H4.3 De industriële samenleving

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

4.3 De industriële samenleving

Planning

• Kijkvragen vorige les bespreken
• Quiz 
• Leerdoelen deze les
• Filmpjes + aantekeningen 
• Opdrachten maken
• Check de leerdoelen voor jezelf

Laatste filmpje in deze les tot 3:07 bekijken 

kijkvragen bij Histoclip De Industriele Revolutie

1. Waarom groeit de bevolking sterk?

2. Wat is het voordeel en nadeel van waterkracht?

3. Wat is het voordeel en nadeel van stoomkracht?

4. De werkomstandigheden van de arbeiders waren niet goed. Hoe komt dat? Gebruik in je antwoord; werkuren, werkomgeving, kinderen en geluid.

Schrijf de antwoorden in je schrift. Dit zijn belangrijke aantekeningen!

Industriële samenleving is...

1. Landbouw is voornaamste bestaansmiddel
2. Werken in fabrieken is voornaamste bestaansmiddel
3. Jagen en verzamelen is voornaamste bestaansmiddel

Welk begrip past bij de afbeelding

1. Industrialisatie
2. fabriek
3. huisnijverheid

Wat hoort niet bij industrialisatie

1. Industrie
2. Landbouw
3. Treinen
4. Stoommachine

Vul het juiste woord in:
Verstedelijking is een ............... van de industrialisatie.

1. oorzaak
2. gevolg

Door de industrialisatie werd veel geld verdiend, de rijkdom werd eerlijk verdeeld.

1. juist
2. onjuist

De industrialisatie begon in Nederland eerder dan in Engeland

1. Juist
2. Onjuist

Leerdoel

Ik kan, met voorbeelden, uitleggen hoe de werkomstandigheden van de arbeiders waren

Bekijken filmpjes over arbeidsomstandigheden

Schrijf kort in je schrift de voorbeelden van de arbeidsomstandigheden op die je ziet.

Bespreken opvallendheden

maken huiswerk

4.3 opdracht 5 t/m 11

Les 2

4.3 De industriële samenleving

Leerdoel

Ik kan, met voorbeelden, uitleggen hoe de werkomstandigheden van de arbeiders waren

verschillen arm en rijk

Wat valt je op aan het werken/wonen bij de fabrieken?

(Neem mee in de samenvatting)

Lees 'wonen bij de fabriek'

• Wat wordt er bedoelt met urbanisatie?
  
• Wat wordt er bedoelt met infrastructuur?
  
• Wat zijn 2 redenen waarom wonen bij een fabriek niet fijn was?
  

AAN DE SLAG

Maak een keuze:

Maak een samenvatting van 4.1 t/m 4.3

Maak TestJezelf 4.2 en 4.3

Lees voor de S.O. over 4.1 t/m 4.3 deze paragrafen nog eens goed door en je aantekingen

Maak het huiswerk; 4.3 opdracht 5 t/m 11

Opdrachten  maken

• 4.3 De industriële samenleving
• Opdracht 4 t/m 8

• Verdieping? 1 t/m 4
• Samenvatting 4.3 maken
• (Gebruik ook de aantekeningen die je tot nu toe bij de les hebt gebruikt)
• Test Jezelf 4.3 maken

Check Leerdoelen

• Ik kan met minstens 4 nadelen uitleggen hoe het was om te werken in de eerste fabrieken. 
• Ik kan uitleggen, met behulp van 2 nadelen, waarom het niet fijn was om in de buurt van een fabriek te wonen
• Ik kan de 3 sociale lagen benoemen en omschrijven wat hun leefomstandigheden zijn.
• Ik kan uitleggen wat de begrippen urbanisatie en infrastructuur betekenen en wat ze te maken hebben met de Industriele revolutie.