Das Quiz - onderbouw Runde 2 (versie 1)

Runde 2: Wortschatz
In ronde 2 zitten  vragen over Duitse woordenschat. 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Runde 2: Wortschatz
In ronde 2 zitten  vragen over Duitse woordenschat. 

Slide 1 - Diapositive

Wat betekenen de Duitse woorden: klarkommen en bellen
timer
0:20
A
Eraan komen, telefoneren
B
Klaarkomen, aanbellen
C
Iets af hebben, bellen blazen
D
Overweg kunnen, blaffen

Slide 2 - Quiz

Wat betekent de uitdrukking: du gehst mir tierisch auf den Keks?
timer
0:20
A
Ik vind je woest aantrekkelijk
B
Je irriteert me mateloos
C
Je bent te afhankelijk van mij
D
Ik word wild van jouw koekje

Slide 3 - Quiz

Hoe zeg je tegen iemand dat je diegene mist?
timer
0:20
A
Ich verpasse dich
B
Ich misse dich
C
Ich vermisse dich
D
Du fehlst mir

Slide 4 - Quiz

Wie heißt dieses Tier?
timer
0:20
A
das Wildkaninchen
B
das Meersweinchen
C
das Meerschweinchen
D
der Tiger

Slide 5 - Quiz

Wie heißt dieses Tier?
timer
0:20
A
das Parkiet
B
der Wellensittich
C
der Jungelvogel
D
der grüne und gelbe Vogel

Slide 6 - Quiz

timer
0:45
der Roller
das Moped
der LKW
das Fahrrad
der PKW
die U-Bahn

Slide 7 - Question de remorquage

Wat betekent de zin: "Ich finde das sehr schlimm!"?
timer
0:20
A
Ik vind dat heel slim
B
Ik vind dat heel erg
C
Ik vind dat heel stom
D
Ik vind dat heel leuk

Slide 8 - Quiz

Was bedeutet "der Enkel"'?
A
het enkelspel (tennis)
B
de enkel
C
de eend
D
de kleinzoon

Slide 9 - Quiz

Hoe zeg je dat je aan voetbal doet?
timer
0:20
A
ich spiele Fußball
B
ich fußballe
C
ich balle
D
ich renne hinter ein Ball an

Slide 10 - Quiz

Vertaal de schoolvakken: Duits, Engels en geschiedenis (alleen spatie ertussen)
timer
0:45

Slide 11 - Question ouverte