De Passieve Stem: Hoe werkt het?

De Passieve Stem: Hoe werkt het?

Doel van de les

Aan het einde van de les zul je in staat zijn om de passieve stem te herkennen en te gebruiken in Nederlandse zinnen.

Introduceer de doelstelling van de les aan de studenten.

Wat weet je al over de passieve stem?

Wat is de passieve stem?

De passieve stem is een grammaticale constructie waarbij het onderwerp van de zin het lijdend voorwerp is. Het wordt gevormd met de hulpwerkwoorden 'worden' of 'zijn' en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord.

Definieer de passieve stem en geef een voorbeeld.

Actieve vs Passieve Stem

In de actieve stem is het onderwerp van de zin degene die de actie uitvoert. In de passieve stem is het onderwerp van de zin degene die de actie ondergaat.

Vergelijk de actieve en de passieve stem en geef een voorbeeld.

Hoe wordt de passieve stem gevormd?

De passieve stem wordt gevormd met het hulpwerkwoord 'worden' of 'zijn' en het voltooid deelwoord van het werkwoord.

Leg uit hoe de passieve stem wordt gevormd en geef een paar voorbeelden.

Wanneer wordt de passieve stem gebruikt?

De passieve stem wordt gebruikt wanneer de nadruk ligt op het lijdend voorwerp in plaats van op de persoon of het ding dat de actie uitvoert.

Leg uit wanneer de passieve stem in het Nederlands wordt gebruikt en geef voorbeelden.

Passieve zinnen omzetten naar actieve zinnen

Om een passieve zin om te zetten naar een actieve zin, moet je het lijdend voorwerp als onderwerp van de zin nemen en het werkwoord in de actieve vorm zetten.

Geef instructies over hoe je een passieve zin kunt omzetten naar een actieve zin en geef voorbeelden.

Oefening

Zet de volgende passieve zinnen om naar actieve zinnen: 'De taart werd gebakken door mijn moeder.' en 'De brief zal morgen bezorgd worden.'

Geef de studenten tijd om de oefening te maken en bespreek de antwoorden samen.

Samenvatting

De passieve stem is een grammaticale constructie waarbij het onderwerp van de zin het lijdend voorwerp is. Het wordt gevormd met de hulpwerkwoorden 'worden' of 'zijn' en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Het wordt gebruikt wanneer de nadruk ligt op het lijdend voorwerp in plaats van op de persoon of het ding dat de actie uitvoert.

Vat de belangrijkste punten van de les samen voor de studenten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.