lesson Monday after Xmas

Cas
Wessel
Elias
Tuana
Tygo 
Samya
Luceen
Jayden
Amber 
Luit 
Stijn
Jenny
Coen
Jasmin
Ayda
Stefan 
Jelle
Fouad
Daan
Ece
Arthur
Valentijn
Teacher 
Blackboard 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EnglishUpper Secondary (Key Stage 4)

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Cas
Wessel
Elias
Tuana
Tygo 
Samya
Luceen
Jayden
Amber 
Luit 
Stijn
Jenny
Coen
Jasmin
Ayda
Stefan 
Jelle
Fouad
Daan
Ece
Arthur
Valentijn
Teacher 
Blackboard 

Slide 1 - Diapositive

Planning for today
Discussing the plans and goals 
5 minutes
Passive Voice 
10 minutes
Prepositions of time and place 
5 minutes
Last tips for the test 
10 minutes 
Work on your own 
10 minutes
Homework: slim stampen finish up!!
Goal: After this lesson you have revised prepositions and passive voice 

Slide 2 - Diapositive

Plan for this week 
Today: focus on grammar
Tomorrow: focus on vocab and stones 
Friday: test chapter 2 

Slide 3 - Diapositive

Looking back ...
  • Summarize  the Past Perfect in 2-3 sentences 
  • Explain the difference between :
When she called I had finished my work.
                                and
I had to finish my work. 

Slide 4 - Diapositive

Today
Passives part 2 - rewriting from active to passive 
This is a trick to help you understand and use the passive, which is why I make you do it - here and on the test. 

Slide 5 - Diapositive

Meewerkend voorwerp
Persoonsvorm
Bijwoordelijke bepaling
Onderwerp
Lijdend voorwerp
The teacher
gave
us
a lot of homework
yesterday

Slide 6 - Question de remorquage

Meewerkend voorwerp
Persoonsvorm
Bijwoordelijke bepaling
Onderwerp
Lijdend voorwerp
JK Rowling
got
the idea for Harry Potter
on a train

Slide 7 - Question de remorquage

Passive

Slide 8 - Diapositive

Stappen bij herschrijven van active naar passive

1. Heeft de actieve zin een meewerkend voorwerp? Dit wordt onderwerp van de passieve zin en komt vooraan in de zin..
2. Heeft de actieve zin wel een lijdend voorwerp, maar geen meewerkend voorwerp? Het lijdend voorwerp wordt onderwerp van de passieve zin en komt vooraan in de zin
3. Geen lijdend én geen meewerkend voorwerp? Je kunt de zin niet passief maken.
4. Kijk naar de tijd waarin de persoonsvorm staat. Present simple? Schrijf op am / is / are. Past simple: schrijf op was / were. Hulpwerkwoord? Schrijf het hulpwerkwoord over en zet er be achter.
5. Zet het oorspronkelijke hoofdwerkwoord in het voltooid deelwoord.
6. Is je meewerkend voorwerp onderwerp geworden? Dan komt het lijdend voorwerp van de actieve zin als lijdend voorwerp in de passieve zin, direct na het voltooid deelwoord.
7. Zet er eventueel by + het oorspronkelijke onderwerp bij als dit zin heeft. 
8. Zet de bijwoordelijke bepalingen erbij. 

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld 1 
The teacher gave us detention. 

De zin heeft een meewerkend voorwerp. 

Zet dit vooraan in de zin en denk aan de naamval. 

We...... 

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld 1 
The teacher gave us detention. 

De actieve zin staat in de past simple, detention is enkelvoud. 

Schrijf op were 

We were .............

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld 1 
The teacher gave us detention. 

Het voltooid deelwoord van give is onregelmatig: given. 

Schrijf op given 

We were given .... 

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld 1 
The teacher gave us detention. 

Het lijdend voorwerp uit de oorspronkelijke zin blijft lijdend voorwerp in de passieve zin (want het oorspronkelijke meewerkend voorwerp is onderwerp geworden). 

We were given detention 

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld 1 
The teacher gave us detention. 

Het oorspronkelijke onderwerp zet je erbij: by + oorspronkelijk onderwerp

We were given detention by the teacher 

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld 2 
We went  on holiday to Italy last year. 

De zin heeft geen meewerkend voorwerp
De zin heeft geen lijdend voorwerp
De zin kan niet passief gemaakt worden. 

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld 3 
The police will arrest the criminals tomorrow. 

De zin heeft geen meewerkend voorwerp.
De zin heeft wel een lijdend voorwerp. 

Zet dit vooraan in de zin. 

The criminals.... 

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld 3 
The police will arrest the criminals tomorrow. 

will is een hulpwerkwoord. Neem dit over en zet er "be" achter 

The criminals will be 

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeld 3 
The police will arrest the criminals tomorrow. 

Het voltooid deelwoord van arrest is arrested

The criminals will be arrested  

Slide 18 - Diapositive

Voorbeeld 3 
The police will arrest the criminals tomorrow. 

Je lijdend voorwerp is onderwerp geworden, dus dat komt niet meer terug. 
"By the police" kun je er bij zetten, maar het hoeft niet. 

The criminals will be arrested  by the police

Slide 19 - Diapositive

Voorbeeld 3 
The police will arrest the criminals tomorrow. 

Je tijdsbepaling "tomorrow"  komt achteraan. 

The criminals will be arrested  by the police tomorrow 

Slide 20 - Diapositive

The room....... (clean) every day.

Slide 21 - Question ouverte

He must fill in the form.

Slide 22 - Question ouverte

She is carrying all the boxes.

Slide 23 - Question ouverte

I don't think this room.... (clean) yesterday.

Slide 24 - Question ouverte

One day English.... (speak) everywhere.

Slide 25 - Question ouverte

The motorway... (close already) for three days.

Slide 26 - Question ouverte

Now what ?
  • Some useful tips for the test
  • Slim stampen 5 and 6  

Slide 27 - Diapositive