een aantal oorzaken noemen voor de opleving van de handel en de geldeconomie;
uitleggen welk belang stadsbewoners en landsheren hadden bij stadsrechten;
beschrijven dat er in steden groepen mensen met verschillende politieke en economische rechten waren.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Leerdoelen
Na het bestuderen van de paragraaf kan je:
een aantal oorzaken noemen voor de opleving van de handel en de geldeconomie;
uitleggen welk belang stadsbewoners en landsheren hadden bij stadsrechten;
beschrijven dat er in steden groepen mensen met verschillende politieke en economische rechten waren.
Slide 1 - Diapositive
Kenmerkende aspecten
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Toenemende voedselopbrensten in de landbouw door:
het drieslagstelsel (2/3 van de grond kon worden gebruikt i.p.v. 1/2 zoals bij tweeslag)
Woeste gronden werden in gebruik genomen (bossen en moerassen) als akkers (in cultuur gebracht)
Gebruik van een ijzeren ploeg in plaats van hout en gebruik van paarden i.p.v. ossen
Slide 4 - Diapositive
Gevolgen van de toenemende opbrengsten
Bevolkingsgroei en toename handel (overschotten op lokale markten bij waterwegen en kruispunten van landwegen)
Ontstaan van jaarmarkten (lange-afstandshandel) N-Italiaanse steden, Champagnestreek en Oostzeegebied)
Slide 5 - Diapositive
Gevolgen van meer handel (1)
Oude handelscentra groeiden uit tot steden en er ontstonden nieuwe steden
Steden gingen nauw met elkaar samenwerken (12e eeuw: de Hanze: samenwerkingsverband in N-Europa)
Binnen de Hanze golden handelsvoordelen en bescherming van reizende kooplieden (o.a specerijen, graan, wol, wijn, vis)
Slide 6 - Diapositive
Gevolgen van meer handel (2)
Koningen en adel gingen de handel bevorderen/stimuleren (welvaart) door meer veiligheid en snelle rechtspraak
Groeiende vraag naar geld. Het slaan van munten (de Florijn geslagen in Florence en de dukaat in Venetie) waardoor de geldhandel tot ontwikkeling kwam. Steden hadden hun eigen munten (geldwisselaars op markten)
Slide 7 - Diapositive
0
Slide 8 - Vidéo
Economische en politieke rechten
Bewoners onderhandelden met de heer voor speciale stadsrechten (privileges) zoals het recht om: jaarmarkten, rechtspraak, tolvrijheid, verdedigingsmuur.
Heren (graven/hertogen/bisschoppen) gaven stadsrechten in ruil voor belastingen en militaire steun.
Stadsrechten zorgde voor meer vrijheden voor een stad!
Slide 9 - Diapositive
Stadsbewoners
Mensen met burgerrecht vormden de burgerij. Zij hadden voorrechten zoals betere rechtspraak en bestuursfuncties
Rijke families met bestuursfuncties werden patriciërs genoemd
Mensen zonder burgerrecht: armen, ongeschoolde arbeiders (sjouwers) konden soms door huwelijk of een geldsom wel burgerrecht krijgen/kopen.
Slide 10 - Diapositive
Gilden
Om concurrentie tegen te gaan en de kwaliteit en prijzen zo te bewaren werden gilden gesticht
Leden hadden allemaal hetzelfde beroep
Als je geen lid was van een gilde mocht je dat beroep niet uitoefenen
Om het vak te leren ging je bij een meester van het gilde in de leer
Slide 11 - Diapositive
0
Slide 12 - Vidéo
De zwarte dood
Tussen 1300 en 1450 nam de bevolkingsomvang dramatisch af
Belangrijkste oorzaak was de pest (1/3 van de bevolking stierf)
Deze bevolkingsafname leidde tot crisis in de landbouw door een verminderde vraag naar voedsel
Door lage voedselprijzen steeg wel de algehele levensstandaard en kon de langeafstandshandel groeien
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Begrippen
Drieslagstelsel: een manier om een graanakker zo nuttig mogelijk te gebruiken, door in één jaar een derde van het land in de herfst in te zaaien, een derde van het land in de lente en een derde van het land braak te laten liggen.
Geldeconomie: een economie waarin geld het voornaamste ruilmiddel is.
Privilege: een uitzonderlijk voorrecht van een bepaalde persoon of een groep personen.
Stadsrecht: het recht van een plaats op eigen bestuur en eigen rechtspraak.
Burgerij: belangrijkste groep bewoners van een stad, de mensen die het burgerrecht hebben.
Patriciër: lid van een machtige en belangrijke familie in een stad..
Gilde: een vereniging van mensen met hetzelfde beroep (meestal handelaren of ambachtslieden) die de gezamenlijke belangen behartigt.