Les 26 - 2.7 telwoord

 Nederlands
Welkom
Pak het boek
Pak je etui
Wees stil als de docent begint

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

 Nederlands
Welkom
Pak het boek
Pak je etui
Wees stil als de docent begint

Slide 1 - Diapositive

Zelfstandige naamwoorden
Woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten, noem je zelfstandige naamwoorden (znw).

Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 3 - Quiz

Zelfstandig werkwoord



- zelfstandige werkwoorden kun je niet weglaten in een zin, kan het enige werkwoord zijn.

- hulpwerkwoorden kan je weglaten in een zin, heeft geen duidelijke betekenis.

Slide 4 - Diapositive

De bekendste hulpwerkwoorden zijn:.....
A
hebben en zijn
B
slaan en schoppen

Slide 5 - Quiz

Kan je meer zelfstandige werkwoorden in een zin hebben?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Wat is een zelfstandig werkwoord?
A
Werkwoord dat de actie aangeeft in de zin
B
Werkwoord dat een ander werkwoord helpt
C
voltooid deelwoord

Slide 7 - Quiz

hulpwerkwoord:
A
schaatsen
B
zijn

Slide 8 - Quiz

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mensen, planten, dieren, dingen
B
mensen, planten, dieren, lidwoorden
C
mensen en dieren
D
mensen, lidwoorden

Slide 9 - Quiz

Telwoorden
Een telwoord (tw) geeft een hoeveelheid of een volgorde aan.
Er zijn twee soorten telwoorden.

  • Een hoofdtelwoord (htw)

  • Een rangtelwoord (rtw)

Slide 10 - Diapositive

Telwoorden
bepaalde telwoorden:
Je weet precies hoeveel. 
één, twee, honderden, duizendste

onbepaalde telwoorden:
Je weet niet precies hoeveel
enkele, vele, weinige, sommige

Slide 11 - Diapositive

Telwoorden

Hoofdtelwoorden 
Bepaald 
Onbepaald
Telwoorden

Rangtelwoorden
Bepaald
Onbepaald

Slide 12 - Diapositive

Weektaak
Loop je op schema met de weektaak? Dan heb je opdracht 20 af.
17 en 19 kunnen nog niet.
Eerste 4 minuten in stilte.
Heb je een vraag? Sla de opdracht dan even over.
timer
4:00

Slide 13 - Diapositive

Weektaak


Loop je op schema met de weektaak? Dan heb je opdracht 20 af.

Opdracht 19 en 17 kunnen nog niet.
Klaar? --> Versterk jezelf Talent Online

Op fluisterniveau werken.
Heb je een vraag? Steek je hand op of vraag het zacht aan je buur.
timer
4:00

Slide 14 - Diapositive

Weektaak
Deze week:

2.8 grammatica woordsoorten
Opdracht 1 t/m 11
Sla de opdrachten over die bij jouw route 
passen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive