alinea 10

1. Onderschikkende argumentatie
2. Nevenschikkende argumentatie
3. Een combinatie van onderschikkend en nevenschikkend

Wat zijn de argumenten?

Uit een recent artikel in Vrij Nederland blijkt dat een derde van de jonge docenten voor hun dertigste het onderwijs verlaat. Als belangrijkste reden noemen ze de werkdruk. Maar zou de onmogelijkheid om de aandacht van kinderen vast te houden niet ook een belangrijke rol spelen? Je hebt je best gedaan om een goede les voor te bereiden maar moet het afleggen tegen dat onzichtbare, onhoorbare, trillende ding. Nergens in de wereld zijn leerlingen zo ongedisciplineerd en ongemotiveerd als in Nederland, zo maakte de OESO onlangs bekend.

Wat zijn de argumenten?

Uit een recent artikel in Vrij Nederland blijkt dat een derde van de jonge docenten voor hun dertigste het onderwijs verlaat. (1) Als belangrijkste reden noemen ze de werkdruk. (2) Maar zou de onmogelijkheid om de aandacht van kinderen vast te houden niet ook een belangrijke rol spelen? Je hebt je best gedaan om een goede les voor te bereiden maar moet het afleggen tegen dat onzichtbare, onhoorbare, trillende ding. Nergens in de wereld zijn leerlingen zo ongedisciplineerd en ongemotiveerd als in Nederland, zo maakte de OESO onlangs bekend.

Noem twee functiewoorden die van toepassing zijn op alinea 11 t/m 14

1: Oplossingen

2: Aanbevelingen

De Raad van Europa beveelt een totaal verbod van mobiele telefoons aan - Frankrijk kent zo’n verbod sinds 2010, al is het om een andere reden, namelijk stralingsgevaar.

Wat voor type argument gebruikt de Raad van Europa?

1. Feitelijk argument
2. Argument gebaseerd op ongewenste gevolgen
3. Moreel argument
4. Argument gebaseerd op ervaring

Wat is het schrijfdoel van de auteur?

1. uiteenzetten
2. verklaren
3. adviseren
4. overtuigen

Ingrid Schouten was 27 jaar lerares aardrijkskunde en leidt nu een huiswerkinstituut.

Is de schrijver deskundig? Waarom?

Welke bewering is NIET waar?

1. De schrijfster maakt gebruik van feiten en onderzoeksresultaten.
2. De tekst bevat ook veronderstellingen en vermoedens.
3. De argumenten zijn soms in tegenspraak met elkaar.
4. De tekst bevat zowel voor- als nadelen van het gebruik van mobieltjes.

Voor morgen 

Bestudeer p 226-227 van je boek: Opbouw van argumentatie