Hulp vragen

• Kapper
• MBO
• Studiejaar 1

Inchecken

Agenda

Wat houdt het vak in

Planning over de hele periode

Assertief reageren

Wat is assertiviteit?

Assertiviteit

Opdracht 1

Hoe? Individueel

Zet de 3 begrippen naast elkaar, en zet de begrippen die erbij horen eronder

Hulp? Vraag hulp aan een je teamgenoot als je er niet uitkomt

Tijd? 10 minuten

Uitkomst? Kennis getest van de drie begrippen. Check in groepjes van 3-4 de lijsten.

Hoe was het om een hulplijn te hebben?

Heb je gebruik gemaakt van je hulplijn?

Ja

Nee

Waren jullie het snel eens over de definitieve lijst?

Ja

Nee

Het belang van assertief zijn

In je werk zul je regelmatig in situaties komen 

waarbij jouw belangen en behoeften botsen 

met die van een ander.

Maar ook het 'gewone leven' is het handig om op een goede manier voor jezelf op te komen.

Assertief gedrag is:

- voor jezelf opkomen 

- niet aan de grenzen van een ander voorbij gaan

Assertief 

- je bent zelfverzekerd en kan op een rustige wijze opkomen voor jezelf en je eigen belangen en behoeften, zonder de ander te kwetsen of diens belangen te ontkennen of te schaden. Je bent respectvol naar jezelf en de ander

- je komt voor jezelf op

Ontstaat door: zelfvertrouwen en zelfrespect

Gevolgen: 

je weet waar je aan toe bent bij deze persoon.

Sub-assertief gedrag

- je houdt je stil, geeft niet je eigen mening

- je zegt ‘ja’ terwijl je eigenlijk ‘nee’ wil zeggen, of geeft snel toe

Ontstaat door: angst dat je het niet goed genoeg doet (thuis, school, stage)

Gevolgen: 

te vaak 'ja' zeggen leidt tot overbelasting, 

minder plezier in het werk, 

stress.

Agressief gedrag

- je voelt je snel aangevallen

- je zorgt vooral voor jee eigen wensen, niet voor die van een ander

Ontstaat door: onzekerheid 

Gevolgen: anderen zijn bang voor hem/haar, geen relatie met cliënten en collega's, ander voelt zich ongemakkelijk, steeds vaker en sneller agressief

Volgend jaar stage.

1. Als je assertief bent wil je het samen goed doen, dus vraag vooral om hulp. 

2. Blijf achter je keuzes staan (ga niet twijfelen als je 'nee' gezegd hebt).

3. Als nee zeggen niet mogelijk is, onderhandel dan over wat je wel doet. 
4. Gebruik geen smoesjes.

5. Zeg geen ja, als je nee bedoelt.

6. Spreek in de ik-vorm als je iets aangeeft bij een ander.

7. Denk mee over oplossingen.

Opdracht 2

Hoe? In duo’s

Geef bij elke situatie een reactie die assertief, agressief en sub-assertief is.

Hulp? Vraag hulp aan een docent als je er niet uitkomt

Tijd? 10 minuten

Uitkomst? Je kunt voorbeelden geven van verschillende reacties

Heb jij de leerdoelen behaald?

Ja

Niet allemaal

Nee