5.2 verschillende soorten media

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Verschillende soorten media

Wat gaan we vandaag doen?

- PTA bekijken

- Herhaling

- Instructie

- In stilte werken & cijfers

PTA bekijken

Herhaling 5.1 

Leg in je eigen woorden uit wat communicatie betekent

Communicatie bestaat altijd uit een zender en een ontvanger

1. Waar
2. Niet waar

Wat zien we op het plaatje?

1. Massacommunicatie
2. Persoonlijke communicatie

Om welke verschillende redenen wordt media gebruikt?

Lesdoelen

- Aan het eind van de les weet je wat voor verschillende soorten media er zijn

- Aan het eind van de les weet je wat het verschil is tussen een kwaliteitskrant en een populaire krant

- Aan het eind van de les weet je wat de mediawet is en wat deze betekent. 

Samen lezen

Paragraaf 5.2
Blz. 72

Populaire krant

- Richt zich op sensatie

- Veel aandacht naar sport en criminaliteit

Voorbeeld: AD, Telegraaf, Metro

Kwaliteitskrant

- Richt zich op achtergrondinformatie 

- Veel aandacht voor economisch en politiek nieuws

voorbeeld: Volkskrant, NRC, Trouw

Titel: Aantal maandelijkse bezoekers nieuwssites

Beantwoord de volgende vragen

- Is er een toe of afname in het bekijken van nieuwssites?

- Welke nieuwssite wordt het meest bekeken? Waarom denk je? 

- Waarom was er een piek op de nieuwssites in februari 2020?

Samen lezen

Televisie en radio

bladzijde 72

De omroep

Organisaties die via radio, tv en internet informatie uitzenden naar een groot publiek.

Kortom, massacommunicatie

Is de omroep persoonlijke communicatie of massacommunicatie

1. Persoonlijke communicatie
2. Massacommunicatie

Commerciële omroep

- Doel: geld verdienen

- Zendtijd verkopen

voorbeeld: RTL 4, SBS6

Publieke omroep

- Geld van de overheid

- Ze moeten zich houden aan de mediawet 

voorbeeld: npo 1, npo 2, Zapp

De mediawet

Programma's maken voor verschillende doelgroepen

- Jongeren

- Gelovigen

- Ouderen

Pluriform: veelzijdig aanbod

Samen lezen

On demand

Bladzijde 73

Vroeger

 - Televisie kijken op één tijdstip

Nu

- Door de opkomst van het internet kun je overal dingen kijken wanneer je wilt. 

In stilte werken

Wat: maak opdracht: 9, 11, 12, 13

Hoe: Dit doe je de eerste 10 minuten zelfstandig én in stilte

Hulp: heb je een vraag? Stel deze aan de docent

Tijd: 10 minuten in stilte en daarna mag je overleggen

Uitkomst: Je hebt de dikgedrukte woorden in 5.2 toegepast

Klaar: Leer de dikgedrukte begrippen