Spelling Blok 6 Wk 3 Les 10 Lange klank

• Basisschool
• Groep 7

Lesdoelen

1. Ik kan woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep correct schrijven.

2. Ik kan woorden met een korte klank aan het eind van een klankgroep correct schrijven. 

We beginnen met het eerste lesdoel!

1. Ik kan woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep correct schrijven.

Verdeel het woord in klankgroepen

Verdeel het woord "straten" in klankgroepen:

stra - ten 

Je hoort een lange klank /aa/ aan het eind van de eerste klankgroep, maar je schrijft één klinker: straten.

Een voorbeeld

Verdeel het woord "buren" in klankgroepen:

bu - ren 

Je hoort een lange klank /uu/ aan het eind van de eerste klankgroep, maar je schrijft één klinker: buren.

Nog een voorbeeld

Verdeel het woord "beloning" in klankgroepen:

be - lo - ning 

Je hoort een lange klank /oo/ aan het eind van de tweede klankgroep, maar je schrijft één klinker: beloning.

Welk woord is correct geschreven?

1. arguument
2. aargument
3. argument
4. aarguument

Welk woord is NIET correct geschreven?

1. bedelen
2. magneeten
3. computer
4. dynamo

Nu het tweede lesdoel!

2. Ik kan woorden met een korte klank aan het eind van een klankgroep correct schrijven.

Verdeel het woord in klankgroepen

Verdeel het woord "bakker" in klankgroepen: 

bak - ker  

 

Je hoort een korte klank /a/ aan het eind van de eerste klankgroep; nu schrijf je twee medeklinkers: bakker.

Welk woord is NIET correct geschreven?

1. eleboog
2. madeliefje
3. emmertje
4. appeltaartje

Samenvattend:

Hoor je een lange klank aan het eind van een klankgroep? Dan schrijf je één klinker (bijv. straten).

Hoor je een korte klank aan het eind van een klankgroep? Dan schrijf je twee medeklinkers (bijv. brillen).

Aan de slag!

Maak nu de hele les 10 op snappet.

SUCCES!!