Herhaling (2 lessen)

Herhaling H2
Lesplanning:
  1. Klassikale herhaling
  2. Zelfstandig voorbereiden CTW
  3. Afsluiting
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H2
Lesplanning:
  1. Klassikale herhaling
  2. Zelfstandig voorbereiden CTW
  3. Afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding vragen
“In 1896 ontdekte Henri Becquerel bij toeval dat uranium straling afgeeft die zichtbaar was op fotografische platen. Het was een totaal nieuw verschijnsel, maar niemand – ook Becquerel zelf niet – nam de moeite het uitgebreid te onderzoeken. Kort daarvoor had Wilhelm Röntgen zijn fascinerende ‘X-stralen’ (tegenwoordig bekend als Röntgenstralen, red.) ontdekt, die de botten in een menselijke hand zichtbaar konden maken. De meeste natuurkundigen vonden dat veel spannender. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoogste energie foton
Laagste energie foton
Röntgenstraling
Gammastraling
UV-licht
Zichtbaar licht
microgolven

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding vragen
Marie en Pierre Curie onderzochten Uranium dat straling afgeeft. Ze ontdekten al snel iets interessants: de ioniserende straling van uranium bleek constant te zijn, onafhankelijk van externe factoren als temperatuur of belichting. Hoe puurder bovendien het uranium, hoe sterker de staling. Daarom concludeerde Curie dat radioactiviteit een atomaire eigenschap van het element uranium moest zijn.” 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke atomaire eigenschap heeft Uranium waardoor het radioactief is?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Instabiele atomen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sommige spullen van de fam. Curie liggen in loden kisten. Welke straling wordt tegengehouden door lood?
A
Voornamelijk alfa
B
Voornamelijk béta
C
Voornamelijk gamma
D
Alle drie

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doordringend vermogen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Halveringsdikte 
  • De dikte van het materiaal
     dat je nodig hebt om de helft
     van de straling tegen te
     houden.
  • Halveringsdikte geldt voor
     EM-straling.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er wordt straling uitgezonden op een plaat lood met een dikte van 2,67 cm. De halveringsdikte van lood is 0,89 cm. Hoeveel procent meet je nog?
A
33,3%
B
70%
C
12,5%
D
30%

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Marie Curie is overleden aan Leukemie. Hoe heeft haar werk met radioactieve stoffen deze leukemie veroorzaakt?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Schade 
van 
straling

Slide 12 - Diapositive

straling kan de atoom isoniseren. Moluculen zijn opgebouwd uit atomen en kunnen hun verbinden hierdoor kwijt raken. Zo kunnen fouten ontstaan in het dna bijvoorbeeld. Meestal worden zulke fouten hersteld in het lichaam. Maar niet altijd en als je meer bloot gesteld word aan straling loopt de kans op dat je fouten krijgt in bijvoorbeeld dna, dat niet meer hersteld wordt. -> kanker.


*vraag: welke dingen kunnen jullie bedenken dat bepalend is voor een gevaarlijke dosis?

-------------------------------------
Dit uit zich in misselijkheid, diarree en een toenemend tekort aan bloedlichaampjes. De kans op bloedingen en infectieziekten is hierdoor groter.

De straling van radioactief materiaal kan het DNA in het menselijk lichaam beschadigen. Meestal repareren eiwitten deze beschadigingen, maar soms gebeurt dat niet of niet goed. Als de reparatie van beschadigd DNA niet goed lukt, kan dat jaren later kanker veroorzaken. Hoe meer iemand bloot staat aan straling, hoe groter de kans op kanker is.

Bij zeer zware gevallen treden zwaardere symptomen op, zoals misselijkheid, overgeven en uiteindelijk de dood binnen een paar weken.
Persoon A is vorige week bestraald met ioniserende straling, kan B ook bestraald worden als B naast A zit?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Bij A heeft de straling schade verricht, maar hij geeft momenteel geen straling af. Dus B kan niet door A bestraald wordt.
Een foton is.....
A
Een lichtdeeltje
B
Een pakketje die stralingsenergie bevat
C
Een deeltje dat zich in het atoom bevindt
D
Een golf met stralingsenergie

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt een stof met een halveringstijd van 2h. De stof heeft een beginactiviteit van 125 Bq. Hoeveel activiteit is er nog over na 10h?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Voorbereiden toets:
  • Samenvatten §2.1 t/m 2.3 en §2.5
  • Oefentoets boek of de oefentoets in classroom
  • Opgaven boek nogmaal maken

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling H2
Lesplanning:
  1. Debat kernenergie
  2. Vragenrondje
  3. Zelfstandig voorbereiden CTW

Slide 18 - Diapositive

Lokaal indelen
- tafel voorstanders
- tafel tegenstander
- ruimte achterin voor de jury
Stelling

Taakverdeling
  • 7 tegen 7 debateren.
  • De rest is jury en geeft aan het einde van de les aan wat zij het beste argument vinden, welk team het meest overtuigend was en waarom.

