Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Bas 2; Overeenkomst en verwantschap
Wanneer behoren 2 organismen tot dezelfde soort?
Slide 1 - Diapositive
Antwoord
Als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
Dat houdt dus in dat hun jongen zich ook moeten kunnen voortplanten.
Slide 2 - Diapositive
Voorbeelden
Soms zijn er 2 organismen van verschillende soorten wel in staat om nakomelingen te krijgen. De jongen daarentegen zijn vaak onvruchtbaar. Er ontstaat zo dus ook GEEN nieuwe soort.
Slide 3 - Diapositive
Lijger / Teeuw
Slide 4 - Diapositive
Zezel
Slide 5 - Diapositive
Walfijn
Slide 6 - Diapositive
Rassen
Binnen een soort kunnen verschillende rassen voor komen.
Deze zijn vaak door de mens gecreëerd zoals bij alle honden- en kattenrassen.
Slide 7 - Diapositive
Evolutie
Organismen die tot dezelfde soort behoren vertonen veel overeenkomst qua uiterlijk maar ook qua DNA.
Maar binnen de soort in veel variatie in uiterlijkheden en daarmee ook wat het DNA betreft. Genetische variatie zorgt ervoor dat een soort een grote overlevingskans heeft.
Slide 8 - Diapositive
Verwantschap
Hoe korter geleden 2 soorten een gemeenschappelijke voorouder hebben gehad, hoe meer verwantschap ze vertonen.
Dit is dan gekeken naar het DNA.
Slide 9 - Diapositive
Verwantschap
Dieren die nauw verwant zijn aan elkaar kunnen er soms echt heel anders uitzien. Zo is een olifant nauw verwant met zeekoeien en klipdassen.
Slide 10 - Diapositive
DNA-sequencing
DNA bestaat uit de 4 basen: A, T, C en G.
Sequentie = volgorde
Soorten net veel verwantschap hebben ook veel overeenkomst in hun DNA-sequentie.