HV1 ch5 les 4 1D

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Qu'est-ce qu'on va faire?

- interrogation écrite bespreken

- expliquation grammaire H

- corriger les devoirs

- au travail

Prêt?

Hw van vandaag was: Faire:  B (8, 9, 10, 11), D (16, 17, 18) 

alles af?

Faites

ex. G (27, 28, 29), franco (39, 40)

Grammaire i -verbe aller

Een nieuw onregelmatig werkwoord

Welke andere onregelmatige ww kennen we al?

être = zijn

je suis

tu es

il est

nous sommes

vous êtes

ils sont

avoir = hebben

j'ai

tu as

il a

nous avons

vous avez

ils ont

aller = gaan

je vais - ik ga

tu vas - jij gaat

il va - hij gaat

nous allons - wij gaan

vous allez - jullie gaan / u gaat

ils vont - zij gaan

Par exemple

Hij gaat naar school - il va à l'école

Wij gaan naar Parijs - nous allons à Paris

Ik ga werken - je vais travailler

(wat voor soort woord is 'travailler'?)

futur proche - nabije toekomst

Ik ga werken

(vorm van 'gaan' + heel ww)

Je vais travailler

(Vorm van aller + heel ww)

in welke zin staat een vorm van de futur proche?

1. Je vais travaille
2. Il va regarde
3. Nous allons parlons
4. Elle va chercher

Au travail!

Faire

H (31, 32),

Prêt?

 faites I (34, 35, 36)

Les devoirs

pour après les vacances

Faire

H (31, 32), I (34, 35, 36)

Apprendre

- voca G

- grammaire H

- Phrases clés I