Ontwikkeling P4 week 5 en 6

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Ontwikkeling 4.5.

Wat weten jullie nog?

• Wat is het verschil tussen dyslexie en dyscalculie?
• Wat houdt NLD in? 
• dyslexie leerstoornis op gebied van lezen, spellen en schrijven
• dyscalculie leerprobleem met ernstige langdurige toepassingsproblemen van rekenen.
• NLD non verbal learning disorder. informatie die het kind hoort komen beter binnen dan die het ziet of voelt. 

Lesdoelen P4 W5 en 6 .

• De student kent globaal een aantal oorzaken die kunnen leiden tot een ontwikkelingsachterstand, ontwikkelingsprobleem of leerprobleem. ​
• De student weet dat ingrijpende gebeurtenissen, zoals een scheiding van de ouders, overlijden van een nabij persoon, ingrijpende gevolgen kan hebben voor de ontwikkeling van een kind. ​
• De student kent tenminste 3  instanties die hulp kunnen bieden bij moeilijke omstandigheden thuis.

 De les hoort bij paragraaf 5.3 en een stuk uit 5.5 

Wees voorzichtig met benoemen van oorzaken

Als OA heb je een signalerende en observerende rol​

Wat is het verschil tussen signaleren en diagnose stellen? 

Achtergronden en oorzaken van opvallend gedrag 

• Factoren vanuit de hersenen ​
  
• Erfelijkheid: kan een rol spelen maar dat hoeft niet.​
  
• Omgevingsfactoren: gezin waar kind op groeit is de basis​
  
• Heftige gebeurtenissen, huiselijk geweld, pesten, scheiding, armoede, infectieziektes, drugsgebruik en alcohol kunnen mensen die er aanleg voor hebben, een duw geven in de richting van een psychische aandoening.

 factoren in de omgeving van het kind

• Echtscheiding ​

• Overlijden in de familiekring​

• Ziekte in gezinssituatie  mantelzorgers
• voeding
• trauma's

Lees 5.3 blz. 173 t/m 177 

Gevolgen echtscheiding

• Jonge kinderen: kunnen schuld van scheiding bij zichzelf leggen. Regressieverschijnselen = terugval in ontwikkeling​
• Oudere kinderen (vanaf 9 jr): verdriet, onbegrip, kunnen scheiding verstandelijk begrijpen maar emotioneel nog niet verwerken. ​
  
• Parentificatie = kind neemt rol van ouder over. 

Rouwverwerking

• 0-6 jarigen: Staan er niet bij stil dat het definitief is. Ene moment heel verdrietig andere moment heel blij en plannen maken. ​
  
• 6-9 jarigen: Besef van dood aanwezig. Zijn vooral praktisch ingesteld op het hier en nu, niet toekomst gericht.​
  
• Vanaf 9 jaar: Weten wat dood inhoudt, moeilijk zich een houding te geven. ​
  

Troost en warmte zijn heel belangrijk.​
Alg. signalen van kind bij verlies (scheiding/overlijden) kunnen op elkaar lijken.​

Jonge mantelzorgers

Kind heeft extra taken in gezin wat niet passend is voor de leeftijd

www.stib-breda.nl

Wat kan je als OA betekenen?

Lees van paragraaf 5.5 een passende aanpak voor ieder kind, blz. 182 t/m 186 

Deze theorie kan je ook gebruiken voor het maken van de eindopdracht van W5 /6.

Eindopdracht W5/6 

Kies uit: Echtscheiding, Rouwverwerking of Ziekte in familie

1. Zoek 3 websites van organisaties waar kind en ouders hulp kunnen vragen/krijgen m.b.t . jouw gekozen 'oorzaak' (vermeld de bronnen!)
2. Welke websites heb je gevonden? ​
3. Wat kunnen deze stichtingen betekenen voor ouders/kinderen?​
4. Wat zijn de activiteiten die ze organiseren voor kinderen, voor ouders, voor scholen? ​
5. Beschrijf wat je goed vindt en minder goed vindt aan deze websites.
6. Wat zou jij als OA kunnen doen om aandacht te besteden aan het onderwerp? in de klas?
7. Bedenk 2 verwerkingsactiviteiten die je kan doen in je stage klas over je gekozen oorzaak.

Verantwoorden

Noem 4 oorzaken die als gevolg gedrag-, ontwikkel- of leer- problemen kunnen hebben.

Waarom kan dit gevolgen hebben voor de ontwikkeling van kinderen?

Noem 3 instanties die ondersteuning kunnen bieden bij de problemen in de thuissituatie

Waarom is deze kennis belangrijk voor jou als OA?