Thema 2 zonder vragen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Thema 2: Voortplanting &

 Seksualiteit

B Janssen

LES 1

Huiswerk was:

Huiswerk wordt: 2.1

Wat: Thema	Tijd:
Welkom	3 min
Presentator: - Terugblik - Leerdoel vorige les	2 min
Instructie Uitleg: Thema 2.1	15
Aan de slag! MakenHW: Thema 2 basisstof 1 Klaar? Test jezelf, flitskaarten, biologiepagina.	15
Afsluiting Leerdoelen behaald?	5

Vorige keer & Vandaag

Leerdoelen vorige keer

Leerdoelen vandaag

2.1.1 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.

1/4: ALLES KENNEN

2/4

Route van een zaadcel:

Teelbal: Maakt zaadcellen

Bijbal: Slaat zaadcellen op

Zaadleider: vervoer van bijbal naar urinebuis.

Zaadblaasje: voegt vocht toe

Prostaat: voegt vocht toe

Urinebuis: route naar buiten

3/4

Zwellichamen: sponsachtig organen dat vol kan lopen met bloed.

Erectie: een stijve

Voorhuid: huidplooi over de eikel ter bescherming ervan.

4/4

Spermacel: 

23 chromosomen

22+Y of 22+X

Staartje= om te zwemmen

Kop= bevat de chromosomen

Aan de slag

Thema 2 basisstof 1

Vandaag & Volgende keer

Leerdoelen vandaag

2.1.1 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.

Leerdoelen volgende keer

2.2.1 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.

Einde

Huiswerk: 2.1

LES 2

Huiswerk was:2.1

Huiswerk wordt: 2.2

Wat: Thema	Tijd:
Welkom	3 min
Presentator: - Terugblik - Leerdoel vorige les	2 min
Instructie Uitleg: Thema 2.2	15
Aan de slag! MakenHW: Thema 2 basisstof 2 Klaar? Test jezelf, flitskaarten, biologiepagina.	15
Afsluiting Leerdoelen behaald?	5

Vorige keer & Vandaag

Leerdoelen vorige keer

2.1.1 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.

Leerdoelen vandaag

2.2.1 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.

1/3

Vulva: alles wat je aan de buitenkant kan zien. Zie lijstje hieronder:

Buitenste schaamlippen: beschermen tegen stoten, kunnen ook samenspannen zodat er geen water naar binnen kan.

Binnenste schaamlippen: kunnen slijm/vocht aanmaken bij opwinding.

Clitoris: knopje van orgaan dat heel gevoelig is voor "stimulatie"

Maagdenvlies: stevig randje. GEEN VLIES. Doet niks bijzonders.

2/3

Route van buiten naar binnen:

Vulva: wat je aan de buitenkant kan zien 

Vagina: buis die loopt van vulva tot aan de baarmoeder

Baarmoeder: Hier kan een baby ontwikkelen

Eileider: hier kan de eicel bevrucht worden

Eierstok: Hier ontstaat elke maand een eicel

3/3 ALLES KENNEN

Aan de slag

Thema 2 basisstof 2

Vandaag & Volgende keer

Leerdoelen vandaag

2.2.1 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.

Leerdoelen volgende keer

2.3.1 Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.

2.3.2 Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.

Einde

Huiswerk: 2.2

LES 3

Huiswerk was:2.2

Huiswerk wordt: 2.3

Wat: Thema	Tijd:
Welkom	3 min
Presentator: - Terugblik - Leerdoel vorige les	2 min
Instructie Uitleg: Thema 2.3	15
Aan de slag! MakenHW: Thema 2 basisstof 3 Klaar? Test jezelf, flitskaarten, biologiepagina.	15
Afsluiting Leerdoelen behaald?	5

Vorige keer & Vandaag

Leerdoelen vorige keer

2.2.1 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.

Leerdoelen vandaag

2.3.1 Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.

1/4

Geslachtskenmerken: iets waar je aan kan zien welk geslacht iemand heeft.

Primaire geslachtskenmerken: Zichtbaar bij de geboorte

Secundaire geslachtskenmerken: Ontwikkelen na de puberteit.

VB primair: penis, balzak, vagina

VB secundair: borsten, baardgroei, bredere heupen, schaamhaar

2/4

Ontwikkeling van geslachtskenmerken wordt geregeld door HORMONEN

Hormonen zijn (zelfgemaakte) stofjes die weefsels en cellen kunnen activeren/helpen.

