Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Hormonen regelen langzame processen:
groei
ontwikkeling
stofwisseling
voortplanting
Slide 1 - Diapositive
Na deze les kun je...
Een endocrieneklier van een exocrieneklier onderscheiden
Beschrijven op welke manieren hormonen cellen, weefsels en organen kunnen beïnvloeden
De werking van hormonen uit de 6 verschillende hormoonklieren van de mens beschrijven: hypofyse, schildklier, bijnieren, eilandjes van Langerhans, teelballen en eierstokken
Slide 2 - Diapositive
Hormoonstelsel
= Alle hormoonklieren samen
Functie: het regelen van langzame processen zoals groei, ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting
Aantekening
Slide 3 - Diapositive
Hormoon
Chemische signaalstof
Heeft regulerend effect op specifieke organen = doelwitorgaan
Afgegeven door hormoonklieren
Reist door het bloed
Binden aan receptoren
Aantekening
Slide 4 - Diapositive
Verschil endocriene en exocriene klier
Exocriene klier:
-zweetklier, speekselklier, etc.
- heeft een afvoerbuis om het product af te voeren
Endocriene klier (hormoonklier):
- maakt hormonen
- Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed
Slide 5 - Diapositive
7 Hormonenklieren die je moet kennen:
Hypofyse
Schildklier
Bijnieren
Eilandjes van Langerhans (in de alvleesklier)
Teelballen (Thema voortplanting)
Eierstokken (Thema voortplanting)
Nieren (niet in de afbeelding)
Slide 6 - Diapositive
Groeihormoon (GH)
ADH (antidiuretisch hormoon)
Oxytocine
TSH (thyroïd stim. hormoon)
Schildklierhormoon (thyroxine)
Adrenaline
EPO (erytropoëtine)
Insuline
Glucagon
Testosteron
Oestrogeen
Progesteron
FSH (follikelstimulerend hormoon)
LH (luteïniserend hormoon)
Hormonen die je moet kennen:
Hormonen die je al kent:
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Het hormoonstelsel regelt vooral snelle, kortdurende processen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Basisstof 7.
De hypofyse en de schildklier
De hypofyse
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Hypofyse = hormoonklier
Groeihormoon -> regelt de groei van botten
ADH (antidiuretisch hormoon) -> urine aanmaak in nieren
Oxytocine -> borstvoeding, weeën, geluksgevoel
Beïnvloed ook andere hormoonklieren:
-Schildklier via TSH
-Teelballen via FSH, LH
-Eierstokken via FSH, LH
Aantekening
Slide 12 - Diapositive
Hypofyse = hormoonklier
Groeihormoon -> regelt de groei van botten
ADH (antidiuretisch hormoon) -> urine aanmaak in nieren
Oxytocine -> borstvoeding, weeën, geluksgevoel
Beïnvloed ook andere hormoonklieren:
-Schildklier via TSH
-Teelballen via FSH, LH
-Eierstokken via FSH, LH
Aantekening
Voorkwab
Slide 13 - Diapositive
Hypofyse = hormoonklier
Voorkwab:
Groeihormoon -> groei van botten
Beïnvloeding andere hormoonklieren
-Schildklier via TSH
-Eierstokken via LH, FSH
-Teelballen via LH, FSH
Achterkwab:
ADH (antidiuretisch hormoon) -> urine aanmaak in nieren
Oxytocine -> borstvoeding, weeën, geluksgevoel
Aantekening
Slide 14 - Diapositive
De hypofyse maakt een hormoon die de groei van de beenderen regelt: groeihormoon (GH)
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Hypofyse = hormoonklier
Voorkwab:
Groeihormoon -> groei van botten
Beïnvloeding andere hormoonklieren
-Schildklier via TSH
-Eierstokken via LH, FSH
-Teelballen via LH, FSH
Achterkwab:
ADH (antidiuretisch hormoon) -> urine aanmaak in nieren
Oxytocine -> borstvoeding, weeën, geluksgevoel
Aantekening
Slide 17 - Diapositive
ADH beïnvloed de aanmaak van urine in de nieren
Slide 18 - Diapositive
Basisstof 7.
De hypofyse en de schildklier
De schildklier
Slide 19 - Diapositive
schildklier
is een hormoonklier in je hals, tegen het strottenhoofd
Stofwisseling,
groei en
ontwikkeling.
Slide 20 - Diapositive
Altijd al eens afgevraagd waarom sommige mensen alles kunnen eten en toch niet aankomen?
Slide 21 - Diapositive
Schildklier
Hormoonklier die o.a. schildklierhormoon (thyroxine) maakt
Schildklierhormoon beïnvloed:
-Stofwisseling, groei en ontwikkeling
Aantekening
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Bloedsuikerspiegel = hoeveel suiker er in je bloed zit
Wordt geregeld door 2 hormonen: insuline en glucagon
Suiker (glucose)
Glycogeen (geen glucose)
Insuline
Glucagon
Slide 25 - Diapositive
Eilandjes van Langerhans
Hormoonklier die insuline en glucagon maakt
Insuline zet glucose om in glycogeen
Glucagon zet glycogeen om in glucose
Aantekening
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Adrenaline:
vechten of vluchten
Slide 28 - Diapositive
Bijnier
Hormoonklier die adrenaline maakt
Adrenaline zorgt voor de vecht/vlucht reactie
Aantekening
Slide 29 - Diapositive
Nieren
Maken epo (erytropoëtine)
Extra aanmaak epo bij zuurstof tekort
Epo stimuleert aanmaak rode bloedcellen
Slide 30 - Diapositive
Bloedsuikerspiegel = hoeveel suiker er in je bloed zit
Wordt geregeld door 2 hormonen: insuline en glucagon
Suiker (glucose)
Glycogeen (geen glucose)
Insuline
Glucagon
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Vidéo
Door welke klier wordt het groeihormoon geproduceerd?
A
Schildklier
B
Bijnieren
C
Alvleesklier
D
Hypofyse
Slide 33 - Quiz
Wat doet het schildklierhormoon?
A
Stimuleert de verbranding in de cellen
B
Remt de verbranding in cellen
C
Regelt de werking van de hypofyse
D
Stimuleert de eilandjes van Langerhans tot aanmaak insuline
Slide 34 - Quiz
Welk hormoon wordt bij een suikerziektepatiënt onvoldoende geproduceerd?
A
Adrenaline
B
Glucagon
C
Insuline
D
Schildklierhormoon
Slide 35 - Quiz
Als iemand schrikt, gaat zijn hart sneller kloppen.
Door welk hormoon wordt deze reactie veroorzaakt?
A
Adrenaline
B
Glucagon
C
Insuline
D
Schildklierhormoon
Slide 36 - Quiz
Diabetes
-Ziekte waarbij je lichaam te weinig insuline maakt (diabetes type 1)
-of je lichaam niet goed reageert op insuline (diabetes type 2)
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Bloedsuikerspiegel = hoeveel suiker er in je bloed zit
Wordt geregeld door 2 hormonen: insuline en glucagon
Suiker (glucose)
Glycogeen (geen glucose)
Insuline
Glucagon
Slide 39 - Diapositive
Eilandjes van Langerhans
Hormoonklier die insuline en glucagon maakt
Insuline zet glucose om in glycogeen
Glucagon zet glycogeen om in glucose
Aantekening
Slide 40 - Diapositive
Bloedsuikerspiegel = hoeveel suiker er in je bloed zit
Wordt geregeld door 2 hormonen: insuline en glucagon