geschiedenis 3.3

--Geschiedenis 3.3--
Tussen dwang en belofte
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

--Geschiedenis 3.3--
Tussen dwang en belofte

Slide 1 - Diapositive

                       --inhoudsopgave--
                                                  1. Voorkennis
                                                      2. Nieuwe staat
                                                           3. Wereldrevolutie
                                                                   4. Het arbeidsparadijs

Slide 2 - Diapositive

  • Rusland voor 1917 : Tsaar had absolute macht, boeren konden niks en arbeiders waren er bijna niet.
  • Socialisme: Karl Marx uitvinder socialisme, Rusland had 'geen' arbeiders
  • Vladimir Lenin, communisme, beroepsrevolutionair.
  • Doena wordt opgericht, Sovjet Unie raad vóór de burgers.                                                                           
    --voorkennis-- 

Slide 3 - Diapositive

  • Februari revolutie,  Tsaar treedt af.
  • Oktober revolutie, Lenin krijgt macht.
  • burger oorlog tussen Witte en de Roden.
  • Witten krijgen onderling ruzie, Lenin volledige macht.
--voorkennis--

Slide 4 - Diapositive

 --Nieuwe staat--
-Tijdens de burgeroorlog (1980-1922) werd er al gewerkt aan het opbouwen van een nieuwe communistische staat, hier had de Communistische partij alle macht.
-Iedereen die met de Witten mee leefden werden opgepakt, en een geheime dienst zochten de vijanden van het communisme op. Mensen die anders dachten  verdwenen in een kamp en werden vermoord.
-De hele samenleving werd beheerst door de Communistische Partij.
-Op economisch gebied namen de bolsjewieken radicale maatregelen. Ze nationaliseerden banken en fabrieken.

Slide 5 - Diapositive

--Nieuwe staat--
-De economische toestand ging heel slecht. De oude bedrijfsleiding keerde terug.
-De grond kwam onder toezicht van de staat, daardoor kwam ontevredenheid bij boeren. Ze weigerde graanopbrengst af te staan.
-De bolsjewieken stuurden daarop gewapende eenheden naar het platteland om de oogst in beslag te nemen gevolg was hongersnood (1921, Sovjet Unie). 
-In Sint-Petersburg kwamen matrozen en arbeiders in opstand. Ze wilden democratie en vrijheid en een einde aan het economisch systeem waarin de overheid zoveel bepaalde

Slide 6 - Diapositive

--nieuwe staat--
-Het rode leger van Trotski sloeg demonstraties hard neer, Socialisten waren in shock. Lenin moest hervormingen invoeren. In 1921 voerde hij de Nieuwe Economische Politiek (NEP) in.  Dat is een Economisch politiek waarbij meer ruimte was voor particulair initiatief.
-De oogst werd niet langer meer in beslag genomen, binnenlandse handel werd toegestaan. 
-Tijdens de NEP was er in de maatschappij optimisme en vertrouwen in de toekomst. In veel opzichten haalde de Sovjet-Unie haar achterstand in.

Slide 7 - Diapositive

--Wereldrevolutie--
-1922: De gezondheid van Lenin ging achteruit na een hersenbloeding.
-1924: Lenin overlijdt , er ontstaat machtsstrijd tussen Trotski & Stalin.
-Trotski volgde het idee van Karl Marx over wereld-revolutie:  Alle arbeiders in de wereld moesten in opstand komen en het communisme verspreiden. 
-Stalin wilde het communisme eerst in eigen land opbouwen.
-1922: Stalin werd partijsecretaris en kon doormiddel van bevriende communisten vijanden wegwerken.
1927: Trotski werd uit de partij gezet en Stalin was de duidelijke winnaar, Trotski werd verbannen en in de Sovjet-Unie begon het Stalin-tijdperk.

Slide 8 - Diapositive

--het arbeidersparadijs--
-Volgens Stalin was het tijd voor een snelle industrialisatie.
-Stalin maakte in 1927 een einde aan de NEP. Hiervoor kwam in de plaats een planeconomie (1928).
-In vijf jaren plannen bepaalde de staat wat er in vijf jaar geproduceerd.
-Ontwikkeling van de zware industrie kreeg voorrang.
-De productiviteit viel in het begin zwaar tegen, maar in de loop van de jaren werd de Sovjet-Unie een groot industrieel land.
-consumptieproducten werden amper weer gemaakt.

Slide 9 - Diapositive

--Het arbeidsparadijs--
- Arbeiders kregen redelijke ziekte verzekering en hun beloningen stegen.
boederijen werden gecollectiviseerd, De kolchozen die zo ontstonden moesten ook produceren volgens een vijfjarenplan. De oogst werd verkocht aan het buitenland zodat er geld was voor de industrie. 
-Door mechanisatie waren minder landarbeiders nodig dus konden die mensen in fabrieken werken.
-de productie van kolchozen viel tegen.
-Boeren verdienen tijdens de NEP eindelijk weer wat extra's en moesten dat nu weer afstaan aan de staat.

Slide 10 - Diapositive

--Het arbeidersparadijs--
-Ze hielden liever de spullen door hunzelf en stonden niet te springen om in fabrieken te werken.
-Boeren die protesteerden tegen landbouwhervorming werden koelakken genoemd en in strafkampen gezet.
-Doordat de staat een groot deel van de productie opeiste, ontstond er tussen 1929-1933 een hongersnood op het platteland, waarbij opnieuw miljoenen mensen stierven.
-De economische hervormingen die Stalin maakte vielen samen met de beurskrach in 1929 in New York.

Slide 11 - Diapositive

--Het arbeidsparadijs--
-Door de economische crisis die daarop volgde raakte veel Amerikanen en Europeanen hun baan kwijt.

