2.1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

2.1 Werk over en tekort, de arbeidsmarkt

Doelstellingen

Je weet wat de vraag naar arbeid is.

Je weet wat het aanbod van arbeid is.

Je weet hoe de arbeidsmarkt werkt.

Waarom krijg je bij veel bedrijven een hoger loon als je op zondag werkt?

Vraag naar arbeid/werkgelegenheid

Werkgevers: de bedrijven vragen naar arbeid, ze vragen personeel om arbeid/werk te doen. De werkgelegenheid wordt vaak uitgedrukt in arbeidsjaren. Een arbeidsjaar is 1 fulltime baan.

Vacature: functie/baan waar nog geen personeel voor gevonden is en waar je op kan solliciteren

Aanbod van arbeid/beroepsbevolking

• Beroepsbevolking: mensen tussen de 15 en 75 jaar die willen en kunnen werken. Zij bieden zich aan op de arbeidsmarkt>aanbod van arbeid. Zij zijn werknemers.

Let op! Vraag en aanbod van arbeid niet door elkaar halen.

De vragers betalen een prijs voor de arbeid van de aanbieders, net als bij vragers en aanbieders van een product.

De Albert Heijn biedt 10 nieuwe vacatures aan. Om welke kant van de arbeidsmarkt gaat het hier?

1. De vraagkant
2. De aanbodkant

Je belt bij de buren aan met de vraag of zij een oppas zoeken voor hun kind van 4 jaar omdat jij dat als bijbaan zou willen doen. Om welke kant van de arbeidsmarkt gaat het hier?

1. Vraagkant
2. Aanbodkant

Bij vraag en aanbod naar producten is de verkoopprijs de prijs voor het product. Hoe heet het de prijs die voor arbeid betaald wordt?

Ruime arbeidsmarkt

• Het aanbod van arbeid is hoger dan de vraag naar arbeid
• Bedrijven kunnen makkelijk aan nieuw personeel komen, ze kunnen vaak kiezen uit meerdere mensen
• Mensen kunnen moeilijk een baan vinden
• Lonen/arbeidsvoorwaarden gaan dalen
• Veel werkloosheid
• Weinig vacatures

Krappe arbeidsmarkt

• Vraag naar arbeid is hoger dan het aanbod van arbeid
• Mensen kunnen makkelijk een (nieuwe) baan vinden
• Bedrijven kunnen moeilijk aan personeel komen
• Veel vacatures
• Weinig werkloosheid
• Loon/arbeidsvoorwaarden gaan stijgen 

Werkloosheidspercentage

Het werkloosheidspercentage betekent hoeveel procent van de beroepsbevolking werkloos is. Dit bereken je door de onderstaande formule te gebruiken.

Aantal werklozen : beroepsbevolking x 100

Voorbeeld: de beroepsbevolking bestaat uit 10 miljoen mensen. Hiervan zijn er 800.000 werkloos.

800.000 : 10.000.000 x 100 = 8%

De beroepsbevolking bestaat uit 8 miljoen mensen, 400.000 mensen zijn werkloos. Bereken het werkloosheidspercentage.

1. 5%
2. 10%
3. 4,5%
4. 4%

Er is een tekort aan docenten. Is hier sprake van een ruime of een krappe arbeidsmarkt?

1. Ruime arbeidsmarkt, er is te weinig vraag
2. Ruime arbeidsmarkt, er is te weinig aanbod
3. Krappe arbeidsmarkt, er is te weinig vraag
4. Krappe arbeidsmarkt, er is te weinig aanbod

De afgelopen jaren zijn er veel mensen uit het buitenland in Nederland komen werken, wat heeft dat voor invloed op de lonen in Nederland?

1. De vraag naar arbeid stijgt, dus de lonen stijgen
2. Het aanbod van arbeid stijgt, de de lonen stijgen
3. De vraag naar arbeid stijgt, dus de lonen stijgen
4. Het aanbod van arbeid stijgt, dus de lonen dalen

Tesla opent een grote fabriek in Nederland, wat voor invloed heeft dat op de lonen in Nederland?

1. De vraag naar arbeid neemt toe, dus de lonen stijgen
2. Het aanbod van arbeid neemt toe, dus de lonen stijgen
3. De vraag naar arbeid neemt toe, dus de lonen dalen
4. Het aanbod van arbeid neemt toe, dus de lonen dalen

Ruime arbeidsmarkt

Krappe arbeidsmarkt

Veel vacatures

Hoge werkloosheid

Vraagoverschot

Aanbodoverschot

goede arbeidsvoorwaarden

De werkgelegenheid neemt volgend jaar met 1000 arbeidsjaren toe. Deze toename bestaat voor een deel uit deeltijd banen. Wat wordt de toename van het aantal banen?

1. 1000 banen
2. meer dan 1000 banen
3. minder dan 1000 banen

Feedback: de uitleg was duidelijk

010

Examenvraag

Examenvraag

Examenvraag

Examenvraag

Zelfstandig oefenen

Bladzijde 48+49 in het boek

Snap je een opdracht niet, laat het mij weten dan help ik je!