H5 - TH3 - BS5

H5 - T3: Vertering - BS5: gezonde voeding
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H5 - T3: Vertering - BS5: gezonde voeding

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen basisstof 5
Je kunt aan geven wat gezonde voeding is en wat de gezondheidsrisico's zijn van ongezonde of van te veel voeding. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6 groepen voedingsstoffen
koolhydraten (sachariden; binas 67F)
eiwitten (peptiden; binas 67G)
vetten (lipiden; binas 67H)
water
mineralen
vitaminen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu in het nieuws:

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conserveren
Je maakt de omstandigheden voor bacteriën en Schimmels ongunstig zodat eten langer goed blijft.

Op welke plekken groeien bacteriën en schimmels het snelst?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conserveren

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conserveren
  • Temperatuur verlagen (koelkast en vriezer)
  • Temperatuur verhogen
  1. Pasteuriseren (72 graden)
  2. steriliseren (120 graden)
  • Vacuüm verpakken
  • Gasverpakken
  • Additieven (zout,suiker of zuur)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conserveren
  • Temperatuur verlagen (koelkast en vriezer) 
  • Temperatuur verhogen
  1. Pasteuriseren (72 graden)
  2. steriliseren (120 graden)
  • Vacuüm verpakken
  • Gasverpakken
  • Additieven (zout,suiker of zuur)
vb doperwten
vb. melk
'verse'
houdbare
vb. vlees
vb. vlees
vb. jam, augurk

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutie
We hebben als mens een smaakvoorkeur voor zoet, zout en vet eten.
Hoe zou je dat evolutionair kunnen verklaren?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucose
Glucose is een soort suiker.
Planten maken suiker zelf.
Van de suiker kunnen zij alles maken voor zichzelf om te groeien.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Suiker
Suiker is Suiker

Geraffineerde suiker tegenover on geraffineerde suiker

Eet suiker met een doel


Slide 14 - Diapositive

Insuline wordt door de alvleesklier aangemaakt als een reactie op een (te) hoge bloedsuikerspiegel. Gevolg hiervan kan zijn dat die spiegel te snel daalt waardoor honger ontstaat. Dit is waarom er na het eten van suiker en witte, geraffineerde producten snel weer behoefte is aan meer eten.

Hierdoor kom je sneller aan van deze producten dan van het eten van voedingsmiddelen die niet geraffineerd zijn (en dus meer vezels bevatten). Deze laatste worden langzamer in het bloed opgenomen, waardoor de bloedsuikerspiegel niet snel stijgt.
Niet te veel suiker

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Suiker te hoog
Suiker te laag
Insuline
Glucagon
Suiker goed
suiker omlaag
suiker omhoog

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

ADI-waarden
ADI = Aanvaardbare Dagelijkse Inname

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten additieven
Kleurstoffen
Geurstoffen
Smaakstoffen
Suiker
Azijn
Zout

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Binas 82A/B
  • vitaminen
  • additieven & ADI-waarde

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

E-nummers

Additieven die geen gevaar opleveren voor de gezondheid

Goedgekeurd door de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)  

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scheurbuik
Scheurbuik bij zeevaarders door gebrek aan vitamine C
Oplossing: Verse citroenen en sinaasappels mee op reis.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsmiddelentabel

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eiwitten
- Vooral bouwstof, in mindere mate ook brandstof
- Aan elkaar geschakelde aminozuren
- Er zijn 20 soorten aminozuren, waarvan 8 'essentiëel' (móet je binnen krijgen met voeding, kan je
zelf niet maken).
- Zie BINAS 67 H:
- Let op '2' onder aminozuur.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eiwitten
- functie: vooral bouwstof; zijn nodig bij 
transport van stoffen: zie hiernaast:

overbrengen signalen (bv hormonen)

of helpen chemische reacties versnellen 
(als enzymen): 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eiwitten
- Ook brandstof, maar niet ideaal.
- Teveel eiwit? Kan je niet opslaan! Dan maar verbranden. Dat levert NH3 ammoniak op (giftig).
- Ook eiwitverbranding bij te weinig brandstof.
- Extreem tekort aan brandstof (dan al niet/nauwelijks lichaamsvet meer): je eigen spieren 'opeten'.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cholesterol-HDL-ratio
Cholesterol is een belangrijke bouwstof;
  • Overtollig cholesterol zet zich af tegen bloedvaten: nauwe bloedvaten (hart- en vaatziekten)
  • Gemaakt in de lever;
  • Vervoerd als lipoproteïnen (cholesterol + eiwit)
  • VLDL (Very Low Density Lipoprotein), LDL (Low Density Lipoprotein) en HDL (High Density Lipoprotein)

