319 LatijnseVoegsels en werkwoorden

Lesinhoud en lesdoelen
Schrijfvaardigheid: bespreken e-,mails

Latijnse voor- en achtervoegsels: je breidt je woordenschat uit

Werkwoordspelling: je herhaalt de regels en past deze toe in de opdrachten




1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Lesinhoud en lesdoelen
Schrijfvaardigheid: bespreken e-,mails

Latijnse voor- en achtervoegsels: je breidt je woordenschat uit

Werkwoordspelling: je herhaalt de regels en past deze toe in de opdrachten




Slide 1 - Diapositive

E-mails
Taaltechnisch: in orde
Indeling: vaak niet in orde
  • Inleiding e-mail/brief:
  • Naar aanleiding van.....
  • Kern e-mail/brief:
  • Slot e-mail/brief
  • Ik hoop...spoedig antwoord/genoeg informatie

Slide 2 - Diapositive

Latijnse voor- en achtervoegsels
 Latijnse voor- en achtervoegsels: betekenissen nakijken 

Schrijf 3 woorden met een Latijns voor- of achtervoegsel op een blaadje. Schrijf de betekenis voor jezelf op een ander blad op (of onthoud het gewoon). Blaadjes inleveren en dan deel ik ze opnieuw uit.



Slide 3 - Diapositive

Werkwoordspelling
Toets in periode 1

Slide 4 - Diapositive

Experts
Tegenwoordige tijd: 3 personen
Verleden tijd: 3 personen
Voltooid deelwoord: 3 personen
Bijvoeglijk naamwoord: 3 personen
  • Leg uit wat de regel is / regels zijn
  • Sta ook stil bij uitzonderingen
  • Geef voorbeeldzinnen
timer
15:00

Slide 5 - Diapositive

Experts: uitleg geven
Tegenwoordige tijd: 3 personen
Verleden tijd: 4 personen
Voltooid deelwoord: 3 personen
Bijvoeglijk naamwoord: 4 personen
  • Leg uit wat de regel is / regels zijn
  • Sta ook stil bij uitzonderingen
  • Geef voorbeeldzinnen

Slide 6 - Diapositive

Keuzemenu
  1. Opdrachtbladen werkwoordspelling maken
  2. StarttaalOnline 3F -  Taalverzorging - Werkwoordspelling - Werkwoordspelling gecombineerd

Slide 7 - Diapositive

Werkwoordsvormen
Schrijf de verledentijdsvorm op van de volgende werkwoorden:
meten-vliegen-erven-reiken-betreden-wijzen-ervaren-aanbevelen-varen
Schrijf het voltooid deelwoord op van de volgende werkwoorden: herindelen-hergroeperen-screenen-gebruikmaken

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden verleden tijd
meten: maten                       vliegen: vlogen
erven:erfden                                      reiken: reikten
betreden:betraden
gieten:goten                            wijzen: wezen
ervaren: ervoer/ervaarde                        aanbevelen: aanbevolen
varen: voeren/vaarden

Slide 9 - Diapositive

Antwoorden volt. dw.
herindelen: heringedeeld
hergroeperen: gehergroepeerd
screenen: gescreend
gebruikmaken: gebruikgemaakt

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Quizlet
quizlet.com/live
Latijnse voor- en achtervoegsels oefenen

Slide 12 - Diapositive

Afsluiting
Wat ga je onthouden van deze les?

Slide 13 - Diapositive