4.4 Vermogen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Wat doen we vandaag?

Paragraaf 4.3 afmaken

Paragraaf 4.4 Vermogen en Energie

Afmaken 4.3 extra

10 minuten

daarna bespreken

Herhaling

Wat is stroomsterkte?

Wat is spanning?

Hoeveelheid lading die per seconde langs een punt komt

Bespreken opgaves 4.3

8, 9

Lees paragraaf 4.4 door

En maak opgave 1 en 2

Leg in je eigenwoorden uit
hoe de spanning, stroomsterkte
en het vermogen van elkaar
afhangen. Gebruik het plaatje.

Vermogen

Het vermogen is de hoeveelheid energie die per seconde door een apparaat verbruikt wordt.

Grootheid

Symbool

Eenheid

Symbool

Formule voor vermogen?

U = 2 V, I = 0,2 A
Wat is het vermogen?

1. 2 Watt
2. 0,2 Watt
3. 0,4 Watt
4. 2,2 Watt

U = 2 V, P = 10 W
Wat is de stroomsterkte?

1. 5 ampere
2. 20 ampere
3. 10 ampere
4. 2 ampere

Aan de slag

maak opgave 3 t/m 7

Huiswerk bespreken

opgave 3 en 7

Algemene opmerking: formules noteren!

Zelfstandig aan het werk

Maak opgave 8 en 9

00:00

Let goed op

Je krijgt straks enkele vragen over de video. Over:

-Qi-certificering

-watt's bij opders

-

Wat is Qi-certificering?

Is je telefoon met een 10 watt oplader altijd sneller opgeladen dan met een 5 watt oplader?

Kun je elke stekker aansluiten op een oplader(zit er soms niet bij)

Zelfstandig werken

maak 10 en 11

00:45

Wat voor apparaten kun jij thuis allemaal draadloos opladen?

02:20

Wat is de grote doorbraak van deze technologie? Waar is het op gebaseerd en wat is het voordeel ervan?

02:21

Antwoord

De spoelen zijn ontworpen om dezelfde harmonische resonantie frequentie te hebben(denk schommel). Door in deze frequentie ze aan en uit te zetten kun je zonder de spoelen dicht bij elkaar te zetten toch opladen.

04:45

Wat zijn volgens jou uitdagingen voor het ontwerpen van een draadloos oplaadsysteem dat je kunt kopen buiten de auto dealer om?

Aan de slag

Maak een voorbereiding voor proef 8 van dit hoofdstuk 

Doel:

Bij deze proef bedenk en test je een schakeling voor de autoverlichting, inclusief de mistlamp.

Ontwerpeisen

• De schakeling bestaat uit 5 lampjes en 2 schakelaars.

• De lampjes 1 en 2 stellen de koplampen voor.

• De lampjes 3 en 4 stellen de achterlichten voor.

• Lampje 5 stelt het mistachterlicht voor.

• De koplampen en de achterlichten kunnen met schakelaar 1 aan- en uitgezet worden.

• Het mist achterlicht kan met schakelaar 2 aangezet worden, maar alleen als de

koplampen en de achterlichten branden. 

Nodig

Bij deze proef bedenk je zelf welke practicumspullen je nodig hebt. 

Uitvoeren en uitwerken

• Bedenk hoe je de opdracht kunt uitvoeren. Wat voor schakeling ga je maken, welke

practicumspullen heb je daarvoor nodig, hoe ga je testen of de schakeling goed werkt?

1 Maak een werkplan voor deze opdracht.

• De werkplannen worden de volgende les besproken met de klas. Verbeter je eigen

werkplan daarna nog indien nodig.

• Bouw de schakeling en probeer hem uit.

2 Maak een testverslag met daarin:

a een schakeling die aan alle ontwerpeisen voldoet;

b de tests die je hebt uitgevoerd, en de resultaten daarvan;

c eventuele veranderingen die je in je schakeling hebt aangebracht.

Klaar?

Maak de test jezelf van deze paragraaf of een eerdere paragraaf.

Lever hier een foto/screenshot van je voorbereiding in