Verkeersexamen Totally Traffic

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wie mag eerst?
A
Auto
B
Fiets

Slide 2 - Quiz

Moet je de auto voorrang geven?
A
Ja, want de auto komt van rechts.
B
Ja, want de auto komt van een zandpad.
C
Nee, want jij bent een fietser.
D
Nee, want de auto komt van een zandpad.

Slide 3 - Quiz

Je wil rechtdoor, wat kun je het beste doen?
A
Je gaat links langs de vrachtwagen.
B
Stoppen en wachten.
C
Je gaat rechts langs de vrachtwagen.

Slide 4 - Quiz

Wie mag eerst?
A
De auto
B
De fietsers

Slide 5 - Quiz

Waarom mogen de fietsers eerst?

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent dit bord?
A
Je mag hier linksaf, rechtsaf en rechtdoor.
B
Je moet hier rechtsaf of rechtdoor.
C
Je moet hier omkeren
D
Je mag hier niet rechtdoor en rechtsaf.

Slide 7 - Quiz

Je vader heeft 3 biertjes
gedronken, mag hij naar huis
fietsen?
A
Ja, fietsen mag altijd.
B
Ja, maar niet meer met de auto.
C
Nee, dit mag niet.

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan?
A
Brommer, Auto, Fietser
B
Auto, Brommer, Fietser
C
Fietser, Brommer, Auto
D
Fietser, Auto, Brommer

Slide 9 - Quiz

Mag je deze weg in fietsen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Je hoeft de fietser geen voorrang te geven.
A
Dit klopt niet.
B
Dit klopt wel.

Slide 11 - Quiz

Mag je een paraplu vasthouden op de fiets?
A
Nee, want een telefoon mag ook niet.
B
Ja, maar het is niet veilig.
C
Tuurlijk, geen probleem.
D
Nee, want je moet twee handen aan je stuur hebben.

Slide 12 - Quiz

Je wilt hier naar rechts. Wie moet je voor laten gaan?
A
Alleen voetgangers.
B
Alleen fietsers.
C
Alleen auto's.
D
Alle drie

Slide 13 - Quiz

Mag je hier op de rijbaan fietsen?
A
Ja, je mag hier zelf kiezen waar je fietst.
B
Nee, je moet hier op het fietspad.

Slide 14 - Quiz

Mag je deze straat in fietsen?
A
Nee
B
Ja

Slide 15 - Quiz

Wat is de volgorde van voor laten gaan?
A
Auto, Voetganger, Fietser
B
Voetganger, Fietser, Auto
C
Fietser, auto, Voetganger.
D
Voetganger, Fietser, Auto

Slide 16 - Quiz

Filmpje






https://www.youtube.com/watch?v=bi3fqyyW950

Slide 17 - Diapositive