2 Welke denkfouten maken peuters en kleuters?

• Pedagogisch handelen
• Secundair onderwijs

2 Welke denkfouten maken peuters en kleuters? 

p. 24-31

A. Wat zijn de wensen en behoeften van Kato?

• Waarom gelooft een kind in een mythe zoals Sinterklaas?
• Tot wanneer kun je een kind laten geloven dat Sinterklaas bestaat?

B. Wat zijn de eventuele moeilijkheden?

• Elk kind is anders in zijn denkontwikkeling.
• Het ene kind zal al sneller beseffen dat Sinterklaas een mythe is terwijl het andere kind hier nog volop in gelooft.

C Wat zijn de eventuele maatschappelijke moeilijkheden?

• Een heleboel jonge mama's en papa's vinden Sinterklaas een achterhaald idee.  Ze willen niet liegen tegen hun kinderen. Sinterklaas wordt hierdoor een uitstervende traditie.
• Sinterklaas is cultureel bepaald. Niet in elke cultuur wordt Sinterklaas gevierd.

D. Hoe zou jij als opvoeder reageren?

• Ik zou Wannes en Wietse het zelf laten ontdekken.
  

Peuters en kleuters maken nog veel denkfouten:

• egocentrisme
  
• fantasie versus werkelijkheid
• magisch denken
• animisme
• centratie => conservatie-inzicht
• reversibel denken

1. egocentrisme
2. fantasie versus werkelijkheid
3. centratie
4. reversibel denken

1. egocentrisme
2. fantasie versus werkelijkheid
3. centratie
4. reversibel denken

1. egocentrisme
2. magisch denken
3. animisme
4. reversibel denken

1. egocentrisme
2. magisch denken
3. animisme
4. reversibel denken