Slide 12 - Diapositive

--Grote Terreur-- 
-De grote Terreur: 1934-1938, oude bolsjewieken die met Lenin hadden gevochten werden vermoord. 
-1936: Stalin liet allemaal tegenstanders oppakken en liet ze mishandelden zodat ze hun misdaden toegaven.
-Stalin begon de jacht op al zijn tegenstanders, het geloof werd afgeschaft. Op den duur wantrouwde iedereen mekaar door de vele vervolgingen.
-Vanaf 1937 werden ook vrouwen van verraders opgepakt en in kampen opgesloten.

Slide 13 - Diapositive

--Grote terreur--
- Kinderen werden door hun leraren aangespoord om hun ouders aan te geven.
-Het deel van Stalin was om voor altijd af te rekenen met de vijanden van de arbeidersklasse. 
-In de periode van de grote Terreur zijn ruim 4 tot 8 miljoen Russen omgekomen. Ongeveer evenveel Russen werden in strafkampen gezet. 
-Er waren ongeveer 384 strafkampen en de grootste telde zo'n 260.000 gevangenen.

Slide 14 - Diapositive

--Grote Terreur--

-1939 werd er verklaard dat de 'zuivering' was voltooid.
-Een van de laatsten die veroordeeld werd was het hoofd van de Staatsveiligheidsdienst de man die de Terreur van Stalin nauwkeurig hadden uitgevoerd.

Slide 15 - Diapositive

--De tweede wereldoorlog--
.-1938 werd Rusland niet uitgenodigd voor de conferentie van München.
-Net als Hitler wou wou Stalin de grenzen van vóór de eerste wereldoorlog herstellen.
-Stalin vermoedde dat Hitler Rusland binnen zou vallen. Hij had tijd nodig om zijn leger op te bouwen. Daarom tekende Duitsland & Rusland op 29 augustus 1939 een niet -aanvalsverdrag (Molotov-ribbencontract).
-Het verdrag bestond uit 2 delen, in het openbare deel beloofden de 2 landen elkaar niet aan te vallen en mekaars tegenstanders niet te helpen, in het geheime deel stonden de invloedssferen van beide landen.

Slide 16 - Diapositive

--De tweede wereldoorlog--
-Van beide landen beschreven.
-September 1939 vielen Duitsland & Rusland Polen binnen en werd Polen verdeeld tussen de Baltische staten ingenomen.
-Ondanks het niet-aanvalsverdrag vielen Duitse troepen op 22 juni 1941, De Sovjet-Unie binnen.
-Veel legerafficieren waren tijdens de grote Terreur vermoord. 
-De Slag bij Stalingrad in februari 1943 liep echter op een nederlaag voor Duitsland uit.


Slide 17 - Diapositive

--De tweede wereldoorlog--
- Rusland had zich tot het uiterste ingespannen om Duitsland te verslaan, zo'n 20 miljoen. Mensen waren vermoord en 98.000 boerderijen vernield, de mijnbouw en ijzerindustrie was met 60% teruggelopen.
-Stalin werd in Rusland nog meer verheerlijkt als de leider die Hitler wist te verslaan.

Slide 18 - Diapositive

wat gebeurde er met de mensen die met de witten meeleefden?
A
die werden gedood
B
die werden opgepakt
C
die werden levend verbrand

Slide 19 - Quiz

Wanneer ging de gezondheid van Lenin achteruit en wanneer stierf hij?
A
In 1922 ging zijn gezondheid achteruit en in 1924 stierf hij.
B
In 1921 ging zijn gezondheid achteruit en in 1924 stierf hij.
C
In 1921 ging zijn gezondheid achteruit en in 1923 stief hij.

Slide 20 - Quiz

Stalin wilde het communisme eerst in andere landen opbouwen en daarna in zijn eigen land.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Wanneer begon het Stalin-tijdperk? 
A
In 1829 begon het Stalin-tijdperk
B
In 1929 begon het Stalin-tijdperk
C
In 1927 begon het Stalin-tijdperk

Slide 22 - Quiz

Wat is de NEP?    
A
Nieuwe economische problemen.
B
Nieuwe economische politiek.
C
Nieuwe economische piek.

Slide 23 - Quiz

Wanneer maakte Stalin een einde aan de NEP?
A
In 1927 maakte Stalin een einde aan de NEP
B
In 1928 maakte Stalin een einde aan de NEP
C
In 1929 maakte Stalin een einde aan de NEP

Slide 24 - Quiz

Wanneer was er een hongersnood op het platteland?
A
1928-1932 was er een hongersnood
B
1929-1934 was er een hongersnood
C
1929-1933 was er een hongersnood

Slide 25 - Quiz

Stalin werd vereerd als stichter van de Sovjet-Unie
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Wat gebeurde er met iedereen die het niet met Stalin of Lenin eens was? 
A
niets
B
Ze werden vermoord of in een strafkamp gezet
C
Ze moesten in het leger van Stalin of Lenin

Slide 27 - Quiz

Wat spoorden de leraren de leerlingen aan? 
A
Mee te werken met Stalin
B
Hun ouders aan te geven
C
Mee te werken met Lenin

Slide 28 - Quiz

Er waren ongeveer 384 strafkampen, hoeveel gevangenen telde het grootste strafkamp ongeveer?       
A
250.000 gevangenen
B
260.000 gevangenen
C
270.000 gevangenen

Slide 29 - Quiz

Welke landen vielen in 1939 Polen binnen? 
A
Duitsland en Rusland
B
Duitsland en Tsjechië
C
Duitsland en Frankrijk

Slide 30 - Quiz

Duitsland won in 1943 bij de slag bij Stalingrad 
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz