Ademhaling bij dieren

Ademhaling bij dier

en mens


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Ademhaling bij dier

en mens


Slide 1 - Diapositive

Ook dieren hebben 
 zoals Insecten
zuurstof nodig.
en Vissen

Slide 2 - Diapositive

ademhaling
  • Je ademt om zuurstof op te nemen. 
  • Dat gebruik je voor verbranding, Om te kunnen bewegen.
  • Ook geef je koolstofdioxide af, dat ontstaat door verbranding.
  • Zuurstof wordt opgenomen in je longen en vervoert naar je lichaam in het bloed.

Slide 3 - Diapositive


Insecten hebben een open bloedsomloop. Deze bestaat uit 1 ader. Zuurstof wordt vervoert in tracheën, dus niet in het bloed.

Twee stelsels

Slide 4 - Diapositive

Tracheeën
  • Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
  • Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam.
  • Dit systeem staat los van de bloedsomloop.

Slide 5 - Diapositive

ademen
Insecten bewegen vaak met hun achterlijf. 
De spieren trekken samen: uitademen
Als de spieren ontspannen is het insect weer recht: inademen
Hierdoor stroomt de lucht naar binnen en naar buiten.
De opening heet stigma, de buisjes heten tracheën.

Slide 6 - Diapositive

Bij vissen gaat het water langs de kieuwen . Deze nemen (net als onze longen) zuurstof op en geven koolstofdioxide af.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Amoebe
  • Eencellig organisme.
  • Ademhaling via de celmembraan.
  • Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide door de celmembraan.

Slide 10 - Diapositive

Vogels
  • Ademhaling via longen.
  • longen hebben luchtzakken
  • tegenstroomprincipe

Slide 11 - Diapositive

De lucht gaat via de luchtpijp en de bronchiën in hoofdzaak naar de achterste luchtzakken en voor een deel naar de longen.

Slide 12 - Diapositive

De lucht stroomt uit de achterste luchtzakken naar de longen, de lucht is hier nog zuurstofrijk. De aanwezige lucht wordt hierdoor verdreven

Slide 13 - Diapositive

 de oude zuurstof arme lucht, stroomt uit de longen naar de voorste luchtzakken.

Slide 14 - Diapositive

De lucht, zuurstof arm, wordt uit de voorste luchtzakken geperst om naar buiten te gaan

Slide 15 - Diapositive

Waar gebruiken insecten en vissen de zuurstof voor?

Slide 16 - Question ouverte

Welke andere vormen van ademhaling zijn er naast de longen?

Slide 17 - Question ouverte

hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
long
B
kieuw
C
trachee
D
maag

Slide 18 - Quiz

hoe halen vissen adem
A
met tracheeën
B
met longen
C
met kieuwen
D
ze halen geen adem

Slide 19 - Quiz

Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf, waarom maakt hij deze bewegingen.
A
Om dat hij ADHD heeft
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om adem te halen

Slide 20 - Quiz

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

opdrachten

Slide 22 - Diapositive