Spelling blok 1 en 2

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm?
3 mogelijkheden

Slide 2 - Question ouverte

Wat wordt er bedoeld met het hele werkwoord?

Slide 3 - Question ouverte

Schrijf de stam op van;
lezen, schrijven, horen, lopen

Slide 4 - Question ouverte

Wat zijn de regels voor de p.v. in de tegenwoordige tijd

Slide 5 - Question ouverte

Wat wordt er bedoeld met klank veranderende werkwoorden?

Slide 6 - Question ouverte

Wanneer gebruik je het 't kofschip?

Slide 7 - Question ouverte

Wat zijn de regels spelling bijvoeglijk naamwoord?

Slide 8 - Question ouverte

Regels Engelse werkwoorden

Slide 9 - Question ouverte

Ons vliegtuig (landen) veel later dan gepland.
A
landt
B
landde
C
geland
D
lant

Slide 10 - Quiz

Mijn ouders (wachten) vast al langer in dan een uur in de aankomsthal.
A
wachtten
B
wachtte
C
wacht
D
wachten

Slide 11 - Quiz

Vanwege de mist (landen) vandaag alle vliegtuigen later.
A
landde
B
geland
C
landen
D
land

Slide 12 - Quiz

Wat (vinden) jij van onze nieuwe gymleraar?
A
vindt
B
vind
C
vint
D
vinden

Slide 13 - Quiz

Karim (vinden) hem veel te streng.
A
vinden
B
vindt
C
vind
D
vint

Slide 14 - Quiz

Maar ik (vinden) hem eigenlijk wel aardig.
A
vind
B
vindt
C
vint
D
vinden

Slide 15 - Quiz

Op het slaapfeestje van Roos ( maken) we veel selfies (v.t.)
A
makten
B
maakten
C
maak
D
makte

Slide 16 - Quiz

Het (sneeuwen) gisteren de hele dag!

A
sneeuwte
B
sneeuw
C
sneeuwde
D
sneeuwden

Slide 17 - Quiz

Toen wij de hond (aaien), begon hij te grommen.
A
aaide
B
aaite
C
aaiden
D
aaiten

Slide 18 - Quiz

Mijn vader (brengen) bracht zijn auto naar de garage. (vt)
A
brengen
B
brengt
C
bracht

Slide 19 - Quiz

Mijn moeder (branden) haar hand aan de oven. (vt)
A
brandde
B
brandt
C
brandte
D
branden

Slide 20 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van "passen"

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van "gooien

Slide 22 - Question ouverte

Maak van het woord 'geblust' een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 23 - Question ouverte

Maak van het woord 'verlaat' een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 24 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk naamwoord van 'verlaat'

Slide 25 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk naamwoord van 'gered'

Slide 26 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk naamwoord van "verpot"

Slide 27 - Question ouverte

Wat is juist geschreven
A
ik fax
B
ik faxt
C
ik faxde

Slide 28 - Quiz

Wat is de ik vorm en hij vorm van downloaden

Slide 29 - Question ouverte