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cholesterol-HDL-ratio
  • Cellen in weefsels nemen vetten uit VLDL op.
  • VLDL wordt LDL (bevat voornamelijk cholesterol);
  • Veel LDL wordt opgenomen in de lever, bijnieren en teelballen of eierstokken;
  • LDL in het bloed zet zich af tegen de wanden van bloedvaten.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cholesterol-HDL-ratio
HDL (gemaakt door de lever) neemt LDL-cholesterol op;
Dit wordt vervoerd naar de lever: LDL-cholesterolgehalte daalt.
  • Verzadigde vetzuren zorgen voor toename LDL-cholesterol;
  • Onverzadigde vetzuren zorgen voor toename HDL-cholesterol.
Hoe hoger HDL-gehalte, hoe beter de afvoer van overtollige LDL naar de lever.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de onderstaande voedingsstoffen is geen brandstof?
A
Vetten
B
Nucleinezuren
C
Koolhydraten
D
Eiwitten

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vooral brandstof
Vooral bouwstof
Alleen brandstof
Alleen bouwstof
Eiwit
Koolhydraat
Vet
Water
Mineralen
Vitaminen

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsvezels helpen bij
A
Spierwerking
B
Darmwerking
C
Zenuwstelsel
D
Bloedsomloop

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

glucose wordt in de lever omgezet naar...
A
glycogeen
B
glucagon
C
insuline
D
suiker

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat krijg je van vitamine A tekort?
A
Je bloed kan niet goed stollen
B
Scheurbuik
C
Kromme botten
D
Je wordt blind

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Additieven hebben bijna altijd een E-nummer. Is een E-nummer ongezond?
A
Ja, je moet deze nooit eten
B
Nee, ze zijn altijd ongevaarlijk
C
Nee, mits je beneden de ADI-waarde blijft
D
Ja, veel E-nummers zijn ongezond

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat je dik wordt van veel patat met mayo is bekend. Kun je ook dik worden van het eten van veel eiwitten (bijv. veel mager vlees, eieren, melk, kwark, etc.)?
A
Nee, eiwitten zijn bouwstoffen, geen brandstoffen
B
Nee, overtollige eiwitten kunnen niet worden opgeslagen
C
Ja, eiwitten kunnen ook worden omgezet in vet
D
Ja, overtollige eiwitten leveren ook energie, net als glucose of vet

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vorm van cholesterol wordt ook wel 'gezond' genoemd?
A
HDL
B
LDL

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is BMI?
A
bloedmeting instrument
B
blood musculair instrument
C
body mass index
D
beperkte meting insuline

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er bedoeld met suikers?
A
lipiden
B
aminozuren
C
polysachariden
D
mono- en disachariden

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke aminozuren MOETEN in de voeding aanwezig zijn?
A
essentiële aminozuren
B
niet-essentiële aminozuren

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

cholesterol
A
goed voor je!
B
slecht voor je!

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor ontstaat scheurbuik?
A
Als je lange tijd op zee bent.
B
Niet genoeg vers water.
C
Niet genoeg voedsel.
D
Gebrek aan vitamine C.

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onverzadigde vetten:
A
Hebben dubbele bindingen, zijn gezond
B
Hebben dubbele bindingen, zijn ongezond
C
Geen dubbele bindingen, zijn gezond
D
Geen dubbele bindingen, zijn ongezond

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor een goede gezondheid moeten de volgende stoffen in je voeding zitten:
A
Essentiële aminozuren en vetzuren
B
Niet-essentiële aminozuren en vetzuren

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort (voeding)stof levert de meeste energie?
A
Koolhydraat
B
Vet
C
Eiwit
D
Alle drie evenveel

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

huiswerk
maak opdracht 29 t/m 36
verdieping = opdracht 37+38
klaar? 
maak de samenhang 

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions