02 - chapitre 6 - grammaire H - le verbe aller en de futur proche

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

bonjour VT11

qu'est-ce qu'on va faire?

• rétrospective (terugblik) - phrases-clés (5 minutes)
• bron h grammaire - verbe aller (30 minutes)

parler de ta ville et de tes projets

1. tu habites où?
2. tu aimes Wijk / Leersum / Cothen / Doorn ...?
3. on va boire quelque chose?
4. comment on va au café?
5. qu'est-ce qu'on va faire après?

buts (leerdoelen)

je kunt het werkwoord aller

en

de futur proche gebruiken

het werkwoord aller

prenez vos livres  page 74

faites l'exercice 30d + 31ab

het werkwoord aller en de futur proche

lees mee - exercice 31c - page 75

faites les exercices 31de et 33

CHECK - buts ?

kun je het werkwoord aller gebruiken?

en

kun je de futur proche gebruiken?

wat weet je over de verbe aller?

CHECK
ik kan het werkwoord aller gebruiken en vervoegen

1. ja
2. nee
3. soort van
4. totaal niet

hoe maak je de futur proche in het Frans? (2 delen)

AU REVOIR ET À BIENTÔT

👋🏻