BL: Toelichting op de toets - 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Van theorie naar toets

Toelichting op de toets - 2

Begrijpend 

lezen 

VG3-P2-2021-2022

Je weet nu ...

... dat je tijdens de toets zelf 8 passende vragen moet stellen bij 8 gegeven begrippen.

... dat je ook de juiste antwoorden op deze 8 vragen moet geven.

....en dat je moet toelichten waarom vraag en antwoord bij de toets passen. 

Vorige les ...

... heb je de koppeling gemaakt van theorie naar toets.

... heb je bedacht welke vragen je kunt stellen bij een aantal begrippen (tekstopbouw, deelonderwerp, argument, verbindingsmanieren, tekstverbanden en signaalwoorden, hoofdzaken en bijzaken). 

... heb je geoefend met het stellen van vragen bij een aantal teksten. 

Aan het eind van deze les ...

... heb je bedacht welke vragen je kunt stellen bij een aantal (andere) begrippen. 

... heb je nog een keer geoefend met het stellen van vragen bij een tekst, het geven van de antwoorden op deze vragen en het geven van een toelichting per vraag en antwoord.

... en weet je hoe je wordt beoordeeld.

Hoe word je beoordeeld?

8 x 3 punten te verdienen

8 begrippen 

8 passende vragen

8 juiste antwoorden

8 toelichtingen

Beoordeling: goed 

Je krijgt 3 punten voor een vraag als ...

Deze combinatie van vraag en antwoord geeft aan: 

• dat je de tekst uitstekend hebt begrepen 
• dat je de begrippen goed kunt toepassen. De vraag kan zo in een toets zitten!
  

Beoordeling: voldoende

Je krijgt 2 punten voor een vraag als ...

Deze combinatie van vraag en antwoord geeft aan: 

• dat je OF de tekst uitstekend hebt begrepen 
  
• OF dat je de begrippen goed kunt toepassen 
• OF het is allebei voldoende.
  

Beoordeling: onvoldoende

Je krijgt 1 punt voor een vraag als ...

Uit deze combinatie van vraag en antwoord blijkt:

• dat je OF de tekst/begrippen niet zo goed hebt begrepen. 
  
• OF de combinatie van vraag en antwoord is wel erg simpel; te makkelijk voor een toets op jouw niveau.
  

Beoordeling: slecht

Je krijgt 0 punten voor een vraag als ...

Uit deze combinatie van vraag en antwoord blijkt: 

• dat je de tekst/begrippen niet zo goed hebt begrepen 
  
• EN de combinatie en vraag en antwoord is wel erg simpel; te makkelijk voor een toets van jouw niveau.
  

Aan de slag!

Op de volgende slides volgt een aantal vragen/antwoorden/toelichtingen.

Vraag:

Hoeveel punten verdient de leerling die deze vraag, dit antwoord en deze toelichting heeft geformuleerd?

Log in bij LU.

BL: Toelichting op de toets - 2

Tekstopbouw: inleiding – middenstuk - slot

Vraag: Hoe leidt de schrijver de tekst in?
Antwoord: Hij kondigt het onderwerp aan.
Past in een toets, want…: Het is een van de manieren om de inleiding van een tekst vorm te geven.

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Tekstopbouw: inleiding – middenstuk - slot
Vraag: Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
Antwoord: Onderwerp aankondigen
Past in een toets, want…: Op deze manier laat je zien dat je weet op welke manieren je een tekst kunt inleiden en je de verschillende manieren kunt herkennen. Dat het hier om het aankondigen van het onderwerp gaat, blijkt uit...

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Deelonderwerp

Vraag: Waar staat het deelonderwerp in een alinea?
Antwoord: Vaak in de eerste zin
Past in een toets, want…: De leerling weet het deelonderwerp in een alinea te vinden.

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Tekstdoel

Vraag: Wat is het tekstdoel van deze tekst?
Antwoord: Informeren
Past in een toets, want…: De schrijver wil je in deze tekst informeren over: ...
Hij geeft informatie over het onderwerp en blijft objectief.

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Hoofdgedachte
Vraag: Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Antwoord: Spencer de robotgids lost de vliegveldproblemen op.
Past in een toets, want…: Dit is in een zin het belangrijkste wat de schrijver in de tekst vertelt over Spencer de robotgids.

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Aan de slag!

Op de volgende slides wordt een begrip van begrijpend lezen gegeven. 

Opdracht: Bedenk welke vragen je over dit begrip kunt stellen.

Er worden antwoord-mogelijkheden gegeven. Staat jouw antwoord er niet bij? Dat zegt niet dat jouw antwoord niet klopt. Er zijn meer mogelijkheden!

 

Log in bij: LU - BL: Toelichting op de toets - 2

Ga naar slide 17.

Welke vragen kun je stellen bij het begrip 'subjectief/objectief'?

Welke vragen kun je stellen bij het begrip 'hoofdgedachte'?

Welke vragen kun je stellen bij het begrip 'tekstfuncties / functie van een tekstgedeelte'?

Welke vragen kun je stellen bij het begrip 'kernzin/toelichting'?

Welke vragen kun je stellen bij het begrip 'tekstdoel'?

Aan de slag!

Opdracht: Bedenk 3 vragen bij onderstaande tekst.

Noem het begrip waarover de vragen gaan. Je mag zelf 3 begrippen kiezen. 

Geef antwoord op de vragen.

Leg uit waarom de vraag in de toets past.

Hoe werkt Netflix?

Vraag 1 bij de tekst
1. De vraag
2. Het begrip waarover de vraag gaat.
3. Het antwoord op de vraag.
4. De uitleg

Vraag 2 bij de tekst
1. De vraag
2. Het begrip waarover de vraag gaat.
3. Het antwoord op de vraag.
4. De uitleg

Vraag 3 bij de tekst
1. De vraag
2. Het begrip waarover de vraag gaat.
3. Het antwoord op de vraag.
4. De uitleg