Objectief en subjectief

Objectief en subjectief

Aan het einde van de les weet de leerling:
- Het verschil tussen objectief en subjectief.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Objectief en subjectief

Aan het einde van de les weet de leerling:
- Het verschil tussen objectief en subjectief.

Slide 1 - Diapositive

Objectief
Wanneer ben je objectief?:
- Omschrijf de feiten
- Geen mening geven aan de situatie
- Objectieve observaties lijken ook op elkaar. Het is namelijk alleen wat je ziet.

Slide 2 - Diapositive

Subjectief

Wanneer ben je subjectief?:
- Bij het bekijken van een situatie/plaatje geef je jouw mening.
- Je omschrijft de situatie vanuit jouw mening en gevoelens.
- Subjectief kan van elkaar verschillen, iedereen heeft namelijk zijn eigen mening en gevoelens bij een bepaalde situatie.

Slide 3 - Diapositive

Oefening: objectief
- Schrijf op wat je ziet.
- Overleg dit samen met iemand die naast je zit.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Oefening:subjectief
- Schrijf je mening/gevoelens over dit plaatje op.
- Overleg dit samen met iemand die naast je zit.

Slide 6 - Diapositive

In een subjectieve tekst staan alleen meningen.
Juist
Onjuist

Slide 7 - Sondage

In een objectieve tekst staan alleen feiten.
Juist
Onjuist

Slide 8 - Sondage

Op maandagochtend 23 januari is mijn fiets gestolen. Ik ben naar het politiebureau gegaan om aangifte te doen.
Objectief
Subjectief

Slide 9 - Sondage

Ik vond het heel jammer dat ze niks met mijn aangifte konden doen. Ik was erg verdrietig.
Objectief
Subjectief

Slide 10 - Sondage

De politieagent was erg lief en is met mij mee naar buiten gelopen. Daarna wenste hij mij een fijne dag. Ook dat vond ik erg attent van hem.
Objectief
Subjectief

Slide 11 - Sondage

Herhaling
Is het verschil tussen objectief en subjectief duidelijker?

Nog een oefening.

Slide 12 - Diapositive

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd .
Objectief
Subjectief

Slide 13 - Sondage

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg.
Objectief
Subjectief

Slide 14 - Sondage

Het is het mooiste huis van de straat.
Objectief
Subjectief

Slide 15 - Sondage

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
Objectief
Subjectief

Slide 16 - Sondage

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
Objectief
Subjectief

Slide 17 - Sondage

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
Objectief
Subjectief

Slide 18 - Sondage

Dus, wat is het verschil tussen objectief en subjectief?

Slide 19 - Question ouverte