Hormonen worden gemaakt in hormoonklieren

3/4

Hypofyse: Belangrijke hormoonklier in je hersenen.

Maakt testosteron en oestrogeen én rijpt ei en zaadcellen

Mannelijk geslachtshormoon: testosteron -> zorgt voor mannelijke secundaire geslachtskenmerken.

Vrouwelijk geslachtshormoon: Oestrogenen -> zorgt voor vrouwelijke secundaire geslachtskenmerken.

4/4

Aan de slag

Thema 2 basisstof 3 eerste helft.

Vragen over menstruatie niet.

Vandaag & Volgende keer

Leerdoelen vandaag

2.3.1 Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.

Leerdoelen volgende keer

2.3.2 Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.

Einde

Huiswerk: 2.3 deel 1. Menstruatie vragen overslaan.

LES 4

Huiswerk was:2.3 deel 1

Huiswerk wordt: 2.3 deel 2

Wat: Thema	Tijd:
Welkom	3 min
Presentator: - Terugblik - Leerdoel vorige les	2 min
Instructie Uitleg: Thema 2.3	15
Aan de slag! MakenHW: Thema 2 basisstof 3 Klaar? Test jezelf, flitskaarten, biologiepagina.	15
Afsluiting Leerdoelen behaald?	5

Vorige keer & Vandaag

Leerdoelen vorige keer

2.3.1 Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.

Leerdoelen vandaag

2.3.2 Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.

1/4

Menstruatiecyclus: het maandelijks herhalend proces van ongesteld worden.

Loopt van menstruatie tot menstruatie (ongeveer een maand)

Menstruatie: als de baarmoeder al het baarmoeder slijmvlies afstoot

.

Baarmoederslijmvlies: Laag slijm in de baarmoeder. Dikte veranderd door de cyclus heen.

Ovulatie: Als er een eicel vrijkomt in de eierstok

2/4 ontwikkeling follikel

 3/4 Menstruatiecyclus

4/4: samenvatting

1 Eicel rijpt in een follikel in een eierstok.

2 Terwijl dit gebeurt maakt de baarmoeder zich klaar met extra baarmoederslijmvlies.

2 Op dag 14 komt de eicel vrij uit de follikel

3 De eicel kan in de eileider bevrucht worden.

4 Als de eicel is bevrucht kan deze in het baarmoederslijmvlies innestelen voor voedsel.

Aan de slag

Thema 2 basisstof 4

Vandaag & Volgende keer

Leerdoelen vandaag

2.3.2 Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.

Leerdoelen volgende keer

2.4.1 Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.

2.4.2 Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.

2.4.3 Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.

2.4.4 Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.

Einde

Huiswerk: 2.4

LES 5

Huiswerk was:2.4

Huiswerk wordt: 2.5

Wat: Thema	Tijd:
Welkom	3 min
Presentator: - Terugblik - Leerdoel vorige les	2 min
Instructie Uitleg: Thema 2.5	15
Aan de slag! MakenHW: Thema 2 basisstof 5 Klaar? Test jezelf, flitskaarten, biologiepagina.	15
Afsluiting Leerdoelen behaald?	5

Vorige keer & Vandaag

Leerdoelen vorige keer

2.3.2 Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.

Leerdoelen vandaag

2.4.1 Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.

2.4.2 Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.

2.4.3 Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.

2.4.4 Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.

1/4

Sperma komt vrij in de vagina.

Zaadcellen gaan zwemmen naar de eileider.

1 zaadcel mag de eicel bevruchten. 

BEVRUCHTING VINDT PLAATS IN DE EILEIDER

Dit maakt het celmembraan van de eicel ondoordringbaar

De eicel wilt naar het baarmoederslijmvlies voor voedsel.

In de baarmoeder vindt innesteling plaats van de eicel.

2/4

Embryo: klompje cellen NA innesteling

Embryo maakt hCG

hCG: 

hormoon dat ervoor zorgt dat het gele lichaam blijft.

hormoon dat ervoor zorgt dat er geen nieuwe eicellen komen

3/4

4/4

Aan de slag

Thema 2 basisstof 5

Vandaag & Volgende keer

Leerdoelen vandaag

Leerdoelen volgende keer

Einde

Huiswerk: 2.5