Zinsvolgorde en aanhef A2 - Blok 1 Jaar 1

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

Engels op A2 niveau: Zinsvolgorde en aanhef

Leerdoel:

Aan het einde van de les kun je de zinsvolgorde in het Engels op A2 niveau uitleggen en toepassen, en weet je hoe je een goede aanhef maakt.

Wat weet je al over de zinsvolgorde in het Engels?

Zinsvolgorde in het Engels

De zinsvolgorde in het Engels is: 

onderwerp - werkwoord - rest van de zin. 

Je kent dit misschien ook als:

wie - doet - wat?

                                                    Voorbeelden -->

Oefeningen zinsvolgorde

In de volgende slide staan zinnen die in stukken zijn gehakt. Je gaat de zinnen in de juiste volgorde zetten.

Houd deze volgorde aan: 

onderwerp (wie) - werkwoord (doet) - rest v/d zin (wat?)

1.

2.

3.

4.

5.

She

watches

is

playing

He

tennis

is

Jasmin

always

dancing

Atik

is

wrong

always

paint

Roos

loves

to

football

But wait.. there's more! (I'm so sorry)

Je hebt geoefend met het onderwerp en het werkwoord van de zin. Het stukje "de rest van de zin" is nog een vaag begrip. Let's break it down.

De rest van de zin kun je opdelen in (wat) - waar - wanneer. 

Plaatsbepaling. What is that?

Tijdsbepaling. What is that?

Wat schrijf je eerst in een zin in het Engels, tijd of plaats?

Hint: denk aan het alfabet.

Tijd komt eerst

Plaats komt eerst

Samenvatting

Volgorde van een zin: wie -doet - wat - waar - wanneer

Bijwoord: over het algemeen vóór werkwoord

Plaats voor tijd (think alphabet)

                 Nu nog één oefening 

                over zinsvolgorde:

1.

2.

3.

4.

5.

Onur

went to

will call

me

Kimberly

next week

are never

Mike and Sarah

at school

on time

Yacintha

is usually

at 4 o' clock

home

last week

Ella and Zara

ate

icecream

the beach

yesterday

Aanhef in het Engels

Een goede aanhef in het Engels begint met 

- 'Dear' gevolgd door de naam van de ontvanger of 'Sir/Madam' als de naam niet bekend is. 

Nu is het tijd om zelfstandig te oefenen met het toepassen van zinsvolgorde en een goede aanhef in schrijfopdrachten.

Voorbeeld schrijfopdracht

Schrijf een brief (100-150 woorden) aan een vriend/vriendin over je favoriete hobby en gebruik een goede aanhef. Verwerk in je brief:

1. Goede aanhef (-en inleiding, kern & slot)

2. Vraag hoe het gaat

3. Benoem je favoriete hobby en geef drie redenen waarom dit je favoriet is

4. Vraag wat de favoriete hobby van je vriend/vriendin is

5. Goede afsluiting (zelf verzinnen, bespreken we in een andere les)

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.