Mens en omgeving hoofdstuk 3

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Mens en omgeving

Textiel verzorgen.

Doelen:

De leerling kan online inloggen in de methode.

De leerling hoe je moet schoonmaken.

De leerling weet hoe vaak je moet schoonmaken.

Vandaag is mijn stemming

😒🙁😐🙂😃

Textiel:

Wat is textiel?

Waarvoor wordt het gebruikt?

Functie van textiel.

Materialen:

Natuurlijke grondstoffen: plantaardig en dierlijk.

Kunstmatige grondstoffen: half synthetisch en synthetisch.

Klassikaal blz 143 en 146 doorlezen

Opdracht:

Lezen blz. 143 t/m 146.

Maken opdracht 3.01 (blz. 144) en opdracht 3.02 (blz. 144) en opdracht 3.03 (blz. 145).

Etiketten:

Behandelingsetiket: hoe je het product behandelen.

Samenstellingsetiket: het materiaal waarvan het textiel is gemaakt. 

Klassikaal blz 150 en 151 doornemen uit boek

Kwartetspel:

Spelen kwartetspel over grondstoffen textiel.

Opdracht:

Lezen blz. 148 t/m 151.

Maken opdracht 3.06 (blz. 149) en opdracht 3.08 (blz. 151), opdracht 3.09 (blz. 152) en opdracht 3.10 (blz. 153).

Uitleg praktijkopdracht 3.2:

Collage maken: Lezen praktijkopdracht 3.2.

Uitleg opdracht.

Maken van de opdracht.

Inleveren digitaal bij de docent

Wasproces:

Sorteren: kleur, grondstof, vuilheid, kleuren, nieuw wasgoed.

Handelingen voor het wassen.

Handwas.

Docent geeft demo van soorten wassorteren en uitleg etiket

Uitleg wasmachine:

In de wasruimte:

Deur, wasmiddelbakje, knoppen temperatuur, wasprogramma, centrifugeren, soort was.

Uitleg wasprogramma: hoofdwas, voorwas, spoelen, centrifugeren.

Uitleg wasmiddel:

In de wasruimte:

Vloeibaar, poeder.

Licht bonte was: bontwasmiddel.

Donker bonte was: bontwasmiddel voor donkere kleuren.

Witte was: wasmiddel voor witte was.

Wolwas en fijne was: wasmiddel voor fijne was.

Opdracht:

Lezen blz. 153 t/m 163.

Maken opdracht 3.11 (blz. 154) en opdracht 3.12 (blz. 155), opdracht 3.14 (blz. 156), opdracht 3.16 (blz. 158), opdracht 3.18 (blz. 160), opdracht 3.19 (blz. 161) en opdracht 3.21 (blz. 163).

Opdracht na de film:

Maken opdracht 3.24 (blz. 165) en opdracht 3.25 (blz. 165).

Lezen blz.169. 

Maken opdracht 3.30 (blz. 170).

Opdracht strijken:

Strijken en opvouwen van een kledingstuk.

Blz 46 doorlezen en in duo opdracht uitvoeren. 

Ll 1: strijkt

ll 2: beoordeeld (zie blz 46)

Wissel van rol

Nakijken opdrachten:

Nakijken: 3.11, 3.12, 3.14, 3.16, 3.18, 3.19, 3.21, 3.24, 2.25, 3.30.

Opdracht afsluiting:

Maken opdracht 3.31 (blz. 171).

Waarop moet je vooral letten als je de was gaat sorteren?

1. op de grootte van de kledingstukken
2. op de hoeveelheid kledingstukken
3. op de materialen waarvan de kleding gemaakt is
4. op welke temperatuur je de kleding mag strijken

Wat betekent ergonomisch werken?

1. hygienisch werken
2. schoon werken
3. veilig werken
4. goed op je lichaam letten

Mag je dit stofje strijken?

1. Ja
2. Nee

De hoofdgroepen voor het sorteren van was zijn:

1. witte was, bonte was, fijne was, nieuwe was
2. licht en donkergekleurde was, wolwas, synthetische was
3. witte was, bonte was, fijne was, handwas
4. lichtgekleurde was, donkergekleurde was, handwas, synthetische was

In textiel vind je 2 etiketten

1. behandelingsetiket en samenstellingsetiket
2. behandelingsetiket en maat-etiket
3. samenstellingsetiket en maat-etiket
4. maat-etiket en merketiket

Waar let je op bij strijken?

1. Temperatuur
2. Volgorde
3. Ergonomisch werken
4. Alle antwoorden zijn goed

Wat is textiel?

1. Geweven stof
2. Een houtsoort
3. Plastic

Wat is synthetisch textiel?

1. Kunststof
2. Natuurlijk

Dit symbool betekent

.... strijken

1. koud
2. lauw
3. warm
4. heet

Voordat je de was in de wasmachine doet:

1. Vouw je het op
2. Doe je kledingstukken binnenste buiten
3. Droogrekjes klaar zetten
4. Wasmand klaarzetten

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.