Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
D1ATh3 Ordenen
B7: Gewervelden
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a.
Slide 1 - Diapositive
Welke groepen gewervelden ken jij?
Slide 2 - Carte mentale
Leerdoel
1. Je leert hoe je de stam van de gewervelden indeelt in groepen
2. Je leert van elke groep de kenmerken noemen
3. Je leert voorbeelden te noemen van dieren die tot een groep behoren.
4. Je leert verbanden tussen de kenmerken te leggen
Slide 3 - Diapositive
Wat weet jij (al) van gewervelden?
Ken je de groepen van de stam 'gewervelden'?
Weet je waaruit het skelet van een gewervelde bestaat?
Ken je de 5 kenmerken die gebruikt zijn om de groepen gewervelden vast te stellen?
Weet je per groep wat de kenmerken zijn?
Kun je van elke groep een paar dieren noemen?
Weet je wat levendbarend betekent?
Kun je uitleggen wat het verschil is tussen warm- en koudbloedig?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Ziek of afwezig of herhaling uitleg?
Kijk het uitleg-filmpje
over het rijk van de dieren
de stam: Gewervelden
5 minuten
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
De stam van de gewervelden
wordt onderverdeeld in 5 groepen
Slide 8 - Diapositive
Neem dit schema over in je schrift, maak grote vakken
Vul in wat je nu weet, later ga je weer meer invullen
Organismen
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Sporenplanten
Zaadplanten
Gewervelden
sponsen
neteldieren
ringwormen
weekdieren
geleedpotigen
stekelhuidigen
Slide 9 - Diapositive
Groepen van de stam 'Gewervelden'
Tweezijdig symmetrisch
Ze hebben een skelet:
Dat skelet bestaat o.a. uit een wervelkolom die opgebouwd is uit wervels
Slide 10 - Diapositive
Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:
1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:
1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:
1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
Slide 15 - Diapositive
https:
Slide 16 - Lien
Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:
1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:
1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu
stam
Slide 20 - Diapositive
Uitzonderingen
Let op:
Bijna alle zoogdieren leven op het land. Er zijn zoogdieren die in het water leven.
Bijna alle vogels kunnen vliegen.
Vogels die niet vliegen, leven op het land en niet in de lucht.
Zoogdier: levend barend - warmbloedig - geen haren - longen
Vogel: kan niet vliegen, legt eieren, warmbloedig, longen
zoogdier: zonder haren, ademhalen met longen, levend barend
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Vissen
kenmerken
Slide 23 - Diapositive
kenmerken
Slide 24 - Diapositive
kenmerken
Slide 25 - Diapositive
Wie zijn warmbloedig?
A
amfibieën en reptielen
B
vissen en amfibieën
C
reptielen en amfibieën
D
geen van de genoemde antwoorden bij A,B,C
Slide 26 - Quiz
kenmerken
Slide 27 - Diapositive
Bij welke dieren verandert tijdens het leven de manier van ademhalen?
A
reptielen
B
zoogdieren
C
vogels
D
amfibiën
Slide 28 - Quiz
kenmerken
Slide 29 - Diapositive
De huid van een gewervelde kan bedekt zijn met:
A
schubben, slijm, veren
B
schubben en slijm
C
Schubben, slijm, veren of haren
D
veren of haren
Slide 30 - Quiz
Tim zegt: Als dieren altijd dezelfde lichaamstemperatuur hebben, zijn ze warmbloedig Karen zegt: Warmbloedige dieren hebben in een warme omgeving een hogere lichaamstemperatuur dan in een koude omgeving
A
beide hebben gelijk
B
beide hebben ongelijk
C
Tim: waar
Karen: nietwaar
D
Tim: nietwaar
Karen: waar
Slide 31 - Quiz
Jo-Anne zegt: Als dieren altijd dezelfde lichaamstemperatuur hebben, zijn ze koudbloedig Randy zegt: Koudbloedige dieren hebben in een warme omgeving een hogere lichaamstemperatuur dan in een koude omgeving
A
beide hebben gelijk
B
beide hebben ongelijk
C
Jo-Anne: waar
Randy: nietwaar
D
Jo-Anne: nietwaar
Randy: waar
Slide 32 - Quiz
Als jongen van gewervelde dieren niet uit eieren komen maar uit de moeder, noem je deze dieren
A
zogen
B
levendbarend
C
bevalling met eieren zonder schaal
D
die planten zich niet voort
Slide 33 - Quiz
Een nijlpaard is een zoogdier. Welk kenmerk van zoogdieren bezit het nijlpaard niet?
