8.4 Afvalstoffen

Lesdoelen

  • De uitscheidingsorganen kunnen noemen, samen met de stoffen die ze uitscheiden.
  • De verschillende taken van de lever kunnen benoemen.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen

  • De uitscheidingsorganen kunnen noemen, samen met de stoffen die ze uitscheiden.
  • De verschillende taken van de lever kunnen benoemen.

Slide 1 - Diapositive

Welke organen halen afvalstoffen uit je bloed?
  • De uitscheidingsorganen verwijderen afvalstoffen uit je bloed en brengen het buiten je lichaam.

  • Dit proces noemen we ook wel uitscheiding.

Slide 2 - Diapositive

Wat doet de lever?
De lever haalt stoffen uit je bloed en geeft weer andere stoffen af.

De lever krijgt bloed uit 2 bloedvaten:
1. De leverslagader voert bloed met zuurstof aan.
2. De poortader voert bloed met voedingsstoffen aan vanaf de dunne darm.

Slide 3 - Diapositive

Wat doet de lever?
De lever doet het volgende:

1. Afbreken en omzetten van stoffen.
2. Stoffen maken.
3. Stoffen opslaan.

Slide 4 - Diapositive

Afbreken en omzetten van stoffen.
  • Giftige stoffen
Giftige stoffen zoals alcohol en medicijnen worden afgebroken en onschadelijk gemaakt.
  • Eiwitten
Overtollige eiwitten worden afgebroken. De afvalstof die ontstaat heet Ureum.
  • Rode bloedcellen
'Versleten' rode bloedcellen worden afgebroken. Het ijzer uit de hemoglobine wordt opgeslagen.


Slide 5 - Diapositive

Stoffen maken
  • Gal
De lever kan gal maken. Dit is een stof die helpt bij de vertering. Gal kan worden opgeslagen in de galblaas.

Slide 6 - Diapositive

Stoffen opslaan
  • Glucose
Je lever slaat glucose op. Na het eten zit er veel glucose in je bloed. Het teveel aan glucose slaat de lever op in de vorm van glycogeen.

  • Vitaminen
Je lever slaat ook vitaminen op. Zoals vitamine A en D.

Slide 7 - Diapositive

Zelf aan de slag (8.4)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.

  • Opdracht 1 t/m 10 (WB blz. 80 t/m 82)
  • Zelf samenvatten (schrift) (TB blz. 52 + 53)
  • Samenvatting werkboek opdr. 10 + 11 (WB blz. 86) 
  • Test Jezelf opdr. 11 (WB blz. 89) 
  • Digitaal Werkboek in Cumlaude

Slide 8 - Diapositive

Lesdoelen

  • Kunnen uitleggen hoe de nieren werken.

Slide 9 - Diapositive

Hoe werken de nieren?
De nieren liggen aan de achterzijde van de buikholte.

Beide nieren zijn met een urineleider verbonden met de urineblaas.

Slide 10 - Diapositive

Hoe werken de nieren?
De nieren filteren afvalstoffen uit het bloed:
  • 1. Afbraakproducten uit de lever: zoals ureum of de afbraakresten van alcohol en medicijnen.

  • 2. Overtollige stoffen (die je teveel hebt): zoals zouten, water en sommige vitaminen.

  • 3. Overbodige stoffen (die je niet nodig hebt): zoals kleurstoffen. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Urine
Kleurstof in urine.

Kleurstoffen uit rode bietjes komt uiteindelijk in je urine terecht. Dit zie je in bekerglas 2.

Slide 13 - Diapositive

Zelf aan de slag (8.4)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.

  • Opdracht 1 t/m 13 (WB blz. 80 t/m 83)
  • Zelf samenvatten (schrift) (TB blz. 52 + 55)
  • Samenvatting werkboek opdr. 10 t/m 12 (WB blz. 86) 
  • Test Jezelf opdr. 11 + 12 (WB blz. 89) 
  • Digitaal Werkboek in Cumlaude

Slide 14 - Diapositive