Recap theme 3 & 4 - second year

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Good morning!

Today's Riddle

You can touch me, but I can’t touch you back. 

You can see me, but I only reflect you and can never reject you. 

What am I?

Recap grammar - chapter 3

Some

• Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.
  

Any

• Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.

Was en were

verledentijdsvormen van to be

was

I was happy yesterday.

Was I happy yesterday?

I wasn't happy yesterday.

were

They were ill yesterday.

Were they ill yesterday?

They weren't ill yesterday.

... your mother at work last night?

1. was
2. were
3. wasn't
4. weren't

We waited all afternoon, but you ... at football practice.

1. was
2. were
3. wasn't
4. weren't

Some

• Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.
  

Any

• Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.

Did

verledentijdsvorm van to do

vragen

I played football as a child.

Did I play football as a child?

ontkenningen

I played football as a child.

I didn't play football as a child.

Maak een vraagzin met did:
They walked a mile yesterday.

Maak een ontkennende zin met did:
She swam in the North Sea.

Some

• Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.
  

Any

• Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.

Adverbs

bijwoorden zoals always, usually, often

Bijwoorden geven aan hoe vaak iets gebeurt. Dit soort woorden staan altijd VOOR het werkwoord, behalve als het werkwoord een vorm van to be is.

I usually go to school by bus.

They often play in the field after school.

We are always in Spain in the summer.

Waar moet het bijwoord 'never' in de volgende zin:
She is late.

1. voor het ww
2. achter het ww

Recap grammar - chapter 4

Some

• Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.
  

Any

• Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.

Past continuous

duurvorm verleden tijd

• Er was iets in het verleden een tijdje aan de gang
• past simple + past continuous in één zin
• iets gebeurde terwijl iets anders al bezig was
• was/were + ww + ing

• I was calling my grandmother on the phone.
• We were playing a game when mum knocked on the door.

We ... a cake when Jim ....

1. was baking, arrived
2. baked, was arriving
3. were baking, arrived
4. baked, were arriving

I ... the plane when my boss ... me.

1. was boarding, called
2. was boarding, was calling
3. boarded, were calling
4. were boarding, called

We ... a movie when we ... a loud noise.

1. were watching, heared
2. watched, were hearing
3. was watching, was hearing
4. were watching, heard

Some

• Gebruiken bij bevestigende zinnen en vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is.
  

Any

• Gebruiken bij ontkennende zinnen en vraagzinnen.

Future

toekomende tijd

be going to

• am, are, is + going to + ww
• Iets in de toekomst van plan

will

• will + ww
• Iets aanbieden, aankondigen of beloven

He ... work out at the gym.

We ... eat steak and kidney pie tonight. (aankondiging)

https:

What can you do?

• Use Stepping Stones online for practice exercises on the grammar from chapter 3 & 4.
• Look up exercises yourself on the internet: just search for ‘present continuous exercises’ or ‘plurals exercise’ for example!

• No Stones or theme words!
  
• We'll do a practice test tomorrow.

See you tomorrow! Good luck!