7 - hoofd en bijzin

Hoofd en bijzin
Wij roosteren de paprika's eerst, om ze later in de salade te verwerken.

Hoe herken ik een hoofd en bijzin?
- Hoofdzin; Persoonsvorm vooraan.
- Bijzin; Persoonsvorm achteraan.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofd en bijzin
Wij roosteren de paprika's eerst, om ze later in de salade te verwerken.

Hoe herken ik een hoofd en bijzin?
- Hoofdzin; Persoonsvorm vooraan.
- Bijzin; Persoonsvorm achteraan.

Slide 1 - Diapositive

Zin opdelen in hoofdzin en bijzin.
Ik ging vanmorgen met de auto naar school, omdat mijn fietsband lek is.

Julia ziet dat hij in de zee zwemt.

Waar moet ik op letten?
  1.  Zit er een komma in de zin?
  2. Zit er een voegwoord in?
Als, doordat, omdat, waar, of, dat, hoewel, wanneer.

Slide 2 - Diapositive

Stappenplan
  1. Knip de zin op de juiste plek. 
  2. Kleur in elke zin de persoonsvorm.
  3. Pv vooraan is het een hoofdzin.
  4. Pv achteraan is het een bijzin. 



Voegwoorden:

Als, doordat, omdat, waar, of, dat, hoewel, wanneer.
Sabine had een gezicht getrokken alsof ze iets vies proefde.

Slide 3 - Diapositive

Hoe is deze zin samengesteld?
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin

Slide 4 - Quiz

Vorig jaar was ik nog in Indonesië geweest, want mijn vader werkte daar.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 5 - Quiz


Is het gekleurde deel een hoofdzin of een bijzin?
Ik ga naar school, want de vakantie is voorbij.
A
Bijzin
B
Hoofdzin

Slide 6 - Quiz

Omdat hij uitgegleden was, ben ik hulp gaan halen.
A
hoofdzin+hoofdzin
B
hoofdzin+bijzin
C
bijzin+hoofdzin

Slide 7 - Quiz


Voegwoorden die een bijzin en een hoofdzin verbinden zijn onder andere
omdat, zodat en terwijl

A
Waar
B
Onwaar

Slide 8 - Quiz

Volgend jaar gaan we naar Cuba en we gaan een maand naar Peru.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 9 - Quiz

Ik rende keihard naar beneden, zodat ik weinig tijd zou verliezen.
A
hoofdzin+hoofdzin
B
hoofdzin+bijzin
C
bijzin+hoofdzin

Slide 10 - Quiz