Stappenplan
  1. voorbereiden argument(en) (4 min)
  2. belangrijkste argument (1 min)
  3. debateren (4 minuten)
  4. slotzin (elke debattant)
  5. peiling mening jury
    Wie is de winnaar en waarom? 
Nederland moet investeren in een nieuwe kerncentrale.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Kort overleg
belangrijkste argument
minimaal één argument per persoon

Voorstanders:
Madelief, Bas, Matthijs, Jurre, Thomas, Renske, Danton en Tijmen  

Tegenstanders:
Marijn, Julia, Nina, Bibi, Tijn, Jesse en Milan

timer
4:00

Slide 20 - Diapositive

Jury spreken over hun rol.
Voorstanders
belangrijkste argument
timer
1:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenstanders
belangrijkste argument
timer
1:00

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelregels
  • Laat elkaar uitpraten.
  • Gebruik de ik-boodschap. Zeg: ‘Ik vind….’ .
  • Geef voorbeelden bij je argumenten. Zeg: Ik vind…….omdat….’.
  • Let op je lichaamstaal en stemgebruik.
Debat
timer
4:00

Slide 23 - Diapositive

De discussie opgang brengen:
  • kernafval 


Afsluitend argument

  • Elke debattant geeft een afsluitend argument voor zijn standpunt.

  • Luister naar elkaar, speel in op elkaars argumenten.


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jury
Wat vondt je van het debat? Wat was het beste argument? Welk team heeft het debat gewonnen en waarom? 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overzicht H2
  • EM-straling (soorten; verschil energie; gebruikt voor...)
      Fotonen (energiepakketjes)
  • Instabiele atomen - radioactief
    vervallen onder uitzending van alfa, bèta en/of gammastraling
  • Doordringend vermogen
  • Halveringsdikte 
  • Halveringstijd

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overzicht H2
  • Besmetting, bestraling, stralingsdosis, dosislimiet
  • Toepassingen van straling (§2.4)
  • Welke stralingsbron kan je het beste gebruiken? (Halveringstijd en doordringend vermogen)
  • Werking kerncentrale:
    kernsplijting (kettingreactie), regelstaven, stoom in een turbine

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?
VRAGEN?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
  • Samenvatten §2.1 t/m 2.3 en §2.5
  • Oefentoets boek of de oefentoets in classroom
  • Opgaven boek nogmaal maken

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een tank bevat radioactief afval waarin twee radioactieve stoffen voorkomen. Stof A heeft een halveringstijd van 2,4 dagen en zendt α-straling uit. Stof B heeft een halveringstijd van 2,9 jaar en zendt β-straling uit. Op een gegeven moment wordt de activiteit van het afval gemeten. Een maand later doet men dit nogmaals. De activiteit van het afval blijkt inmiddels nauwelijks afgenomen te zijn.

A. Waaruit bestaat het afval voor het grootste deel, uit stof A of uit stof B? Licht je antwoord toe.

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stof A heeft een halveringstijd van 2,4 dagen en zendt α-straling uit. Stof B heeft een halveringstijd van 2,9 jaar en zendt β-straling uit.

Stel dat er op een bepaald moment in de tank evenveel instabiele kernen van stof A als van stof B zou zijn geweest.

B. Welke soort straling zou je op dat moment het meest waarnemen? Licht je antwoord toe.

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet radioactief afval opgeslagen worden?
A
De stoffen hebben een grote halveringstijd, dus ze blijven lang radioactief
B
De stoffen hebben een kleine halveringstijd, dus ze zenden heel veel straling uit
C
De stoffen zorgen voor opwarming van de aarde als ze in de atmosfeer komen
D
Deze stoffen zorgen voor het gat in de ozonlaag, daarom worden ze tegenwoordig opgeslagen

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een houten balk van 21 cm dik houdt 87,5 % van opvallende straling tegen. Hoe groot is de halveringsdikte van dit hout voor deze straling?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Na 1945 hebben er verschillende landen proeven gedaan waarbij ze atoombommen in de atmosfeer lieten ontploffen. Bij deze proeven kwam onder andere het radioactieve strontium-90 in de atmosfeer terecht.Deze isotoop heeft een halveringstijd van 29 jaar. In 1980 hebben ze de laatste kernproef in de atmosfeer gehouden. Hoeveel procent van het strontium-90 wat toen gevormd is zal in 2030 nog in het milieu aanwezig zijn?
A
12,5%
B
25%
C
30%
D
45%

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions