Hoofdstuk 5 - Begrijpend lezen

Hoofdstuk 5
Mening - argumenten - conclusie
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5
Mening - argumenten - conclusie

Slide 1 - Diapositive

Instructie
Werk elke slide één voor één door. Lees goed wat er verteld wordt en maak alle opgaven en vragen. 


Slide 2 - Diapositive

Legenda
  • Theorie 
  • Oefening
  • Extra oefening
  • Extra uitdaging
  • Herhaling
  • Evaluatie

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Signaalwoorden voor een mening:
- Ik vind (hij vindt, zij vindt, wij vinden etc.)
- Ik denk (hij denkt, zij denkt, wij denken etc.)
- Volgens mij (volgens hem, volgens haar, volgens ons etc.)
- Naar mijn mening

* De mening van de schrijver start vaak al in de inleiding

Slide 5 - Diapositive

Signaalwoorden voor een argument:
- want
- omdat
- namelijk
- immers

* Argumenten vind je meestal in het middenstuk

Slide 6 - Diapositive

Signaalwoorden voor een conclusie:
- dus
- concluderend dat
- dat betekent
- Tot slot

* De conclusie vind je meestal in de laatste alinea


Slide 7 - Diapositive

Wat vind jij van het feit dat er geen eten te koop is op school. Vertel je mening en gebruik een argument waarom je dit vindt.

Slide 8 - Question ouverte

Kijk nog eens naar je antwoord op slide 8. Welk signaalwoord voor je argument heb je gebruikt?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Maak de zin af:

Sommige alinea's hebben met elkaar te maken. Dat noem je een.....

Slide 11 - Question ouverte

Maak de zin af:

Het soort tekstverband kan je bepalen door te letten op de ........

Slide 12 - Question ouverte

Sleep de signaalwoorden naar de juiste vakken van het bijbehorende tekstverband.
Opsomming
Tegenstelling
Echter
Ten derde
en
hoewel
daarentegen
ook nog
tegenover
verder

Slide 13 - Question de remorquage

Voorbeeld
Tegenstelling
Opsomming
Oorzaak-Gevolg
ten slotte
tegenover
neem nou
verder
om te beginnen
onder andere
daardoor
hoewel
denk aan
waardoor

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Instructie
De volgende vragen gaan over de tekst op bladzijde 129 en 130 in je boek. 'Snot als gezonde snack'.

Slide 17 - Diapositive

Welk signaalwoord voor tegenstelling staat in alinea 1?

Slide 18 - Question ouverte

Welk signaalwoord voor conclusie staat in alinea 3?

Slide 19 - Question ouverte

Welk signaalwoord voor argument staat in alinea 3?

Slide 20 - Question ouverte

Welk signaalwoord voor tegenstelling staat in alinea 4?

Slide 21 - Question ouverte

De tekst eindigt met een:
A
argument
B
conclusie
C
mening

Slide 22 - Quiz

Opdracht
De stelling is: School moet weer eten verkopen in de kantine.
Schrijf een kort stukje van minimaal 3 alinea's waarin je vertelt of je het hier wel of niet mee eens bent.
Geef 2 argumenten voor of tegen de stelling en sluit jouw artikel af met een korte conclusie.
Als je klaar bent, laat je je werk aan mij zien.

Slide 23 - Diapositive

Zoek op internet een artikel met een overtuigende tekst. Dus een tekst waarin iemand duidelijk een mening heeft. Maak een screenshot en upload deze hier.

Slide 24 - Question ouverte

Je hebt nu 3 hoofdstukken over verbanden en signaalwoorden gehad. Hoe is dat gegaan? Hoe ging het zelfstandige werken. Schrijf een uitgebreid antwoord. Wat was makkelijk en wat vond je lastig?

Slide 25 - Question ouverte

Einde hoofdstuk 5.

Slide 26 - Diapositive