H2C - P2 - week 6 - les 1 - Leesvaardigheid H17 en 18

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

Slide 1 - Diapositive

- Welkom
- Aan de slag met H17 en H18
- Korte presentaties over deze hoofdstukken
- Opdrachten bij de hoofdstukken


Doel:
- Je herkent de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst en kunt functiewoorden aan de alinea's verbinden.
- Je herkent verbindingswoorden en je kunt de verbinding aangeven die ze maken.
Vandaag in de les:

Slide 2 - Diapositive

Stillezen
timer
15:00
Leg je huiswerk open op tafel neer (H18 - 1 t/m 8)

Slide 3 - Diapositive

Opdracht:
- Onderzoek in je groepje het onderwerp dat je gekregen hebt. 
- Maak daar een korte presentatie van, waar alles instaat dat de klas moet weten voor de toets. 
- Geef de presentatie in een klein groepje, waarin van elk onderwerp iemand zit. 

- Hoe kun je dit zo duidelijk mogelijk uitleggen?
- Welke termen moet de klas onthouden?
- Bedenk een korte oefening, waardoor de klas jullie onderwerp snel onder de knie krijgt.
Lezen - H17 en 18 - 
functie- en  verbindingswoorden

Slide 4 - Diapositive

Verdeling:

Groep 1 , 2 en 3:  Opbouw van een tekst en de rol van functiewoorden hierin (H17)
Groep 4, 5 en 6: De rol van verbindingswoorden in een tekst. Waarom gebruiken schrijvers ze?
Groep 7, 8 en 9: Herkennen van verbindingen en verbindingswoorden. 
Lezen - H17 en 18 - 
functie- en  verbindingswoorden

Slide 5 - Diapositive

Maak een korte presentatie, die elk groepslid gaat geven in een klein groepje. 

Groep 1 , 2 en 3:  Opbouw van een tekst en de rol van functiewoorden hierin (H17)
Groep 4, 5 en 6: De rol van verbindingswoorden in een tekst. Waarom gebruiken schrijvers ze?
Groep 7, 8 en 9: Herkennen van verbindingen en verbindingswoorden. 
Lezen - H17 en 18 - 
functie- en  verbindingswoorden
- Hoe kun je dit zo duidelijk mogelijk uitleggen?
- Welke termen moet de klas onthouden?
- Bedenk een korte oefening, waardoor de klas jullie onderwerp snel onder de knie krijgt.
timer
18:00

Slide 6 - Diapositive

Maak een korte presentatie, die elk groepslid gaat geven in een klein groepje. 

Groep 1 , 2 en 3:  Opbouw van een tekst en de rol van functiewoorden hierin (H17)
Groep 4, 5 en 6: De rol van verbindingswoorden in een tekst. Waarom gebruiken schrijvers ze?
Groep 7, 8 en 9: Herkennen van verbindingen en verbindingswoorden. 
Lezen - H17 en 18 - 
functie- en  verbindingswoorden
- Hoe kun je dit zo duidelijk mogelijk uitleggen?
- Welke termen moet de klas onthouden?
- Bedenk een korte oefening, waardoor de klas jullie onderwerp snel onder de knie krijgt.
Presenteren:

Je krijgt een nummer van 1 t/m 9. 
Alle gelijke nummers zoeken elkaar op.

Je presenteert in die kleine groep wat je onderzocht hebt.  
Als je toehoorder bent, maak je aantekeningen.

Elk onderwerp komt aan de beurt.
timer
20:00

Slide 7 - Diapositive

Functiewoorden - geven aan wat je van een alinea kunt verwachten. 

Vindplaats: Vaak in de eerste zin van een alinea. Soms moet je het er ook zelf bij bedenken

Voorbeelden: Aanleiding, voorbeeld, afweging, anekdote, argument, constatering, definitie, gevolg, nuancering, oplossing, verklaring. 

Lezen - H17 - functiewoorden

Slide 8 - Diapositive

Zin 1: Er was vorig jaar veel sneeuw gevallen.

Zin 2: Sommige basisscholen konden toen niet open.
Wat hebben deze zinnen met elkaar te maken?

Slide 9 - Diapositive

Zin 1: Er is vorig jaar veel sneeuw gevallen

Zin 2: Sommige basisscholen konden toen niet open. 

Oorzaak en gevolg
- Er is vorig jaar veel sneeuw gevallen, 
daardoor konden sommige scholen niet open.
- De scholen konden niet open doordat er zoveel sneeuw gevallen is.
Wat hebben deze zinnen met elkaar te maken?

Slide 10 - Diapositive

Wat is het verband?

Slide 11 - Diapositive

- kijk de opdracht in tweetallen na (antwoorden staan in teams)
- Hoeveel woorden had je goed gevonden (en de juiste verbindingen genoemd)
- Hoe zou je dit kunnen aanpakken zodat je het de volgende keer (wel/ook) 100% goed kunt doen?


Nakijken 9 - (H18)

Slide 12 - Diapositive

Maak via pixton een strip,
waarin je heel duidelijk 
laat zien wat het verband 
is tussen de afbeeldingen.

Volledige opdracht is
opdracht 10 (H18)

Strip (met verbinding tussen de plaatjes) maken!

Slide 13 - Diapositive

Wat ga je doen:  
Oefen met de stof die je net geleerd hebt

Maak in tweetallen de volgende opdrachten, je mag kiezen welke
opdrachten je doet - maar kies er minimaal 4
H17 - 1, 2, 3, 6 en 7
H18 - 2, 3, 4, 5, 8 en 9


Wanneer: Deze les en anders huiswerk.


Aan de slag

Slide 14 - Diapositive