* beginnen - ich habe begonnen (NL: ik ben begonnen)
* gefallen - es hat mir gefallen (NL: het is me bevallen)
* vergessen - ich habe vergessen (NL: ik ben/heb vergeten)
* verlieren - ich habe verloren (NL: ik ben/heb verloren)
Nieuw:
* anfangen - es hat angefangen (NL: het is begonnen)
* zunehmen - Der Wind hat zugenommen (NL: de wind is toegenomen)