Formatieve toets Hoofdstuk 2 Aarde klimaat

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Het subtropisch
maximum ligt
volgens de afbeelding op ...

1. O graden breedte
2. 30 graden breedte
3. 60 graden breedte
4. go graden breedte

Op hoeveel graden breedte
ligt de ITCZ als je naar
deze bron kijkt?

1. 90
2. 60
3. 30
4. 0

Welke data passen
bij de afbeelding?

1. 22 december
2. 21 maart en 23 september
3. 21 juni

Welke wind waait er volgens
deze bron tussen 0 en 30 graden NB?

1. een noordoostpassaat
2. een zuidwestmoesson
3. een zuidoostpassaat
4. een noordwestmoesson

Deze verdeling van
de luchtdrukgebieden
gaat over

1. Januari
2. Maart
3. Juli
4. September

Welke antwoord antwoorden is juist?
Wanneer er sprake is van een hogedrukgebied
dan hebben we meestal te maken met ...

1. kans op neerslag
2. bewolking
3. helder weer
4. is het nat

Bij de evenaar valt in Afrika veel meer neerslag dan bij de
Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring.
Leg het ontstaan van dit verschil in neerslag uit aan de hand van de
overheersende luchtdruk bij de evenaar en de overheersende luchtdruk bij
de keerkringen. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

De Zuidwestmoesson in Juli bij India ...

1. is aflandig en zorgt voor droogte
2. is aflandig en zorgt voor neerslag
3. is aanlandig en zorgt voor droogte
4. is aanlandig en zorgt voor neerslag

Het klimaatsysteem van Köppen is gebaseerd op

1. temperatuur
2. neerslag
3. wind
4. natuurlijke plantengroei

Welk klimaat van het klimaatsysteem van Köppen komt niet of nauwelijks voor op het Zuidelijk Halfrond?

1. A
2. B
3. C
4. D

Hoe heten de blauwe
lijnen op de weerkaart?

1. isothermen
2. isolijnen
3. isobaren
4. hoogtelijnen

Welke wind waait er volgens deze
weerkaart aan de westkust van Ierland?
Leg dit uit m.b.v. de wet van Buys Ballot.

Bij een Cs-klimaat groeien vooral ...

1. loofbomen
2. naaldbomen
3. struiken en mossen
4. kurkeiken

De boreale zone bestaat vooral uit ...

1. loofbomen
2. naaldbomen
3. struiken en mossen
4. grassen

Deze grafiek is van een ...

1. As-klimaat
2. Aw-klimaat
3. Af-klimaat
4. BS-klimaat

Welk van de onderstaande antwoorden is GEEN voorbeeld van een klimaatfactor

1. breedteligging
2. hoogteligging
3. bodem
4. type oppervlak

Twee beweringen:
1. Een koude zeestroom is wat temperatuur betreft altijd kouder dan een warme zeestroom
2. Bij een koude zeestroom voor de kust is de kans op neerslag kleiner dan bij een warme zeestroom

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, 2 onjuist
4. Bewering 1 is onjuist, 2 juist

2 beweringen:
1. In de boreale zone groeit vooral naaldbos
2. Door klimaatverandering zal het toendraklimaat op het Noordelijk Halfrond naar het zuiden opschuiven

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, 2 onjuist
4. Bewering 1 is onjuist, 2 juist

In het oosten van Afrika komen drie hoofdklimaten uit het systeem van
Köppen voor. Twee van deze hoofdklimaten zijn de A- en B-klimaten.
Geef aan  welk hoofdklimaat uit het systeem van Köppen nog meer voorkomt in Oost-Afrika;
 welk gebiedskenmerk ervoor zorgt dat dit klimaat voorkomt in
Oost-Afrika.

Er zijn verschillende soorten plaatbewegingen. Bij een van deze bewegingen vindt subductie plaats. Geef aan:
• bij welke plaatbeweging subductie optreedt.
• wat er bij subductie gebeurt.
• wat daarbij op de zeebodem ontstaat.

Zuid Spanje wordt gekenmerkt door een Cs-klimaat, dit komt omdat in de zomer ...

1. de wind vaak aflandig is
2. de wind vaak aanlandig is
3. er dan vaak sprake is van lage druk

Waarom komt de boreale zone nauwelijks voor op het Zuidelijk Halfrond?

Leg uit waarom er op de evenaar een E-klimaat kan voorkomen

Twee beweringen:
1. Door klimaatverandering zal de toendra verder naar het zuiden opschuiven
2. Het versterkt broeikaseffect is een mondiaal probleem

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, 2 onjuist
4. Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Noem drie voorbeelden van landdegradatie en geef ook mogelijke oplossingen aan om dit te voorkomen in de toekomst

In de Sahel, net ten zuiden van de Sahara, is de veehouderij een
belangrijk bestaansmiddel.
Leg uit dat de veehouderij in de Sahel bijdraagt aan verwoestijning.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Twee beweringen:
1. In het Middellandse Zeegebied is de waterbalans in de zomer positief
2. In het Middellandse Zeegebied is de variabiliteit in neerslag laag

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, 2 onjuist
4. Bewering 1 is onjuist, 2 juist

De Franse rivier de Loire vervoert het minste water in de zomer. Geef de oorzaak van deze lage afvoer.

Op de afbeelding zie je het eiland Vulcano in de Tyrrheense Zee bij Italië.
De top van deze vulkaan is verdwenen. Geef aan:
• wat voor type vulkaan Vulcano was.
• met welk type vulkanisme je hier te maken hebt.
• wat voor type het nu is.

Bekijk de afbeelding. De oceaanbodem duikt naar beneden de mantel in, wordt omgesmolten en stijgt op. Hieronder staan vijf processen die plaatsvinden tijdens dit wegduiken. Zet de nummers van deze processen in de juiste volgorde.
1 magma wil omhoog
2 oceaanbodem smelt
3 vulkaanuitbarsting
4 oceaanbodem duikt naar beneden
5 gesmolten gesteente vermengt met water

1. 2, 4, 1, 5, 3
2. 4, 5, 2, 1, 3
3. 5, 4, 2, 1, 3
4. 4, 2, 5, 1, 3

Twee beweringen:
1. Schildvulkanen komen vooral voor bij divergente plaatbewegingen
2. Als er na een uitbarsting van een vulkaan een caldera is ontstaan, dan was er sprake van een effusieve eruptie

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, 2 onjuist
4. Bewering 1 is onjuist, 2 juist