RS - 22/23 - 2.6: Strafrecht: opsporing en vervolging

Hoofdstuk 2 - Rechtsstaat
2.6 Strafrecht: opsporing en vervolging
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2 - Rechtsstaat
2.6 Strafrecht: opsporing en vervolging

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt het verband tussen het legaliteitsbeginsel en het strafrecht uitleggen.
  • Je weet wat misdrijven en overtredingen zijn.
  • Je weet wat opsporingsbevoegdheden zijn
  • Je weet wat de verschillende manieren zijn voor het afhandelen van een strafzaak.

Slide 2 - Diapositive

Rechtsstaat
burgers
bescherming
grondrechten
machtsmisbruik en willekeur
de staat
rechtssysteem
  • Wie zorgt ervoor dat wij ons aan die rechtsnormen houden?
  • En hoe zorgen we ervoor dat de overheid die macht die ze heeft niet misbruikt?
  • Grondrechten
  • Trias politica: machtenscheiding
  • Legaliteitsbeginsel

Slide 3 - Diapositive




  • Eerlijk proces.
  • Onschuldig tot het tegendeel bewezen is = onschuldvermoeden.
  • Wettelijke regels voor behandeling verdachten (Wetboek van Strafvordering)
  • Recht op een advocaat.




  • Strafbaarheidsbeginsel
  • Strafbepaling moet duidelijk zijn
  • Ne bis in idem - regel
  • Maximumstraf
  • Strafuitsluitingsgronden
  • Verjaring (bv. 12 jaar voor misdrijf)
Grondrechten en het strafrecht
Legaliteitsbeginsel en het strafrecht
Lees 2.6.1 door en bekijk deze dia (de samenvatting ervan).

Slide 4 - Diapositive

Leg bij 1 van de regels van het strafrecht uit waarom je hiermee voorkomt dat grondrechten geschonden worden.

Slide 5 - Question ouverte

Leg uit hoe het legaliteitsbeginsel verbonden is aan het strafrecht en gebruik in je antwoord de ne bis in idem-regel of het verjaringstermijn.

Slide 6 - Question ouverte




Overtreding
  • minder ernstig
  • max. één jaar vast
  • niet altijd strafblad



Misdrijf
  • ernstig strafbaar feit
  • max. levenslang
  • altijd een strafblad
Criminaliteit = alle misdrijven die in de wet staan

Slide 7 - Diapositive

Misdrijven
Sleep de strafbare feiten naar de juiste categorie
Overtredingen
moord
wildplassen
diefstal
fietsen zonder licht
mishandeling
vandalisme
hacken
rijden onder invloed

Slide 8 - Question de remorquage

Opsporing (eerste 3 fases strafproces)
3 stappen:
  1. Aanhouding
  2. Opsporingsonderzoek (politie en officier van justitie)
  3. Officier van justitie beslist over vervolging
  • Staande houden
  • Fouilleren
  • Aanhouden
  • 9 uur vasthouden op bureau
  • In beslagname bewijs
  • Binnengaan woning
  • Afluisteren en aftappen
  • Preventief fouilleren
  • Langer dan 9 uur vast
  • Infiltratie
Verdacht
Verdacht + toestemming
  • Seponeren
  • Transactie
  • Strafbeschikking
  • Vervolgen
Machtenscheiding?
Opdracht
1. Bekijk deze pagina.
2. Lees de tekst van je boek (blz. 56-58).
3. "Klik" op de ?-icoontjes voor de bijbehorende vraag en beantwoord die op papier.
4. Deel je antwoorden met anderen in een groep (Max. 4 personen)
5. Maak vervolgens de vragen (zelfstandig) op de volgende pagina's.
Vr. 1
Geef de definitie van de volgende begrippen:
- Aanhouden
- Openbaar Ministerie
- Officier van Justitie
- Vervolging
Vr. 2
Omschrijf wat het verschil is tussen "verdacht" en "verdacht met toestemming". (Ook: wat wordt hiermee bedoeld?)
Vr. 3
a) Wanneer kiest een officier van justitie voor seponeren?
b) Waarom botst een strafbeschikking met de Trias Politica?

Slide 9 - Diapositive

Maak een afbeelding van je antwoorden en lever deze in.

Slide 10 - Question ouverte

Tot welke macht behoort het Openbaar Ministerie (OM)?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechtsprekende macht
D
Vierde macht

Slide 11 - Quiz

Waarom botst een strafbeschikking met de Trias Politica?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is vervolgen?
A
Zaak komt niet voor de rechter
B
Je wordt veroordeelt door de rechter
C
Je krijgt een boete
D
Een blaadje met je overtreding er op.

Slide 13 - Quiz

Wat is afzien van verdere vervolging
A
Vervolging
B
Vrijspraak
C
Schikken
D
Seponeren

Slide 14 - Quiz

Wie bepaalt of er wordt overgegaan tot een schikking, seponeren of vervolging?
A
Politieagent
B
Rechter
C
Officier van justitie
D
Ministerie van Justitie en Veiligheid

Slide 15 - Quiz




Opsporing
  • Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden
  • Computercriminaliteit III
  • Wet opsporing terroristische misdrijven



Vervolging
  • Wet afgeschermde getuigen
  • Strafbeschikking
  • Nationale terroristenlijst
Uitbreiding opsporings- en vervolgingsbevoegdheden
Opdracht:
Bij alle genoemde uitbreidingen kan er sprake zijn van het aantasten van de rechten van burgers. Leg dit uit!

Slide 16 - Diapositive

Maak een afbeelding van je antwoorden en lever deze in.

Slide 17 - Question ouverte