Module 5 H1.3 Het nash - evenwicht

Module 5 H1.3 Het nash - evenwicht
Ik kan een economiespel oplossen en de oplossing toelichten.

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Module 5 H1.3 Het nash - evenwicht
Ik kan een economiespel oplossen en de oplossing toelichten.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Nash evenwicht
Hoe ook alweer evenwicht bepalen?

Een Nash evenwicht is een situatie binnen de speltheorie waarbij geen enkele speler zijn opbrengst kan verbeteren door eenzijdig een andere keuze te maken.

Met andere woorden: een situatie waarbij het voor geen enkele speler voordelig is daarvan af te wijken, als de andere speler(s) dat niet ook doet.

Slide 5 - Diapositive


In welke cel staat het Nash-evenwicht?
A
Linksboven
B
Rechtsmidden
C
Linksonder
D
Rechtsonder

Slide 6 - Quiz

Wat is het Nash-evenwicht in de bezorgoorlog?
A
Bob zaterdag Petra zaterdag
B
Bob zaterdag Petra vrijdag
C
Bob vrijdag Petra zaterdag
D
Bob vrijdag Petra vrijdag

Slide 7 - Quiz

Welke studentenvereniging wint er in het Nash-Evenwicht?
A
Smålands wint omdat beide verenigingen rustig doen
B
Kalmar wint met krachtig tegen rustig
C
Kalmar wint met krachtig tegen krachtig
D
Kalmar wint met rustig tegen krachtig

Slide 8 - Quiz

Wat is het Nash-evenwicht in deze situatie?
A
één van de twee supermarkten is open op zondag, de andere niet
B
Beide supermarkten zijn open op zondag
C
Beide supermarkten zijn dicht op zondag

Slide 9 - Quiz

In de volgende tabel staat de opbrengstenmatrix van twee kledingwinkels wanneer zij wel een winter-uitverkoop houden, of niet. Welk vakje geeft het Nash-evenwicht aan?

A
Hokje A
B
Hokje B
C
Hokje C
D
Hokje D

Slide 10 - Quiz

Wat is het nash evenwicht?
A
beiden geen korting geven (25;20)
B
Zara geen korting en H&M wel korting (20;30)
C
Zara wel korting en H&M geen korting (35;15)
D
beiden wel korting geven (23;18)

Slide 11 - Quiz

Wat is hier het Nash-evenwicht?
A
-10, -5
B
55, 0
C
50, 30
D
100, 0

Slide 12 - Quiz