§2.2 Bronnen gebruiken 2F

§2.2 Bronnen gebruiken
Welkom!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

§2.2 Bronnen gebruiken
Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma 13 maart 2025

Huiswerkbespreking §2.1 .
Poëzie
Uitleg over §2.2  Bronnen gebruiken
Leerdoel: Je weet hoe je betrouwbare bronnen kunt vinden.
Huiswerk: Opdracht 1 en 2 op pagina 99 en 100.

Slide 2 - Diapositive

Hoe herken je een gedicht?

  • Vorm  en structuur

  • Taalgebruik

  • Doel en beleving

Slide 3 - Diapositive

Je wilt een tekst schrijven over dancemuziek.
Waar vind je bronnen?

Slide 4 - Question ouverte

Waar vind je bronnen?

  • online              (websites, podcasts en zoekmachines)
  • tijdschriften     
  • boeken
  • interviews of enquêtes 
  • radio-/tv-programma's
  • de bibliotheek/mediatheek

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Waarom is het slim om drie informatiebronnen te vergelijken en zoek je minstens één bron met een tegengesteld standpunt?

Slide 7 - Question ouverte

Betrouwbare bronnen?

  • Checklist betrouwbaarheid

  • Google Scholar; dit is een zoekmachine die je kan gebruiken om wetenschappelijke literatuur te vinden.

Slide 8 - Diapositive

Wat is een URL?
Uniform Resource Locator

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld bronvermelding URL:
Auteur, A. (jaar van uitgave, dag maand). Titel webpagina. Naam website. Geraadpleegd op dag maand jaar, van http://xxxx of https://xxxxx


Felix, N. (2018, 15 maart). Knuffelen we onze wilde dieren dood?  NOS Nieuws. Geraadpleegd op 13 maart 2025, van https://nos.nl/op3/artikel/2222550-knuffelen-we-onze-wilde-dieren-dood.html

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk
Opdracht 1.2  (pagina 99)  Gebruik de Checklist betrouwbaarheid  van Nu Nederlands.    Dus 1.1  maken we niet!
Opdracht 2 Je doet vraag 1, 2,3 ,4 en 5. Bij opdracht 2.4 noteer je de URL.                    
Als je wilt kun je opdracht 2.6 ook doen.
Hoe? alleen.
Als je klaar bent met de opdrachten kijk je alvast naar: §2.3.

Slide 11 - Diapositive