Periode: De middeleeuwen
Tijdvak: 3, monniken en ridders
Kenmerkende aspecten:
3.1. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
3.2. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
3.3. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
3.4. De verspreiding van het christendom in geheel Europa