Thema 4. BS 6 Determineren

Determineren
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Determineren

Slide 1 - Diapositive

Deze les leer je:
- Het gebruiken van een determineer tabel

Slide 2 - Diapositive

Determineren 
  • Bepalen van de soortnaam
  • zoekkaart
  • determineertabel
  • Schrijf altijd je 
      keuzes op 

Slide 3 - Diapositive

Determineer tabelen
  • Verschillende soorten tabellen.
  • We gaan er met een paar oefenen.
  • Ik laat zo een dier voor de camera zien.
  • Jij zoekt met behulp van de tabel op bij welke stam dit dier hoort.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Het was een Nautilus en die hoort bij de weekdieren

Slide 6 - Diapositive

Als ik een organisme ga determineren, gebruik ik een determinatietabel en schrijf ik het volgende op:
A
To welk rijk het organisme behoort.
B
De stappen in de determinatietabel.
C
Alleen de naam van het organisme
D
De stappen in de determinatietabel en het rijk, afdeling of groep

Slide 7 - Quiz

Heeft het organisme bladgroenkorrels?
A
Ja, want het is groen
B
nee, het is een dier

Slide 8 - Quiz

Heeft het organisme celwanden?
A
Ja, want het is een plant
B
Nee, het is een dier
C
Ja, want het is een schimmel
D
Nee, het is een bacterie

Slide 9 - Quiz

Heeft het organisme celkern?
A
Ja, want het is een plant
B
Ja, het is een dier
C
Ja, want het is een schimmel
D
Nee, het is een bacterie

Slide 10 - Quiz

Dit organisme hoort bij het rijk ....
A
van de planten
B
van de dieren
C
van de schimmels
D
van de bacteriën

Slide 11 - Quiz

Het dier is ..... symmetrisch
A
veelzijdig
B
tweezijdig

Slide 12 - Quiz

Heeft dit dier een skelet?
A
Ja, een uitwendig skelet
B
Nee, geen skelet
C
Ja, een inwendig skelet

Slide 13 - Quiz

Is het lichaam opgebouwd uit segmenten?
A
Ja, hele lichaam
B
Nee
C
Ja, deels

Slide 14 - Quiz

Het dier heeft .... poten
A
8
B
14
C
10
D
6

Slide 15 - Quiz

Dit dier hoort bij
A
Spinachtigen
B
Kreeftachtigen
C
Insecten
D
Duizendpoten

Slide 16 - Quiz

Het was een vleermuis. En die heeft haren. Die hoort bij de zoogdieren.

Slide 17 - Diapositive

Dier
Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 18 - Question de remorquage

8. Zet de groepen in de juiste volgorde. Boven in de grootste en onderin de kleinste. Onderras komt helemaal onderaan
soort 
ondersoort (ras)
geslacht
familie
orde
klasse
stam
rijk

Slide 19 - Question de remorquage

Sleep de passende stam naar het juiste dier.
Sponsdieren
Neteldieren
Weekdieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Gewervelden

Slide 20 - Question de remorquage

Vogel
Vissen
Amfibieën
Reptielen
Zoogdieren

Slide 21 - Question de remorquage