Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Relais
Slide 1 - Diapositive
Sleep naar de juiste plaats
R
E
t
I
W
J
A
s
V
Ohm
Watt
Joule
Volt
Slide 2 - Question de remorquage
Wat gebeurd er met de weerstand als de temperatuur van de NTC toeneemt ?
A
weerstand wordt groter
B
Weerstand wordt kleiner
Slide 3 - Quiz
Wat gebeurd er met de stroomsterkte als de temperatuur van de NTC afneemt
A
de stroomsterkte wordt groter
B
de stroomsterkte wordt kleiner
Slide 4 - Quiz
Wanneer heeft een LDR een grote stroomsterkte
A
Bij veel licht
B
Bij weinig licht
Slide 5 - Quiz
Een weerstand heeft een waarden van 800 Ohm. Bereken de stroomsterkte bij een spanning van 230 Volt
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Vidéo
Het relais
Het relais is een schakelaar die wordt bediend door een elektromagneet.
Een elektromagneet bestaat uit een spoel en een ijzeren kern.
Slide 8 - Diapositive
Elektromagneet
IJzeren kern is omwikkeld met koper (spoel). Je kan hierdoor een stroomsterkte laten lopen. Hierdoor wordt het magnetisch; vandaar dat het ook een Noord en Zuidkant heeft.
Slide 9 - Diapositive
Elektromagneet & stroomsterkte
Grote stroomsterkte = groot magnetisch veld
Kleine stroomsterkte = klein magnetisch veld
Geen stroomsterkte=geen magnetisch veld; de spoel werkt niet
Slide 10 - Diapositive
Elektromagneet & relais
De elektromagneet moet eerst aan staan. Er ontstaat dan een magnetisch veld. Dit trekt de veer/schakelaar aan waardoor deze naar het maakcontact toe gaat.
Gaat de elektromagneet uit verliest het een magnetisch veld. De veer/schakelaar wordt niet meer aangetrokken en veert terug naar het breekcontact => lamp uit
Slide 11 - Diapositive
Relais
Slide 12 - Diapositive
een elektromagneet waarmee je schakelt
een opgerold stuk koperdraad
Een instrument met een vrij bewegende magneet
komt uit een batterij
een stuk ijzer dat magnetisch is
de spoel
het relais
de magneet
de stroom
het kompas
Slide 13 - Question de remorquage
Relais
Wordt aangezet door een elektromagneet en heeft een:
Maakcontact
Breekcontact
Slide 14 - Diapositive
Maakcontact
Is de relais aangesloten op het maakcontact is de stroomkring compleet; er kan stroom lopen
Lamp gaat aan
Slide 15 - Diapositive
Breekcontact
Is de relais verbonden met het breekcontact is er geen complete stroomkringt; er kan geen stroom lopen. De verbinding is verbroken.
de lamp gaat uit
Slide 16 - Diapositive
Relais
Een kleine stroomkring zet een grote stroomkring aan.
Het is een automatische schakelaar
Slide 17 - Diapositive
Relais
Er zijn dus 2 aparte stroomkringen
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Schakelen met het maakcontact
Slide 20 - Diapositive
Schakelen met het breekcontact
Slide 21 - Diapositive
Wat is een relais?
A
Een elektrische schakelaar
B
Een magnetische schakelaar
C
Een lichtschakelaar
D
Een drukschakelaar
Slide 22 - Quiz
Wat is de functie van het relais?
A
Het relais meet de spanning
B
Het relais werkt als spanningsdeler
C
Het relais meet de stroomsterkte
D
Het relais werkt als schakelaar
Slide 23 - Quiz
Een relais werkt als volgt:
A
Het verhoogt of verlaagt de spanning van 10.000V naar 230V
B
Is een elektro- magnetische schakelaar. Door spanning door een spoel kan je een andere stroom inschakelen.
C
Een elektrisch schakelcontact in een glazen buisje dat bediend wordt door een magnetisch veld.
Slide 24 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Noteer de juiste woorden: - Als de zon feller gaat schijnen, wordt de weerstand door onderdeel Q GROTER/KLEINER - Er gaat dan WEL/GEEN stroom door de linkerkant van de relais lopen - De relais maakt dan contact met het BREEKCONTACT / MAAKCONTACT - In de bovenstaande schakeling is dit aansluitpunt R/S