A
geen longen
B
koudbloedig
C
huid zonder haren
D
legt eieren
Slide 34 - Quiz
Bij welke dieren verandert tijdens het leven de manier van ademhalen?
A
reptielen
B
zoogdieren
C
vogels
D
amfibiën
Slide 35 - Quiz
Wie legt eieren zonder schaal om zich voort te planten?
A
vissen en reptielen
B
reptielen en amfibieën
C
amfibieën en vissen
D
vissen, amfibieën en reptielen
Slide 36 - Quiz
Een gordeldier is een zoogdier. Welk kenmerk van zoogdieren bezit het gordeldier niet?
A
geen longen
B
koudbloedig
C
legt eieren
D
huid met droge schubben
Slide 37 - Quiz
Bekijk de huid van de vleermuis. Hoe plant de vleermuis zich voort?
A
levendbarend
B
eieren met een leerachtige schaal
C
eieren zonder schaal
D
eieren met een kalkschaal
Slide 38 - Quiz
De vleermuis is
A
warmbloedig
B
koudbloedig
C
afhankelijk van de omgeving warm- of koudbloedig
Slide 39 - Quiz
Pinquïns
A
Huid: veren
Ademhaling: longen
B
Voortplanting: ei kalkschaal
Ademhaling: door de huid
C
Voortplanting : ei kalkschaal
Koudbloedig
D
Huid: veren
Koudbloedig
Slide 40 - Quiz
De leguaan heeft droge schubben. Hoe haalt de leguaan adem?
A
longen
B
kiewen
C
uitwendige kieuwen, longen en door de huid
D
eerst met kieuwen, daarna door de huid
Slide 41 - Quiz
De kiwi (loopvogel) is een zoogdier. Welk kenmerk van zoogdieren bezit de kiwi niet?
A
leeft niet in de lucht
B
koudbloedig
C
legt eieren
D
huid met droge schubben
Slide 42 - Quiz
Hagedissen warmen zichzelf op voordat ze naar voedsel kunnen zoeken. Je ziet ze 's morgens in de zon op een steen.
Stan zegt dat de lichaamstemperatuur van hagedissen 's nachts veel lager is dan overdag. Mena zegt dat de lichaamstemperatuur van hagedissen zowel 's nachts als overdag hetzelfde is.
A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Stan: waar
Mena: nietwaar
D
Stan: nietwaar
Mena: waar
Slide 43 - Quiz
In de winter is het water in de Schipbeek is ongeveer 5 °C.
Tim zegt dat de lichaamstemperatuur van de vissen in de winter veel hoger is dan de temperatuur van het water. Wessel zegt de lichaamstemperatuur van de vissen in de Schipbeek in de winter ongeveer hetzelfde is als de temperatuur van het water.
A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Tim: waar
Wessel: nietwaar
D
Tim: nietwaar
Wessel: waar
Slide 44 - Quiz
Een jonge zeehond heeft een witte vacht. Een volwassen dier heeft een bruine of grijze.
Hoe plant de zeehond zich voort? Is hij warm- of koudbloedig?
A
levendbarend
warmbloedig
B
eieren met een leerachtige schaal
koudbloedig
C
eieren zonder schaal
koudbloedig
D
eieren met een kalkschaal
warmbloedig
Slide 45 - Quiz
Ademen door de huid Welke groep kan dat?
A
Vissen
B
Amfibieën
C
Reptielen
D
Zoogdieren
Slide 46 - Quiz
Welk dier legt eieren en is warmbloedig?
A
dolfijn
B
pad
C
vos
D
buizerd
Slide 47 - Quiz
Milieu is de omgeving waarin een organisme voornamelijk leeft
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 48 - Quiz
Een groep is de naam voor verdere indeling van een stam
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 49 - Quiz
Warmbloedig: de lichaamstemperatuur is altijd even hoog
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 50 - Quiz
Levendbarend: Dieren waarvan de jongen niet uit eieren, maar uit de moeder komen
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 51 - Quiz
Zogen: Het voeden van moedermelk aan een jong dier
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 52 - Quiz
Koudbloedig: De lichaamstemperatuur is gelijk aan de temperatuur van de omgeving