HC Duitsland - Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Graag zitten volgens plattegrond. Telefoon in de bak?

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel 
Je kan beschrijven hoe de Tweede Wereldoorlog ontstond en wat er gebeurde in de landen onder Duitse heerschappij. 


Slide 3 - Diapositive

Molotov-Ribbentrop Pact
augustus 1939


  • Hitler en Stalin zijn elkaars politieke vijanden.
  • Hitler wil er echter zeker van zijn dat de Sovjet-Unie geen oorlog tegen hem  gaat beginnen, als Duitsland Polen aanvalt.
  • Na Duitse inval Polen wordt het land verdeeld onder Duitsland en Sovjet-Unie
  • Ze  sluiten een niet-aanvalsverdrag.

Slide 4 - Diapositive

1939 Inval Polen
  • 1 september valt Hitler Polen binnen. Dit is het begin van de
    Tweede Wereldoorlog
  • Het Duitse leger was modern en veroverde snel 
Het Duitse leger marcheert Polen binnen
Naujocks

Slide 5 - Diapositive

Tijdlijn Tweede Wereldoorlog
  • Sept. 1939: Duitse inval in Polen.
  • 9 april 1940: Duitse inval in Denenmarken en Noorwegen.
  • 10 mei 1940.Duitse inval Nederland, Belgie, Luxemburg, Frankrijk.
  • 10 jul. 1940 – 31 okt. 1940 Slag om Engeland.

Slide 6 - Diapositive



nazificering
"goede" behandeling want ook Germaanse volken



Slechte behandeling want Slavische 'Untermenschen'
etnische zuiveringen

bezetting West-Europa
bezetting Oost-Europa

Slide 7 - Diapositive

  • In de bezette gebieden: 
  • Rechtsstaat wordt buitenwerking gesteld 
  • Verplichte arbeidsdienst ingevoerd (werken in Duitsland in de fabrieken)
  • Joden systematische buitengesloten, uiteindelijk getransporteerd naar vernietigingskampen 

Slide 8 - Diapositive

Samenvatting
Na de inval in Polen in 1939 verklaarden Groot-Brittannië en Frankrijk Duitsland de oorlog. Dat veroverde snel grote delen van Europa, waaronder Nederland, stelde daar de rechtsstaat buiten werking en voerden arbeidsdienst in. 

Slide 9 - Diapositive

Leerdoel 13
Je kan beschrijven hoe de discriminatie van de Joden en de genocide op de Joden plaatsvond.

Slide 10 - Diapositive

KA 41 Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden

Slide 11 - Diapositive

Antisemitisme


Antisemitisme is een ander woord voor Jodenhaat, en kan gezien worden als discriminatie én racisme.

Antisemitisme bestaat al duizenden jaren...

Slide 12 - Diapositive

Voorafgaand
Rassenleer
  • Theorie dat de mensheid verdeeld kon worden in zwakke en superieure rassen

Fasen van discriminatie 
  1. uitschelden en buitensluiten 
  2. geweld tegen joden
  3. joden concentreren 
  4. Holocaust (vernietiging van de joden) 

Genocide (volkerenmoord) - 6 miljoen doden 

Slide 13 - Diapositive

Fase 1
Uitschelden en buitensluiten

Slide 14 - Diapositive

Door propaganda, zoals in de afschuwelijke film De Eeuwige Jood of via hun eigen krant Der Stürmer...
...slagen de Nazi's erin, het Duitse volk te hersenspoelen: Joden moet je uitsluiten!

Slide 15 - Diapositive

Buitensluiten

  • Spullen kopen in Joodse winkels? Dat doet een échte Duitser niet!
  • Joden mogen niet meer komen in parken, winkels, scholen zwembaden.

Slide 16 - Diapositive

Fase 2
Geweld tegen joden

Slide 17 - Diapositive

Kristallnacht
9 november 1938

  • In Parijs vermoordt een jonge Jood, Herschel Grynszpan, een Nazi. 
  • Na een radiotoespraak van Joseph Goebbels, trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen.
  • De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.
  • Enorm veel schade aan Joodse gebouwen/ huizen en winkels en geweld tegen joden.

Slide 18 - Diapositive







Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Pogroms
geweld tegen Joden: vaak vernietiging van bezit en doden van joden. 

Slide 21 - Diapositive

Fase 3
Ghetto’s

Slide 22 - Diapositive

Ghetto
Joden werden ongebracht in ghetto's  (sloppenwijken)

In de ghetto's was het leven zwaar: 
er was te weinig woonruimte voor de duizenden joden die er moesten leven.

Slide 23 - Diapositive





Een ander probleem in de ghetto's
was de beperkte hoeveelheid voedsel.
Veel mensen stierven aan ondervoeding

Slide 24 - Diapositive



Binnen de ghetto's zag je zelden Duitse soldaten: de meeste taken (bijv. het regelen van voedsel) waren in handen van de Joodse Raad.

Maar als er wél Duitse soldaten kwamen, dan wist je dat het mis was...

Slide 25 - Diapositive



...zoals het neerslaan van een opstand in het ghetto van Warschau

Of omdat delen van het ghetto moeten worden ontruimd,
omdat Joden naar concentratiekampen moeten.

...zoals het neerslaan van opstanden in het ghetto.

...of als delen van het ghetto werden ontruimd, omdat de Joden naar concentratiekampen moesten.

Slide 26 - Diapositive

Fase 4a
Uitroeiing van de Joden

Slide 27 - Diapositive



Het vermoorden van Joden begint al vroeg in de oorlog,
al gaat dit in eerste instantie nog niet systematisch.



Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive


Moordcommando's

  • In het begin van de oorlog werden joden door de SS doodgeschoten vlak na het veroveren van een stad of dorp
  • De joden die niet doodgeschoten waren werden in een ghetto geplaatst

Genocide is een begript voor een volkerenmoord, uitroeiing van een volk, ras of bevolkingsgroep.

Slide 30 - Diapositive

Fase 4b
Systematische uitroeiing van de Joden:
Endlösung (=eindoplossing)

Slide 31 - Diapositive


Kun jij een paar
concentratiekampen noemen?

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

  • Voor de Duitsers zijn concentratiekampen veel 'overzichtelijker' en 'effectiever' om het 'Joodse probleem' op te lossen.
  • Waar in ghetto's nog manieren worden gevonden om te verstoppen voor de Duitsers, is dat in de kampen vrijwel onmogelijk.
  • Daarnaast is het persoonlijk doden  van joden ook voor nazi's tamelijk traumatisch.

Slide 34 - Diapositive


Zyklon B


  • Het was oorspronkelijk een bestrijdingsmiddel tegen ongedierte en bestond al vóór de oorlog.

  • Zyklon B bestaat uit korrels die verdampen (blauwzuur) als ze in contact komen met lucht.

Slide 35 - Diapositive






Een in het geheim door het verzet gemaakte foto van 
vrouwen die naar een gaskamer lopen

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive







Als de oorlog op zijn einde loopt, moeten de Duitsers al het bewijsmateriaal voor hun misdaden laten verdwijnen: elk lichaam moet weer worden opgegraven en verbrand.

Slide 41 - Diapositive





De Amerikaanse generaal Eisenhower bekijkt de verkoolde lichamen van mensen, die waarschijnlijk op het laatste moment nog door de Duitsers zijn vebrand.

Slide 42 - Diapositive






Al het bewijsmateriaal moeten worden vernietigd:
kleding, foto's...lichamen.

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive


6.000.000...



6 jaar oorlog
=
1 miljoen joden per jaar
=
83.000 joden per maand
=
>2700 joden per dag

Let op: het systematisch uitroeien begon pas in 1942

Slide 46 - Diapositive


Nooit meer?

Na de Tweede Wereldoorlog zijn er gedurende verschillende (burger)oorlogen
groepen mensen vanwege hun afkomst vermoord:

Irak (Koerden)
Joegoslavië (Bosniërs)
Rwanda (Tutsi’s)

Slide 47 - Diapositive

Map of Auswitz Birkenau

Slide 48 - Diapositive

Leerdoel 12: Je kan beschrijven hoe de discriminatie van de Joden en de genocide op de Joden plaatsvond.

Slide 49 - Question ouverte

Samenvatting
In het bijzonder joden werden overal systematisch uitgesloten van het openbare leven en uiteindelijk getransporteerd naar vernietigingskampen.

Slide 50 - Diapositive

Het optreden van de Duitse bezetters in Noord- en West-Europa
verschilde sterk van hun optreden in Oost-Europa.

2p Geef daarvoor de verklaring vanuit de nazi-ideologie.

Slide 51 - Question ouverte

Geef antwoord op het leerdoel:
Je kan beschrijven hoe de Tweede Wereldoorlog ontstond en wat er gebeurde in de landen onder Duitse heerschappij.

Slide 52 - Question ouverte

Keuze
kenmerkende aspecten leren tijdvak 9
jaartallen leren leidende vraag
samenvatten
examenvragen maken
bespreken

Slide 53 - Sondage