paragraaf 3 oorzaken criminaliteit

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Criminaliteit

§3 - Oorzaken van criminaliteit

Planning

Les 1

• 3.1 Oorzaken criminaliteit

Les 2

• 3.2 Theorieën over criminaliteit

www.omroepbrabant.nl

3.1 Oorzaken criminaliteit

risicofactoren (schrijf dit in je schrift)

1. Psychische problemen/gedragsproblemen
2. Onveilige opvoeding / thuissituatie
3. Foute vrienden/ groepsdruk
4. Alcohol en drugsgebruik

Deze individuele kenmerken leiden natuurlijk lang niet altijd tot crimineel gedrag, maar als je aan meerdere kenmerken voldoen dan neemt de kans wel toe.

Aantekening voor het examen

Beschermende factoren
(schrijf dit in je schrift) 

Deze factoren zorgen er juist voor dat de kans verkleind wordt dat je crimineel gedrag gaat vertonen:

• Werk en onderwijs
• Relatie
• Gezin
• Sociale vaardigheden

Aantekening voor het examen

Recidive

Recidivist = persoon die steeds opnieuw strafbare feiten pleegt

Aantekening voor het examen

aan de slag met 

=> nakijken paragraaf 2

=> opdrachten paragraaf 3

kader - 1, 2, 11, 12

basis - 1, 3, 5, 7, 8 

3.2 Theorieën over criminaliteit

Theorieën over criminaliteit

(in je schrift)

1. Aangeleerd gedragstheorie

Deze theorie gaat ervan uit dat crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit de eigen omgeving.

Gezin, buurt en vriendengroep zijn bepalend

Aantekening voor het examen

Theorieën over criminaliteit 

(in je schrift)

2. Bindingstheorie

Maatschappelijke binding doet criminaliteit verminderen.

Aantekening voor het examen

Theorieën over criminaliteit

3. Rationele-keuze theorie

Deze theorie stelt dat een misdrijf wordt gepleegd naar aanleiding van een rationele keuze:  'wat levert het op voor mij'

• Gelegenheid maakt de dief.

Aantekening voor het examen

Theorieën over criminaliteit

(in je schrift)

4. Etikettentheorie

Deze theorie stelt dat wanneer de omgeving het etiket 'crimineel' op een persoon drukt, die persoon zich hier ook naar gaat gedragen.

• Vooroordelen
• Etiketten 

Aantekening voor het examen

klassikaal

basis opdracht 

kader opdracht 13