bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt/ stolpunt of kookpunt > tijdens de fase-overgang blijft de temperatuur constant
Verklaar op microniveau waarom T tijdens smelten niet verandert
Slide 3 - Diapositive
Mengsel
Stoltraject
Mengsel
bij een mengsel heb je een: smelttraject/ stoltraject of kooktraject > tijdens de fase-overgang is de temperatuur niet constant
Geef een verklaring op microniveau waarom T tijdens het stollen daalt
Slide 4 - Diapositive
Bij welke temperatuur ligt het stolpunt van deze vloeistof?
A
400 graden
B
250 graden
C
100 graden
D
Kun je niet zeggen
Slide 5 - Quiz
Bij welke temperatuur bevindt zich het stoltraject van de vloeistof?
A
2800 - 1800 °C
B
1800 - 980 °C
C
980 - 450 °C
Slide 6 - Quiz
extra uitleg
op de volgende dia vind je in de gedeelde les een filmpje waarin de grafieken van een smelt/kookpunt en een smelt/kooktraject nog eens worden uitgelegd
Slide 7 - Diapositive
0
Slide 8 - Vidéo
Onderzoek aan kaarsvet
Kaarsen zijn gemaakt van zuiver stearinezuur of een
mengsel van stearinezuur en palmitinezuur.
We bekijken klassikaal twee filmpjes van het stollen
van twee soorten kaarsvet (B en C).
Onderzoeksvraag: Zijn de twee soorten kaarsvet zuivere stoffen of mengsels?
Slide 9 - Diapositive
DEMO Stolcurve
We bekijken klassikaal twee filmpjes van het stollen van kaarsvet (B en C). Maakin Excel een tabel om de waarnemingente noteren:
tijd (min
TB (°C)
TC (°C)
1
2
3
...t/m 20
Slide 10 - Diapositive
DEMO Stolcurve
We bekijken klassikaal twee filmpjes van het stollen van kaarsvet (B en C).
Maak in Excel een tabel om de waarnemingen te noteren:
Let tijdens het stollen op de verandering van:
de fase
de temperatuur
tijd (min
TB (°C)
TC (°C)
1
2
3
...t/m 20
Slide 11 - Diapositive
Verwerking: stoldiagram tekenen
Maak van de gegevens in je tabel een grafiek.
--> voorbeeldgrafieken zijn figuur 2 (blz 19) en figuur 3 (blz 25)
--> grafiekpapier vind je op blz 176
timer
5:00
Slide 12 - Diapositive
Verwerking: stoldiagram tekenen
Maak van de gegevens in je tabel een grafiek in Excel
timer
5:00
Slide 13 - Diapositive
Stoldiagram tekenen
timer
5:00
Slide 14 - Diapositive
Conclusie
conclusie = antwoord op de onderzoeksvraag
met de waarnemingen (tabel) maak je een grafiek
teken de lijnen van kaarsvet A en kaarsvet B in één grafiek met 2 verschillende kleuren
de grafiek geeft de informatie voor het antwoord op de onderzoeksvraag
Slide 15 - Diapositive
Onderzoeksvraag: Is het onderzochte kaarsvet een zuivere stof of een mengsel?
Conclusie:
kaarsvet B is .............., omdat ......(licht toe met je waarnemingen)
kaarsvet C is .............., omdat ......(licht toe met je waarnemingen)
Slide 16 - Diapositive
leerdoelencheck Onderzoek doen
Voorbeeld van practicumverslag
Onderzoeksvraag: Lost suiker op in warme thee?
Waarneming: Een schep suiker wordt in een kop thee gedaan en goed geroerd. De suiker lost op, roeren versnelt dus het oplossen.
Conclusie: Thee is een roodbruine vloeistof.
1. Is de conclusie juist?
2. Is "de suiker lost op" een waarneming of een conclusie?
3. "roeren versnelt het oplossen" = een conclusie Welke onderzoeksvraag past hierbij?
Slide 17 - Diapositive
Eigen werk
Lees blz 22 t/m 27 goed door
Leer de betekenis van de blauwe woorden (zie blz 54+55)
Maak opgave 2 en 8 van H1.3
Slide 18 - Diapositive
Terugblik op vorige les......
Slide 19 - Diapositive
Soorten mengsels
enzovoort voor alle zes de soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
1
oplossing
vloeistof + vaste stof of vloeistof of gas
helder
homogeen
2
suspensie
vloeistof + vaste stof
troebel
heterogeen
3
emulsie
vloeistof + vloeistof
troebel (na schudden)
heterogeen
Slide 20 - Diapositive
Soorten mengsels
enzovoort voor alle zes de soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
4
gasmengsel
gas + gas
helder
homogeen
5
nevel
fijn verdeelde vloeistof in gas
niet helder
heterogeen
6
rook
fij verdeelde vast stof in gas
niet helder
heterogeen
Slide 21 - Diapositive
Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 22 - Quiz
Welk mengsel is altijd helder?
A
suspensie
B
oplossing
C
emulsie
D
emulgator
Slide 23 - Quiz
Water gemengd met zand is een
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing
Slide 24 - Quiz
Hoe heet het mengsel van een vloeistof in een gas?
A
schuim
B
rook
C
oplossing
D
nevel
Slide 25 - Quiz
Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.
Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?
A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.
Slide 26 - Quiz
Sleep de woorden en figuren naar de juiste plek.
kookpunt
smeltpunt
Slide 27 - Question de remorquage
Aceton heeft bij standaard druk een kookpunt van 56 °C en alcohol een kookpunt van 78 °C.
Geef een verklaring op microniveau van dit verschil.
A
In aceton trekken de moleculen elkaar minder sterk aan
B
In aceton bewegen de moleculen sneller
C
In aceton is de afstand tussen de moleculen kleiner
D
Moleculen aceton zijn groter dan moleculen alcohol